Kabinet zet volgende stap op weg naar Einsteintelescoop in Nederland

Lasers, spiegeltechnologie en trillingsvrije koelmachines. Het zijn 3 voorbeelden van innovatieve technologie die nodig is voor de bouw van de Einstein Telescoop. Bedrijven kunnen zich vanaf vandaag inschrijven voor een subsidie om dit soort technologie te gaan ontwikkelen en testen, zo maakt minister Dijkgraaf vandaag bekend. Het kabinet zet hiermee een volgende stap om de Einstein Telescoop naar Nederland te krijgen. De komst van de telescoop is niet alleen belangrijk om meer kennis van de zwaartekrachtgolven te krijgen, maar is ook van groot belang voor de duurzame groei van de Nederlandse wetenschap en onze economie.

Supertelescoop

De Einsteintelescoop is eigenlijk helemaal geen telescoop zoals veel mensen die kennen om mee naar de sterren te kijken. Het is een driehoek van buizen van elk 10 kilometer lang, op enkele honderden meters diep in de grond. In de buizen worden laserstralen afgevuurd, en teruggekaatst met spiegels. Door heel precies te meten waar de laserstralen afwijken, kunnen wetenschappers zwaartekrachtgolven uit de ruimte opsporen. Hiermee krijgen wetenschappers meer inzicht in het geboorteproces van zwarte gaten, de structuur van neutronensterren, en de aard van het heelal direct na de oerknal. Ook willen de wetenschappers de voorspellingen van Einsteins relativiteitstheorie testen. Dat levert nieuwe inzichten op over ons universum. De telescoop is daarmee van grote betekenis voor de internationale natuur- en sterrenkunde.

Veel technologie nodig

Bij de bouw van de telescoop is veel hoogwaardige technologie nodig, die nu vaak nog niet bestaat. De lasers, de spiegels en extreme koudetechnologie bijvoorbeeld. Ook moeten de omstandigheden perfect zijn, om de metingen niet te verstoren. Zo moet de tunnel perfect worden gegraven, en moeten de druk en luchtvochtigheid in die tunnels precies goed zijn. Ook moet de omgeving trillingsvrij zijn. Er is geen plek voor windmolens in de directe omgeving. En de koelinstallatie die nodig is mag bijvoorbeeld helemaal niet trillen, ook niet een klein beetje. Een grote technische uitdaging.

Bedrijfsleven in de startblokken

Het kabinet wil bedrijven aanmoedigen om nu vast aan de slag te gaan met het ontwikkelen van deze nieuwe technologie. Daarom kunnen bedrijven subsidie krijgen voor het uitwerken en testen van innovaties die nodig bij de bouw van de telescoop. In totaal is er € 12 miljoen beschikbaar.

Minister Dijkgraaf: “Ik zou de Einsteintelescoop dolgraag hier naartoe halen. De waarde van zo’n telescoop voor de wetenschap en onze economie is nauwelijks in geld uit te drukken. Met deze subsidie wil ik twee vliegen in één klap slaan. Door nu vast te investeren in de kennis en techniek die we nodig hebben wordt ons plan sterker, en vergroten we de kans de telescoop hier te kunnen bouwen. Ook jagen we innovaties aan, dat is goed voor de economie, werkgelegenheid en kennispositie.”

Grote waarde

De komst van de Einsteintelescoop zou veel betekenen voor de Nederlandse wetenschap en voor de regio. Ook trekt een dergelijke telescoop naar verwachting veel (lokale) bedrijvigheid aan en werk voor wetenschappers, HBO’ers en MBO’ers. Er moet gebouwd gaan worden, is onderhoud nodig en bedrijven moeten technologie aanleveren. Omdat de telescoop positief is voor het Nederlandse verdienvermogen op de langere termijn, kreeg het project € 42 miljoen uit het Nationaal Groeifonds. Het budget voor deze regeling komt uit deze € 42 miljoen.

Binnen Nederland zijn het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de provincie Limburg, Nikhef en LIOF hard aan het werk om de telescoop naar de grensregio Zuid-Nederland te halen. Zij doen onder andere diverse haalbaarheidsstudies, verrichten onderzoek naar de geologie en zetten samenwerking met Duitsland en België op. Het kabinet heeft daarnaast € 870 miljoen uit het Nationaal Groeifonds gereserveerd, om een deel van de bouw te bekostigen.

Of de telescoop ook echt in het grensgebied van Nederland, Duitsland en België wordt gebouwd, bepaalt Europa naar verwachting in 2026. Ook Italië werkt aan een voorstel om de telescoop te mogen bouwen. Het is de bedoeling dat de telescoop in 2030 gebouwd gaat worden.

Bedrijven kunnen hun aanvraag doen bij de regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Limburg (LIOF). Kijk hier voor meer informatie.