Toespraak minister-president bij herdenking Dries van Agt in Eerste Kamer
Minister-president Mark Rutte hield een toespraak bij de herdenking van oud-premier Dries van Agt in de Eerste Kamer. Oud-premier Van Agt is op 5 februari 2024 overleden.
Mijnheer de voorzitter,
Dries van Agt was zijn leven lang een totaal eigensoortig mens.
Een man die onder alle omstandigheden en in elke functie zichzelf bleef en nooit het grijze midden zocht.
Zijn levensmotto ontleende Van Agt aan de apostel Paulus: ‘Onderzoekt alles, maar behoudt het goede.’
Daarbij past dat hij hield van tradities en decorum.
Daarbij past misschien ook de barokke ronde taal, die zo karakteristiek voor hem was.
Maar als persoon was Dries van Agt zeker niet conventioneel.
Eerder het tegendeel.
Kleurrijk, charmant, ontregelend – dat zijn woorden die wel bij hem passen.
Kleurrijk, charmant, ontregelend.
Zijn belangrijkste opponent, Joop den Uyl, noemde hem bij zijn afscheid van de landspolitiek in 1982– ik citeer – ‘(..) een man die wel vaak weerstand opriep, maar zelden vijandschap.’
Dat was raak getroffen.
En er klinkt ook waardering in door – ondanks hun uiteenlopende persoonlijkheden en alle verschillen van mening, die zo kenmerkend waren voor de complexe relatie tussen deze twee politieke grootheden.
Het is jammer, schreef Den Uyl verder – en ik citeer opnieuw – , ‘(…) dat ik nooit met hem ben wezen fietsen, daargelaten of we bij de eerste herberg zouden zijn afgestapt.’
Dat is warmte – ondanks alles.
De beeldvorming wil dat Dries van Agt in 1971 als progressieve Nijmeegse jurist vanuit het niets de landspolitiek in werd geparachuteerd om minister van Justitie te worden.
Dat hij zich al snel ontpopte als een oerconservatief, die pleitte voor een ‘ethisch reveil,’ zoals hij dat zelf noemde.
En die in zijn leven na de politiek opnieuw progressief werd.
Dat beeld is misschien niet onwaar, maar in mijn ogen wel te beperkt.
Dries van Agt was nooit eendimensionaal progressief of conservatief.
Hij paste niet in een hokje.
Wat wel waar is: rechtvaardigheid was voor hem als volbloedjurist een kernbegrip en hij acteerde op zijn geweten.
Zoals toen hij, als jong minister van Justitie, voorstelde gratie te verlenen aan de ‘Drie van Breda’.
Zoals in de kwestie rond de abortuskliniek Bloemenhove.
En zoals in zijn latere leven, als hartstochtelijk pleitbezorger voor de Palestijnse zaak.
Zijn geweten en zijn gevoel voor rechtvaardigheid dreven hem – maakten hem strijdbaar.
Wie zoekt naar een rode draad in zijn publieke leven komt daar bij uit.
Zijn geweten en zijn gevoel voor rechtvaardigheid dreven hem – maakten hem strijdbaar.
Voor mij persoonlijk was Dries van Agt de eerste premier die ik echt bewust meemaakte.
Als kind begreep ik zijn doorwrochte en gedragen volzinnen natuurlijk maar half en woorden als ‘deksels’, ‘sapristi’ en ‘amice’ waren mij totaal vreemd.
Maar je kreeg bij Van Agt wel meteen het gevoel dat politiek ergens over ging.
Je voelde hoe het kon zinderen, zeker in de driehoek met Hans Wiegel en Joop den Uyl – en dat vond ik fascinerend.
Mijn betovergrootvader in het ambt.
Ik denk met een grote glimlach terug aan alle ontmoetingen die ik in later jaren mocht hebben met mijn betovergrootvader in het ambt, zoals ik hem vaak noemde – tot zijn grote plezier.
Een gesprek met Dries van Agt was altijd genoeglijk, nooit saai en er viel ook steevast wat te lachen.
Ook als het gesprek scherp was en dat was vaak genoeg het geval.
Ik ga dat missen.
Voorzitter, ik denk dat velen met mij diep ontroerd waren door het bericht dat Dries van Agt en zijn onafscheidelijke echtgenote Eugenie na een huwelijk van meer dan 65 jaar besloten ook de reis naar hun laatste bestemming samen te maken.
Hand in hand - groter liefde is nauwelijks denkbaar.
Daarvan heeft Van Agt zelf vaak genoeg getuigd.
Zonder Eugenie, die hij steevast ‘mijn meisje’ noemde, voelde hij zich een half mens en haar nuchtere oordeel telde zwaar voor hem.
Of zoals Van Agts biografen het ooit omschreven: Eugenie had toegang tot zijn hart.
Ook haar herdenken wij vandaag met diep respect.
Mijnheer de voorzitter,
Een van de vele gevleugelde uitdrukkingen van Dries van Agt luidde: In het licht van het hiernamaals is alles wat wij doen gering.
Ik waag het vandaag nog één keer met hem in discussie te gaan, want deze relativerende uitspraak mag waar zijn voor de meesten van ons, maar niet voor iemand die 93 jaar lang zoveel heeft betekend voor zoveel mensen.
Die niet geringe nagedachtenis aan een rijk en welbesteed leven blijft bij ons, samen met tal van mooie herinneringen.
Nederland is hem dankbaar.
Ik wens de kinderen, kleinkinderen en andere nabestaanden van Dries en Eugenie van Agt veel sterkte toe bij de verwerking van dit grote verlies.