Druk op de asielopvang houdt aan
De druk op de asielopvang is al geruime tijd zeer hoog, en de vooruitblikken laten zien dat deze druk alleen maar zal toenemen. Dat blijkt uit verschillende brieven die staatssecretaris Van der Maat van Justitie en Veiligheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In deze brieven wordt onder andere vooruit geblikt naar de opgaven voor 2024 als het gaat om de verwachte asielinstroom, de opgave voor het aantal opvangplekken en de taakstelling voor gemeenten voor het huisvesten van statushouders. Ook informeert de staatssecretaris over de voortgang van de Nationale aanpak overlastgevende asielzoekers.
Acute oplossing
We vragen veel van alle partijen binnen de asielketen, gemeenten en provincies en dat zal in 2024 aanhouden. De huidige situatie vraagt om acute oplossingen die niet kunnen wachten op acties die een lange adem of meer tijd vragen. Vooral doorstroming van statushouders levert veel ruimte in de asielopvang op. Met oog voor de lokale uitdagingen op de woningmarkt is samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, provincies en gemeenten gekeken naar mogelijkheden om de (tijdelijke) huisvestingsmogelijkheden uit te breiden. Zo is het concept van doorstroomlocaties voor de tijdelijke huisvestiging van statushouders in de regio verder uitgewerkt. Flex- of transformatieprojecten worden ingezet om de woningvoorraad op peil te brengen. En voor de korte termijn wordt, in afstemming met gemeenten, gekeken naar hotels en vakantieparken.
Prognoses
De halfjaarlijkse Meerjaren Productie Prognose (MPP) laat zien dat in 2024 naar verwachting tussen de 49.000 en 76.000 asielzoekers naar Nederland komen. Op basis van de prognoses voor de instroom, doorstroom en uitstroom verwacht het COA een groei naar 69.900 opvangplekken op 1 januari 2024. Dit kan oplopen naar 96.000 opvangplekken op 1 januari 2025. De toenemende hoeveelheid statushouders in de opvang zorgt voor een aanzienlijk hogere verwachte capaciteitsbehoefte. In de 96.000 opvangplekken wordt rekening gehouden met ruim 21.000 statushouders die volgens de prognose op 1 januari 2025 nog in de opvang verblijven. Om te voorkomen dat de aantallen daadwerkelijk tot dit niveau oplopen zet het kabinet in op snellere doorstroming van statushouders richting (tijdelijke) huisvesting.
Huisvesting statushouders
De taakstelling voor gemeenten voor het huisvesten van statushouders is in de tweede helft van 2023 bijgesteld van 27.300 naar 17.600. Reden hiervoor is dat er minder vergunningen aan statushouders zijn verleend in de tweede helft van 2023 dan eerder verwacht. Deze verblijfsvergunningen zullen in 2024 wel worden verstrekt waardoor het moment van huisvesten doorschuift. Bovendien zitten er ongeveer 16.000 statushouders in de opvanglocaties van het COA. De huisvestingsopgave blijft daarmee onverminderd groot. Voor de eerste helft van 2024 is de taakstelling vastgesteld op 18.750. De taakstelling voor het huisvesten van alleenstaande minderjarige vreemdelingen is niet verlaagd.
Opvang
Gezien de demissionaire status van het kabinet ligt het zwaartepunt de komende periode op het aanpakken van de meest acute uitdagingen op de korte termijn. Uiteraard zetten we blijvend in op het realiseren van meer opvanglocaties in het land en pakken we overlastgevend en crimineel gedrag van asielzoekers aan. Zo werken we concreet aan de uitbreiding van procesbeschikbaarheidslocaties.
Uiteraard blijft het kabinet zich, zowel nationaal als internationaal, inzetten om meer grip te krijgen op migratie.