Speech door minister Weerwind voor Rechtsbescherming bij de Martin Luther King lezing
Toespraak van minister Weerwind Rechtsbescherming bij de Martin Luther King lezing op 9 oktober 2023 op de Vrije Universiteit in Amsterdam. De toespraak is in het Engels uitgesproken. Het gesproken woord geldt.
Geachte aanwezigen, geachte professor Bogues en professor Brandon,
Als zevenjarige speelde ik op een dag bij een vriendje. Zijn Zuid-Afrikaanse familieleden waren daar ook en op een gegeven moment hoorde ik één van hen zeggen:
“Je laat je kind toch niet met een zwart kind spelen?”
Thuisgekomen vertelde ik dit aan mijn vader. Hij vertelde dat er in Zuid-Afrika apartheid is en vroeg mij of ik wist wat dat betekende.
Nee, dat wist ik niet.
Geduldig legde hij het mij uit. De diepere betekenis drong op dat moment nog niet tot mij door.
Had hij een wit jongetje van dezelfde leeftijd dezelfde vraag gesteld, dan had mijn vader waarschijnlijk hetzelfde antwoord gekregen. Want niemand wordt geboren met de overtuiging dat de één beter is dan de ander vanwege zijn of haar huidskleur.
In de loop der jaren ondervond ik wat apartheid betekende. Zo had de rector van mijn school op voorhand maar weinig vertrouwen in mijn schoolresultaten. En ging iets later de deur van de discotheek vaak net voor de neus van mij en mijn broer dicht. Dagelijkse kost voor mij en voor vele anderen.
Het zou zo makkelijk zijn om hier nu een cynische zin op te laten volgen. We vieren dit jaar immers dat 150 jaar geleden de slavernij is afgeschaft. Toen had er een nieuw tijdperk moeten aanbreken, één van gelijkwaardigheid voor iedereen. Formeel was het geregeld, maar de scheidslijnen bestaan nog altijd.
Als ik zie dat ook mijn kinderen, nota bene prachtige dubbelbloedjes, nog dagelijks worden beoordeeld op hun huidskleur dan maakt mij dat verdrietig. Zulk groot onrecht kan leiden tot boosheid, agressie en in het uiterste geval zelfs tot geweld.
Gelukkig heb ik nooit de behoefte gevoeld de stap tot geweld te zetten. En dat heb ik te danken aan mijn vader, mijn moeder en aan Martin Luther King. Ook al werd King 29 keer gearresteerd, onmenselijk bejegend en bespioneerd: hij toonde altijd wilskracht en liet zich niet verleiden zich aan te sluiten bij groeperingen als de Black Panters. Zijn wapens waren de krachtige woorden waarmee hij grote mensenmassa’s in vervoering bracht. Toen, maar nu nog steeds.
Als tiener had ik de behoefte om te doorgronden waar mannen als Martin Luther King, Malcolm X en Frantz Fanon het over hadden. Ik las hun boeken van kaft tot kaft en begon mijn leven beter te begrijpen. Ik begon de wereld een beetje beter te begrijpen.
In mijn geboortejaar 1964 preekte King in Amsterdam. Over zijn optreden is veel geschreven en één van zijn zinnen is mij altijd bij gebleven:
“Wij hebben leren zwemmen als vissen, en vliegen als vogels, maar wij hebben nog niet geleerd op aarde als broeders en zusters met elkaar te lopen.”
Broeders en zusters, zo zei hij het. Hij noemde geen huidskleur. Zijn oproep tot verandering reikte veel verder dan het raciale onrecht. Reikt veel verder moet ik zeggen, want onderdrukking en moderne slavernij zijn wereldwijd nog steeds aan de orde van de dag. Ik noem dwangarbeid en gedwongen huwelijken. Kings oproep is nog keihard nodig.
Het wrange is dat een maatschappij kan voortleven te midden van onrecht. Inmiddels realiseer ik mij dat de witte blik op de wereld, het witte perspectief zo diep verankerd is, dat het deel uitmaakt van het onderbewustzijn. De zwartepietendiscussie is hiervan een treffend voorbeeld.
Toen in 2013 een VN-werkgroep onderzoek deed naar het Nederlandse Sinterklaasfeest, barstte de discussie los. Zowel in het land als in de politiek.
“Van het Sinterklaasjournaal moest men afblijven. Traditie is traditie. Het is een kinderfeest.”
