Inlichtingendiensten kunnen sneller en beter optreden tegen cyberdreiging

De Eerste Kamer heeft ingestemd met de Tijdelijke wet cyberoperaties. Na inwerkingtreding van deze wet kunnen de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) hun bestaande bevoegdheden sneller en effectiever inzetten tegen dreigingen van landen die cyberaanvallen plegen tegen Nederland. Het wetsvoorstel was ingediend door minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en minister Ollongren (Defensie). 

Nederland heeft doorlopend te maken met cyberdreiging vanuit landen als Rusland, China, Iran en Noord-Korea. Deze dreigingen zijn gericht op hoogwaardige technologische kennis, economisch gewin of het aantasten van vitale infrastructuur. Het is de verwachting dat hun activiteiten tegen Nederland en Europa de komende jaren sterk zullen toenemen.  

Minister De Jonge: ‘’Nederland heeft een van de belangrijkste internetknooppunten ter wereld. Dat brengt de verantwoordelijkheid met zich mee om daarvan veel beter gebruik te maken voor onze nationale veiligheid. Met de Tijdelijke wet cyberoperaties rusten we onze diensten toe met de instrumenten die nodig zijn om hun wettelijke opdracht waar te kunnen maken. Daarmee benutten we gegevens op de kabel optimaal en zorgen we ervoor dat we Nederland beter beschermen tegen Russische en Chinese hackers, terwijl de waarborgen op niveau blijven.’’

Minister Ollongren: “Nederland ligt continu onder vuur in het cyberdomein. Deze wet zorgt ervoor dat de inzet van de diensten beter aansluit op de huidige dynamiek van cyberaanvallen. Zo kunnen zij zich nog effectiever inzetten voor de veiligheid van Nederland en onze bondgenoten en voor de bescherming van onze militairen.”
 

Betere aansluiting bij dreiging

De Tijdelijke wet cyberoperaties introduceert geen nieuwe bevoegdheden voor de diensten, maar zorgt ervoor dat ze een aantal bestaande bevoegdheden effectiever kunnen inzetten. De wet voorziet onder meer in een zelfstandige grondslag voor verkenning op de kabel. Daarmee kunnen de diensten beter en meer gericht onderbouwen welke kabels uiteindelijk een bijdrage kunnen leveren aan inlichtingenonderzoeken. 

Op het gebied van hack-operaties stelt de wet de diensten in staat om beter mee te bewegen in de dynamiek van het cyberdomein. Zo komt er meer bewegingsruimte om offensieve hack-operaties van tegenstanders sneller en effectiever te volgen. 
De wet biedt verder de mogelijkheid om, als dat noodzakelijk is voor de nationale veiligheid, bulkdatasets langer te kunnen gebruiken. Dit om de bestaande informatiepositie van de diensten te kunnen behouden.
 

Toetsing, toezicht en beroep

Naast een effectievere inzet van de bevoegdheden van de diensten, brengt de tijdelijke wet tevens een verbetering aan in de wijze waarop de waarborgen zijn vormgegeven. In de Tijdelijke wet is opgenomen dat toetsing vooraf verschuift naar bindend toezicht tijdens de uitvoering van de bevoegdheid. Dit bindend toezicht wordt uitgevoerd door de Commissie Toezicht Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Met deze nieuwe bevoegdheid kan de CTIVD een operatie per direct stopzetten en besluiten dat de gegevens die hierbij verworven zijn moeten worden vernietigd. Ook is een beroepsmogelijkheid geïntroduceerd bij de Raad van State. Hiermee wordt een weeffout in het stelsel van toetsing en toezicht hersteld en ligt de definitieve uitleg van de wetgeving waar hij thuishoort, bij de rechter.