Toespraak minister Van Gennip bij aanbieding rapport Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050
Toespraak van minister Van Gennip (SZW) bij de aanbieding van het rapport 'Gematigde groei' van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 op maandag 15 januari 2024 in Nieuwspoort.
(Het gesproken woord geldt)
Dames en heren,
In alle denkbare scenario’s wordt Nederland de komende decennia: drukker, grijzer, diverser. De krapte op de arbeidsmarkt houdt aan. Er is haast géén onderwerp te vinden dat níet door demografische ontwikkelingen wordt geraakt. En fors ook. De heer Van Zwol heeft dat zojuist treffend geschetst. Onze economie en arbeidsmarkt. De kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg en het onderwijs. Huisvesting, de inrichting van de schaarse ruimte in ons land. De leefbaarheid. De sociale samenhang. De groeiende diversiteit van onze samenleving is een opdracht voor ons allemaal. Om iedereen gelijk te behandelen. Om te zorgen dat iedereen dezelfde kansen krijgt. En omgekeerd: om je open te stellen, de taal te leren en aan de slag te gaan.
Die opdracht is urgenter dan ooit. De groei en veranderende samenstelling van onze bevolking vragen om grote keuzes van politici en bestuurders. Om gedeelde uitgangspunten en doelen. Om voorspelbaar beleid, met oog voor de lange termijn én de sociale cohesie. Op alle ministeries én in onderlinge samenhang. Als het om begroten gaat, gebruiken alle ministeries dezelfde cijfers. Over economische groei, begrotingstekort, staatsschuld en koopkracht. Dat moeten we ook doen als het om demografie gaat. Daarmee moet de overheid aan de slag.
Demografie verdient een plek in het hart van beleid. Dat is nodig om ervoor te zorgen dat we ook in 2050 een welvarend land zijn. Met bestaanszekerheid voor iedereen, en goede en betaalbare huisvesting, zorg en onderwijs. Terwijl het nu al knelt. Daarom heeft het kabinet een staatscommissie ingesteld. Omdat we een groot probleem op ons af zien komen. Zo groot, dat het onbesproken bleef. Maar dat we onder ogen moeten zien.
Juist als politicus moet je bereid zijn verder te kijken dan de volgende verkiezingen. Je kunt de toekomst van ons land niet overlaten aan de markt. Dat vraagt om visie. De steun voor de instelling van deze staatscommissie was Kamerbreed. De motie-Dijkhoff/Buma in 2018. De motie-Den Haan in 2021. Deze brede steun geeft vertrouwen dat ook het rapport breed wordt opgepakt. Het huiswerk voor een volgend kabinet is gedaan.
Een gezamenlijke strategie voor de demografische ontwikkeling van ons land is hard nodig. Neem mijn eigen beleidsterrein, arbeidsmigratie. We hebben sommige mensen gewoon hard nodig om onze economie draaiende te houden. Nu én in de toekomst. Maar we stellen ons te weinig een fundamentele vraag. En dat is: welke samenleving, welke economie willen we zijn? Hoe houden we onze welvaart en verdiencapaciteit in stand? En welke banen horen daarbij? En dus: welke soort arbeidsmigranten hebben we wél nodig, misschien zelfs meer, en welke niet, of minder? Dán kun je afgewogen keuzes maken in je beleid. Sommige bedrijvigheid maakt veel gebruik van schaarse bronnen. Van fysieke ruimte, arbeid, infrastructuur, CO2, stikstof. Volgens de commissie groeien we in een gematigd scenario toe naar een land van 19 a 20 miljoen inwoners. De commissie zegt dat we in een vergrijzend land mensen nodig hebben om onze welvaart op peil te houden. Veel Nederlanders zullen denken: dat hoeft van mij niet zo. Want het knelt nu al. Hoe moet dat straks met 19 of 20 miljoen?
Die voorspelde groei maakt de noodzaak nog groter om onze schaarse bronnen evenwichtig te verdelen. Door veel meer te kijken of economische activiteiten bijdragen aan welvaart in brede zin. Moet dat 37e distributiecentrum er echt komen? Of zetten we veel meer in op technologische innovaties, groene groei, robotisering, automatisering en kunstmatige intelligentie? We hebben echt een probleem als het voor een werkgever aantrekkelijker is om drie medewerkers uit Bulgarije te halen dan te investeren in een robot. Goedkoper voor de ondernemer, duurder voor de samenleving. We zien dat veel arbeidsmigranten werken en wonen in omstandigheden die een beschaafd land onwaardig zijn. Voor baan, huis en vervoer zijn zij nog té vaak afhankelijk van de grillen van hun werkgever. Hun komst heeft grote gevolgen voor de leefbaarheid van wijken. Voor de zorg, de woningmarkt, en het onderwijs. De winst is voor de werkgevers, de kosten voor de samenleving. De lusten en lasten ongelijk verdeeld over ons land. We hebben hiervoor een breed pakket aan maatregelen in uitvoering, zoals strengere regels voor uitzendbureaus. We voeren Roemer uit.
Daarbij realiseer ik me wel dat het hier vooral gaat over de gevolgen van arbeidsmigratie. De oorzaken zijn dieper. Het leunen op goedkope arbeid maakt lui. Er zijn slimmere manieren om de krapte op de arbeidsmarkt te lijf te gaan. Door meer mensen in Nederland aan het werk te helpen. Door de arbeidsmarkt anders in te richten. Door veel meer te investeren in nieuwe technologieën en innovaties. Door meer werk te maken van goed werkgeverschap. Met werkgevers die investeren in de ontwikkeling van hun werknemers. Die werken aan hun duurzame inzetbaarheid.
Nederland moet geen lagelonenland willen zijn. Vergrijzing, diversiteit, bevolkingsgroei dwingen ons tot duidelijke keuzes. Met oog voor de langere termijn én voor de samenhang in beleid. Gebaseerd op gedeelde doelen én data. Daarom namens het kabinet hartelijk dank aan de Commissieleden. Aan de heer Van Zwol. En aan alle Nederlanders, jongeren en anderen die de commissie de afgelopen twee jaar bij haar werk heeft betrokken.
Dank u wel.