Begroting LNV: doorwerken aan verduurzaming van de landbouw en het versterken van de natuur
De begroting van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) geeft een impuls aan de stappen die nodig zijn voor de agrarische sector om bij te dragen aan de doelen op het gebied van natuur, water en klimaat en het perspectief van de bedrijven. Zo komt er in totaal €175 miljoen voor jonge boeren die een bedrijf willen overnemen, voor het versterken van de markt van biologische producten, voor boeren die via landschapselementen een bijdrage leveren aan de natuur en voor de start met doelsturing.
Nederland staat voor een grote opgave om de balans terug te brengen tussen mens en natuur, water en klimaat. Er zijn ingrijpende veranderingen nodig zodat in Nederland ook in de toekomst een robuuste, duurzame en innovatieve landbouw kan bestaan in balans met de leefomgeving, met een goed verdienvermogen voor boeren, vissers en andere voedselproducenten. Daarnaast zijn herstelmaatregelen nodig om de natuur weer gezond en sterk te krijgen. De begroting voor het jaar 2024 van het ministerie van LNV bevat de financiële middelen om deze opgaven in samenhang aan te pakken. De begroting bedraagt komend jaar in totaal 2,86 miljard euro.
Versnellingsmaatregelen voor de agrarische sector
Het kabinet heeft eind augustus besloten tot diverse maatregelen op het gebied van de noodzakelijke transitie van de landbouw. Het gaat hier om steun voor jonge boeren die komende jaren hulp nodig hebben bij het overnemen van een bedrijf. Jonge boeren willen graag bijdragen aan een duurzame toekomst. Het kabinet wil hen de ruimte geven om daarin te kunnen investeren.
Het kabinet wil dat in 2030 15% van het landbouwareaal biologisch geproduceerd wordt. Biologische boeren laten zien dat duurzaam ondernemen mogelijk is, dat biologische landbouw een significante bijdrage kan leveren aan de verduurzamingsdoelen en daarom is het belangrijk dat ook de afzetmarkt vergroot. Het kabinet stelt € 50 mln. beschikbaar voor de jaren 2025 t/m 2029 voor het vergroten van de afzetmarkt voor biologische producten.
Het kabinet wil in 2050 10% groenblauwe dooradering realiseren. Dit zijn landschapselementen zoals bomen, heggen en plassen die goed zijn voor biodiversiteit, water en bodemkwaliteit. Hiervoor wordt in 2024 een start gemaakt met het aanvalsplan landschapselementen, waaraan 15 miljoen euro is toegevoegd. Hiermee krijgen agrarische ondernemers de mogelijkheid om ruim 650 hectare nieuwe landschapselementen op hun landbouwgrond aan te leggen.
Voor de agrarische sector is het belangrijk ruimte te krijgen om met ondernemerschap en vakmanschap de duurzaamheidsopgaven in te vullen. Het kabinet wil daarom investeren in de omslag van middelsturing naar doelsturing en stelt hiervoor 10 miljoen euro beschikbaar. Hiermee intensiveren we de ontwikkeling om bijvoorbeeld te komen tot een stoffenbalans, waarmee boeren onder meer de toe- en afvoer van meststoffen kunnen regelen en kritische prestatie indicatoren (kpi’s).
Sterke natuur
In 2024 start de tweede fase van het programma Natuur (2023-2030) dat het Rijk, de provincies en terreinbeherende organisaties samen uitvoeren om kwetsbare natuurgebieden te herstellen en te verbeteren. Provincies leveren daarvoor begin 2024 uitvoeringsprogramma’s aan. Ook wordt er vanaf 2024 uitvoering gegeven aan de Agenda Natuurinclusief 2.0, die zich richt op versterking van de natuur overal in Nederland, dus niet alleen in natuurgebieden. In 2024 ligt de focus vooral op het vergroenen van financiële stromen. Tot slot komt er voor de jaren 2024 tot en met 2030 elk jaar € 5 miljoen extra beschikbaar voor de versterking van Nationale Parken. Dat komt bovenop de reeds beschikbare € 1,3 miljoen per jaar. Met de extra € 35 miljoen tot 2030 kan een forse impuls gegeven worden aan de verdere ontwikkeling naar robuustere Nationale Parken.
Uitvoering aanpak piekbelasting
Dit jaar is het kabinet gestart met de landelijke aanpak piekbelasting om zo de stikstofneerslag in de kwetsbare natuurgebieden snel terug te dringen. De aanpak is vrijwillig en richt zich op ongeveer 3000 bedrijven – agrarisch én industrieel - die de meeste stikstofneerslag veroorzaken op overbelaste stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Op basis van verschillende (en deels nog te publiceren) regelingen kunnen agrarische ondernemers de keuze maken om hun bedrijfslocatie te beëindigen of anders vorm te geven door (combinaties van) innoveren, extensiveren, omschakelen of verplaatsen. Er wordt 1 miljard euro overgeheveld naar de LNV-begroting uit de gereserveerde middelen voor het Transitiefonds landelijk gebied en natuur om aanvragen voor de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties-plus (Lbv-plus) te financieren.
Glastuinbouw en visserij
Voor de transitie naar een duurzamere glastuinbouw is de komende jaren uit het Klimaatfonds 200 miljoen euro beschikbaar voor energiebesparende maatregelen en 300 miljoen euro voor de aanleg van warmte distributienetten. Dit is onderdeel van het samenhangende pakket dat bij voorjaarsbesluiten klimaat is gepresenteerd.
Voor het verduurzamen van de visserij is in 2024 € 36,9 miljoen gereserveerd. Het grootste deel hiervan wordt ingezet voor het verduurzamen en aanpassen van de visserijsector op de Noordzee. In 2024 wordt onderzoek gedaan naar verdere verduurzamingsopties, innovatie en de ontwikkeling van medegebruik door (alternatieve vormen van) visserij en voedselproductie in windparken. Daarnaast wordt verder invulling gegeven aan de middelen beschikbaar voor de keten en gemeenschappen.
Gebiedsprogramma’s
Herstel van de natuur vraagt om snelheid; het is belangrijk dat de transitie van het landelijk gebied vaart houdt. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied heeft als doel het landelijk gebied duurzaam te ontwikkelen, met inachtneming van internationale afspraken met betrekking tot natuur, stikstof, water en klimaat. De provincies hebben, samen met alle betrokkenen, gebiedsprogramma’s gemaakt waarin de doelen en plannen per gebied worden uitgewerkt. Bij het indienen van deze programma’s hebben de provincies al concrete maatregelpakketten ingediend die, vooruitlopend op álle maatregelen uit de gebiedsprogramma’s, al in 2024 kunnen worden uitgevoerd. Zo snel mogelijk na de beoordeling van deze pakketten door de kennisinstellingen, zal het kabinet een versnelde Incidentele Suppletoire Begroting indienen om deze middelen toe te voegen aan de LNV-begroting. Middels deze begrotingswijziging komen middelen beschikbaar om de eerste maatregelpakketten te kunnen financieren.