Toespraak van staatssecretaris Gunay Uslu bij de opening van het Nederlands Film Festival
Staatssecretaris Gunay Uslu sprak op vrijdag 22 september tijdens de opening van het Nederlands Film Festival in de Stadsschouwburg Utrecht.
[het gesproken woord geldt]
Goedenavond allemaal.
Daar zat ik, op mijn twaalfde. Op de stoel van Margot, tegenover mijn middelbare school. Mijn zus Meral was daar om haar afstudeerfilm ‘Raamwerk’ te schieten, en ik kwam even langs.
Ik kon natuurlijk mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Zo belandde ik op Margots stoel. Ik vroeg het, en het mocht.
Het was de enige keer dat ik op de stoel van een prostituee zat, maar zeker niet de laatste keer dat ik bij een filmopname was.
Dankzij Meral ben ik van alles geweest: figurant, lichtassistent, researcher, geluidsman. Dat laatste trouwens bij haar documentaire ‘Pornografie, van Eros tot Megabyte’.
Moet je je voorstellen wat voor geluiden ik toen als 21-jarige van heel dichtbij hoorde.
Mijn leven raakte al heel vroeg vervlochten met film. En waarschijnlijk geldt dit ook voor heel veel mensen in deze zaal. Die fascinatie voor film.
Dat je al heel vroeg niets liever wilde, dan voor of juist achter de camera staan. Of scènes wilde schrijven.
Films maak je samen. Cast en crew voegen allemaal iets toe om de kijker mee te voeren in dat verhaal. In de wereld die je samen maakt.
Werelden die je ook hier binnenstapt, op het Nederlands Film Festival. Je vindt er de meest uiteenlopende producties: van documentaires, films, series tot interactive storytelling.
In die werelden gebeurt van alles.
Dat is ook de kracht van bewegend beeld. Het komt binnen. Diept de wereld uit die jij binnenstapt. Laat niet alleen zien wat er gebeurt, maar ook waarom. Waardoor jij kan achterblijven met een ingewikkeld vraagstuk die een film opwerpt.
Dat doet bijvoorbeeld de documentaire ‘Mag ik je aanraken?’ van regisseur Tamar van den Dop. Daarin blikken acteurs na het ontstaan van de MeToo-beweging terug op hun eigen intieme scènes. En vertellen ze hoe ze aankijken tegen de komst van een intimiteitscoördinator.
Een ander voorbeeld is ‘Een pop zoals ik’, waarin documentairemakers Cinta Forger en Walther Grotenhuis drie gezinnen volgen die een pop bij Ellen Brudet hebben gekocht. Zij verkoopt al jaren poppen met verschillende huidskleuren, beroepen of bijvoorbeeld een beperking. Wat betekent zo’n pop voor het zelfbeeld van een kind?
Belangrijke vragen, lastige vragen en soms simpele vragen. Die vragen worden door jullie gesteld. En ons, de kijker, nemen jullie mee. We voelen, we beleven en we moeten nadenken. We kunnen ontsnappen, even lachen, wegdromen, ontspannen. Of ons heel ongemakkelijk voelen.
Ik kan mij geen leven voorstellen zonder film. En zonder makers hebben we geen films.
Vanavond is ook minister Franc Weerwind aanwezig. Samen buigen we ons over het auteurscontractenrecht. We willen de positie van makers versterken. Dat doen we met diverse partijen uit de filmwereld. Een eerlijke vergoeding voor makers is cruciaal, en dan bedoel ik alle makers.
Want elke maker is belangrijk. Elke maker heeft een uniek perspectief, een eigen verhaal om te vertellen. Al die verhalen hebben we nodig. Verrijken ons. Daarom werk ik met mijn collega Robbert Dijkgraaf, die ook in de zaal zit, aan gelijke kansen voor elke maker, zowel voor als achter de schermen.
Ik kijk ook uit naar een snelle en positieve behandeling van het wetsvoorstel investeringsverplichting voor grote streamingsdiensten in de Eerste Kamer. Zodat we met elkaar nóg meer kunnen investeren in Nederlandse films, series en docu’s.
Dit kleine land is groots in films maken. Dat zie je ook hier weer, tijdens het Nederlands Film Festival. Laat je de komende dagen heerlijk meevoeren naar andere werelden. Wie weet wat je dan tegenkomt…
Dank u wel!