We zijn tien jaar verder en nog steeds is er controverse, maar de discussie heeft ook iets heel moois gebracht. Er zijn nieuwe inzichten geboren bij het overgrote deel van de Nederlandse bevolking én binnen de politiek. Zoals het inzicht dat we, zwart en wit, ons gedeelde verleden moeten kennen, voordat we aan onze gedeelde toekomst kunnen bouwen.
Mandela zei ooit dat niet het veranderen van de maatschappij het moeilijkste is, maar het veranderen van jezelf. Misschien dat er daarom zoveel jaren overheen zijn gegaan voordat de Nederlandse bewustwording kon uitgroeien tot daden.
Onze premier ging er eerst vanuit dat het slavernijverleden geschiedenis is en dus achter ons ligt, maar door zich in te leven is hij gaan inzien dat eeuwen van onderdrukking en uitbuiting doorwerken in het hier en nu. In racistische stereotypen. In discriminerende patronen van uitsluiting. In sociale ongelijkheid.
Er kwam in de samenleving meer erkenning voor de onderliggende pijn en het verdriet dat het slavernijverleden nog steeds veroorzaakt. De overheid kon haar ogen hiervoor niet langer sluiten. Bewindspersonen bezochten Suriname, Sint Maarten, Sint Eustatius en Curaçao om ter plekke te horen, te zien en te doorvoelen wat deze geschiedenis vandaag de dag nog betekent voor de nazaten van tot slaaf gemaakten.
Op 1 juli 2022 sprak ik tijdens Keti Koti al uit dat iedereen in het Koninkrijk de kans krijgt nader tot elkaar te komen.
Ik zei ook:
“Wat hiervoor in de weg staat, moet weg.
Wat gezegd moet worden, moet gezegd.
Wat gedaan moet worden, moet gedaan.”
Op 19 december 2022 volgden hierop de excuses namens de Nederlandse staat. De premier was duidelijk. De excuses betekenden geen punt, maar een komma. Met elkaar moeten we de weg vooruit vinden.
Ook de koning benadrukte de toekomst, toen hij op 1 juli 2023 zijn excuses aanbood en de volgende woorden sprak:
“Na erkenning en excuses mogen we samen werken aan heling, verzoening en herstel.”
De slavernijexcuses mogen geen theoretische exercitie zijn. Daarom gebruiken we de denkkracht van de nazaten om tot daden te komen. In het soevereine Suriname, in de Caribische delen van het Koninkrijk en uiteraard in Nederland. Samen verankeren we duurzaam de verandering waar we al zo lang mee bezig zijn.
Zo komt er een nationaal slavernijmuseum, thema’s als het koloniale verleden, racisme en discriminatie krijgen een stevige plek binnen het onderwijs en nazaten van tot slaaf gemaakten - in Nederland en op de BES-eilanden - kunnen straks kosteloos hun achternaam laten wijzigen in een naam die hun roots omarmt. Een naam die niet langer verbonden is met slavenhouders.
Al dit soort initiatieven is hard nodig, maar of onze samenleving ook werkelijk verandert, hangt af van u en mij. Ieder individu is verantwoordelijk voor onze gedeelde toekomst. Dat kan niemand aan een ander uitbesteden.
We hebben nog een lange weg te gaan. Mahatma Gandhi werd ooit door een journalist gevraagd wat hij van de Westerse beschaving vond. “Dat lijkt mij een goed idee”, zei hij.
Ondanks mijn persoonlijke ervaringen, sta ik hier met hoop. Ik zie welke verandering er gaande is en dat het witte perspectief minder vanzelfsprekend wordt. Ik zie dat de verontwaardiging over ongelijkheid toeneemt. Daarom wil ik dit momentum aangrijpen om tegen de nieuwe generatie te zeggen: neem de moeite om naar elkaar te luisteren en wacht hier niet langer mee. Verplaats je in de ander.
Je hoeft iemands denkbeelden niet over te nemen of de ander te pamperen, maar neem de moeite om te luisteren en ga open het gesprek aan over ons gedeelde verleden. Over hoe Nederland de gemaakte fouten kan erkennen en hoe we concrete stappen zetten met het oog op een betere toekomst. Wie luistert weet meer.
Waar interesse is voor de eigen geschiedenis en het verhaal van de ander, ontstaat ruimte voor respect.
Het is dat respect dat Martin Luther King altijd heeft weten te behouden, met wie hij ook aan tafel zat.
Het is dat respect dat Martin Luther King zo groot maakte.
Het is dat respect waarop we een nieuw soort samenleving kunnen bouwen vanuit ons gedeelde verleden.
Dank u wel.