Brede samenwerking om innovaties in de veehouderij te versnellen
De overheid wil samen met de boeren van Nederland werken aan een sterke en duurzame landbouwsector. Innovatie kan hierbij een belangrijke rol spelen. In de afgelopen jaren is echter gebleken dat bepaalde innovatieve stalsystemen tot nog toe onvoldoende betrouwbaar en effectief zijn en daardoor juridisch kwetsbaar bij vergunningverlening. In de veehouderij zijn er volop ideeën over aanpassingen rond bijvoorbeeld voer, het management, in de stal, en voor verwerking van mest. Om deze innovaties ook daadwerkelijk in de praktijk te kunnen laten slagen, is een brede samenwerking nodig.
Daarom heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), sectororganisaties, provincies, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), FME en de Dierenbescherming een regieorgaan opgericht om zo met vereende krachten innovaties sneller vooruit te helpen. Met het tekenen van een convenant gaat deze samenwerking van start.
Doorbraakinnovaties
Het doel van de samenwerking is te komen tot zogenoemde doorbraakinnovaties. Dit zijn innovaties die daadwerkelijk bijdragen aan emissiedoelen voor ammoniak, fijnstof, geur en broeikasgassen, maar die ook zorgen voor beter ondernemerschap, verdienvermogen en dierenwelzijn. Bij innovaties voor de veehouderij is het niet alleen van belang dat het technisch effectief is en werkt in de praktijk, het moet ook kunnen renderen, juridisch houdbaar zijn en voldoen aan maatschappelijke eisen voor de leefomgeving en dierenwelzijn.
Piet Adema, minister van LNV: “Voor boeren is het belangrijk om van innovaties gebruik te kunnen maken in hun werk. Het is daarom mooi dat we aan de slag gaan met het regieorgaan om innovaties in de veehouderij sneller een flinke zet te geven. Samen zetten we ons in om de veehouderij nog meer te verduurzamen.”
Christianne van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof: “De opgaves in het landelijk gebied voor natuurherstel, waterkwaliteit en klimaat zijn groot. We moeten blijven investeren in innovatie als deel van de oplossingen voor de toekomst. Het regieorgaan zal voor een gezamenlijke, integrale aanpak heel waardevol zijn.”
Praktijkpilots
Centraal in de werkwijze van het Regieorgaan staan praktijkpilots. Het doel van deze praktijkpilots is om door middel van veldonderzoek erachter te komen welke doorbraakinnovaties wel en niet werken in de praktijk. Veehouders, ketenpartijen, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke partijen kunnen in praktijkpilots samen experimenteren. Het kan bijvoorbeeld gaan om innovaties in de stal, zoals technieken die mest en urine van elkaar scheiden, afzuiging van vuile lucht, of opvang van fijnstof in de stal. Ook voer- en managementmaatregelen kunnen worden uitgetest. Denk aan het meer weiden van koeien, het vaker verwijderen van mest uit de stal of het voeren van minder eiwit aan het vee. Een breed palet van aanpassingen komt aan de orde, zodat het hele systeem houden van vee integraal onder de loep wordt genomen.
Advies en ondersteuning
Het Regieorgaan zal een adviserende rol spelen in de ontwikkeling van regelgeving door de overheid als het gaat om een regelgeving- en toetsingssysteem voor doelsturing op emissies met een borgingssystematiek onder andere op basis van sensor- en datasystemen. Het Regieorgaan gaat een aantal doorbraakinnovaties selecteren en deskundige ondersteuning bieden in de ontwikkeling van innovaties. Om tot werkbare en juridisch houdbare innovaties te komen, is een goede wetenschappelijke onderbouwing van duurzaamheidsvragen en oplossingen essentieel.