Eerste evaluatie voortgang stikstof- en natuurbeleid
De maatregelen die het kabinet heeft ingezet sinds 2021 leveren een positieve bijdrage aan de toekomstige kwaliteit van de natuur. Dat concluderen het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Wageningen University and Research (WUR) in hun eerste evaluatie rapportages van het stikstof- en natuurbeleid. De gemiddelde overschrijding van kritische depositiewaarden voor stikstofgevoelige natuur daalt met een derde tot 2030. Maar de opgave om stikstof te reduceren en natuur te herstellen is groot en de tot nu toe getroffen maatregelen leveren nog niet genoeg op om wettelijke doelen te halen, terwijl we eerder nog op koers lagen.
De opgave voor stikstofreductie en natuurherstel is vorig jaar groter gebleken toen uit het nieuwste wetenschappelijke onderzoek bleek dat de natuur nog gevoeliger is voor stikstof dan we al dachten. Daardoor is de opgave ook voor de korte termijn groter geworden. Het huidige kabinet zet in op een intensivering van bestaand beleid en treft voorbereidingen voor extra maatregelen. Het is aan nieuw kabinet om een besluit te nemen over die nieuwe maatregelen, zo schrijft de minister voor Natuur en Stikstof aan de Eerste en Tweede Kamer.
Wettelijke doelstellingen
In de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) die op 1 juli 2021 in werking is getreden, is de verplichting opgenomen om de voorgang en effecten van maatregelen uit het Programma stikstofreductie en natuurverbetering (PSN) te monitoren en evalueren. Het PSN is eind 2022 vastgesteld en bevat maatregelen die stikstof reduceren en maatregelen om de natuur te herstellen. De eerste evaluatie rapportages zijn nu afgerond door PBL, RIVM en WUR. Deze kennisinstituten hebben het beleid van de overheid tot 1 mei 2023 geëvalueerd en in kaart gebracht wat de prognoses zijn voor het wettelijk doelbereik voor 2025 en 2030. De recente maatregelen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de uiteindelijke opbrengst van de lopende Aanpak piekbelasting zijn in deze prognoses niet meegerekend. Het PBL heeft in een aparte rapportage gekeken naar de maatregelen uit het NPLG tot nu toe.
De PSN-rapportages bevestigen en verduidelijken het beeld dat ook al uit eerdere rapporten is gekomen. In de Wsn staan wettelijke doelstellingen om in 2025, 2030 en 2035 respectievelijk 40 procent, 50 procent en 74 procent van de stikstofgevoelige natuur op een gezond niveau te krijgen, dat wil zeggen onder de Kritische Depositie Waarde (KDW). De KDW is een wetenschappelijk maatstaf die aangeeft hoeveel stikstof de natuur aan kan, zonder risico op verslechtering. Met de doorrekeningen wordt gerekend op 31 procent van de stikstofgevoelige natuur onder de KDW in 2030, waar dat volgens de wet 50 procent zou moeten worden. Door de recente herziening van de KDW’s als gevolg van de laatste wetenschappelijke inzichten in de stikstofgevoeligheid van natuur, en het feit dat de berekende stikstofneerslag door recentere metingen voor de prognosejaren hoger uitkomt, is duidelijk geworden dat om de omgevingswaarden te halen, de stikstofuitstoot méér verlaagd moet worden dan toen het PSN werd vastgesteld. De opgave is dus groter geworden
Natuur monitoring
PBL stelt vast dat de maatregelen voor natuurherstel uit het programma Natuur een positief effect hebben, maar constateert ook dat er nog een informatie behoefte bestaat als het gaat om natuurmonitoring. Er is genoeg kennis om te weten dat het slecht gaat met stikstofgevoelige natuur, maar er is meer informatie nodig over causale verbanden tussen genomen maatregelen en waargenomen veranderingen in het veld. Eerder constateerde de Ecologische Autoriteit ook reeds dat monitoring en ontwikkeling van de kwaliteit van Natura2000 gebieden versterking behoeft. Rijk en provincies hebben hiervoor ook een Verbeterprogramma opgezet voor de monitoring van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR)
Gevolgen voor beleid
De minister voor Natuur en Stikstof heeft in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer laten weten dat de rapportages bevestigen dat het hard nodig is om het beleid dat het kabinet in gang heeft gezet voort te zetten en waar mogelijk te intensiveren. Zo wil het kabinet het budget voor de Aanpak piekbelasting ophogen met 1,45 miljard euro extra, en wordt het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) samen met de provincies verder ingevuld om de doelen voor natuur, water en klimaat te halen. Voor concrete maatregelen van de provincies om de natuur te herstellen, de waterkwaliteit te verbeteren en de agrarische sector verder te verduurzamen, wil het kabinet in totaal 1,28 miljard euro uittrekken.
De evaluatie rapportages van het PBL gaan uit van de wettelijke doelen die gerelateerd zijn aan de Kritische Depositiewaarde. Het kabinet heeft eerder al onderkend dat het sturen op stikstofdepositie (neerslag) complex is en werkt aan systematieken waarin op termijn het sturen op emissie meer centraal zou kunnen staan. Wat er nog aanvullend nodig kan zijn aan landelijk beleid om de doelen te halen wordt ambtelijk uitwerkt en het is aan een nieuw kabinet om daar besluiten over te nemen.