Toespraak minister Hanke Bruins Slot van BZ voor conferentie Bridge to the Future
Toespraak minister Hanke Bruins Slot van BZ voor conferentie Bridge to the Future, gehouden op 15 september 2023 te Arnhem.
Het gesproken woord geldt.
Dames en Heren,
Burgemeester,
Ik neem u terug, mee naar 16 september 1946, morgen exact 77 jaar geleden, vond in dit gebouw een bijzonder herdenkingsconcert plaats. Eregasten waren de Britten die in september 1944 heldhaftig hadden gevochten bij de Slag om Arnhem.
De oorlog was toen nog overal tastbaar aanwezig. Woningen, winkels, schoolgebouwen en kerken lagen in puin. Overal waren wrakstukken te vinden van kapotgeschoten tanks en pantservoertuigen. In de bomen hingen flarden van parachutes.
De dag was begonnen met een rit van de Britse bevrijders, en hun nabestaanden, naar Oosterbeek. Dat ging veel langzamer dan gepland: in elk dorpje dat ze passeerden, verlieten de mensen hun huizen om de Britten toe te juichen.
In Oosterbeek bezochten de Britse bezoekers het airborne-kerkhof in het Wolfhezebos. Mannen in uniform, maar ook weduwen en moeders, stonden er stil voor de laatste rustplaats van hun strijdmakkers, man of zoon. Peuters, die hun vader nooit zouden kennen, drentelden rond.
Op ieders netvlies stond gebrand hoe twee jaar eerder de lucht werd gekleurd door duizenden parachutes, en de bevrijding aanstaande leek. Maar na negen dagen bloedige strijd was die illusie voorbij. De prijs van Operatie Market Garden was hoog. Bijna 6.000 geallieerde militairen sneuvelden, 5.000 militairen raakten gewond of werden krijgsgevangen gemaakt.
Ook de burgerbevolking was zwaar getroffen: enkele honderden mensen kwamen om het leven. Bovendien hielden de angst en terreur van de bezetting aan, en volgde een bittere Hongerwinter.
Voor de oudere generaties - en inmiddels reken ik mezelf daar ook toe - is de Tweede Wereldoorlog nog altijd levende geschiedenis, en een vanzelfsprekend moreel ankerpunt. De oorlog laat zien hoe hele gewone mensen hun leven waagden voor onze vrijheid, vaak in een land ver van huis. Hoe mensen moed toonden, ook al waren ze bang. Voortdurend vraag je je af, bij al die verhalen: wat zou ik zelf hebben gedaan?
De oorlog tekende ook mijn eigen familie. Ik hoorde de verhalen over mijn opa Zwaantinus Bruins Slot, die burgemeester van Nijkerk was. Met gevaar voor eigen leven tartte hij de Duitse bezetter, onder meer door op te komen voor de joodse Nijkerkers. De tweelingbroer van mijn andere opa, Aak van Dam, emigreerde voor de oorlog naar Zuid-Afrika. Als lid van de Prinses Irenebrigade keerde hij terug om zijn geboorteland te bevrijden.
Met het vorderen der jaren raakt de Tweede Wereldoorlog voor steeds meer mensen uit het zicht. Als een oude, vergeelde foto, zonder zeggingskracht voor onze tijd.
Hiermee dreigt een verhaal verloren te gaan dat de generaties lange tijd met elkaar verbond. Dat is het verhaal van onze democratie die nooit vanzelfsprekend is, maar waar we samen voor moeten blijven strijden. In eigen land en over de grens.
Als kind had ik twee dromen. Rechten studeren, maar ik wilde ook militair worden. Ik wilde de samenleving vooruit helpen en vond bestuur en politiek belangrijk en boeiend. Na mijn studie rechten ging ik werken op de afdeling bestuur en wetgeving van BZK. Na vijf jaar tijd wilde ik graag een andere stap maken, en besloot ik toch die oude meisjesdroom te volgen. Ik koos alsnog voor de krijgsmacht. En als pelotonscommandant pantserhouwitzer werd ik in 2008 uitgezonden naar Afghanistan, naar Uruzgan.
Daar drong het pas voor het eerst tot me door wat er gebeurt met een land als er geen democratie is. Als er geen veiligheid is. Als er een samenleving is die leeft in angst, wat het betekent als meisjes niet naar school kunnen gaan, als er geen goede gezondheidszorg is, en dat de meest basale zaken die wij vanzelfsprekend vinden ontbreken. Toen het kabinet viel over de missie in Afghanistan besloot ik me verkiesbaar te stellen als Kamerlid.
Later mocht ik werken als Gedeputeerde in de provincie Utrecht, als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en sinds 5 september als demissionair minister van Buitenlandse Zaken. De rode draad bij al die ambten is voor mij het dienen van de samenleving en het strijden voor democratische waarden.
Ik besef me dat niet iedereen zich aangetrokken zal voelen door een loopbaan bij de krijgsmacht, in de politiek of het openbaar bestuur. Toch denk ik dat we allemaal op onze eigen manier kunnen strijden voor de democratie. Net zoals de helden van Market Garden.
Die strijd is nodig. Ook in onze eeuw zijn democratieën hun bestaan niet zeker. Op 24 februari vorig jaar viel Rusland Oekraïne binnen en vertrapte een democratie. Vandaag, 568 dagen later, is het nog altijd oorlog op een paar uur vliegen hier vandaan. De strijd van het Oekraïense volk tegen de Russische agressor verdient onze volle steun.
Eerder zagen we in andere landen hoe parlementsgebouwen werden bestormd. Hoe in Duitsland een staatsgreep werd verijdeld. En hoe op allerlei plekken pogingen werden gedaan om met desinformatie verkiezingen te beïnvloeden.
Democratieën verdwijnen meestal niet met een knal. In hun boek How democracies die laten de Harvard-hoogleraren Steven Levitszky en Daniel Ziblatt zien dat democratieën die verdwijnen dat meestal langzaam doen. Ze sterven meestal in het volle zicht, terwijl iedereen toekijkt. De sluipende dreiging die we zien, gaat vooral om de erosie van de dragende waarden en normen van onze rechtsstaat.
Wat te doen? Daarvoor neem ik u mee naar het huis waar wij allemaal wonen, het huis van de democratie. Daar is het niet altijd gezellig. Soms klinkt er gemopper uit de keuken, gekibbel uit de woonkamer of geruzie in de tuin. Sommige mensen roepen zelfs dat het huis zijn beste tijd heeft gehad en moet worden afgebroken.
Deze geluiden horen bij het samenleven, ook als we ze niet prettig vinden. Vrijheid van meningsuiting die alleen welgevallige meningen toestaat, is weinig waard. Onze democratie kan niet zonder kritiek, demonstraties, debat en protest.
Waar sommige ideologieën de wereld versimpelen tot een tegenstelling tussen goed en kwaad doet democratie het meest recht aan de werkelijkheid. Democratie erkent dat de samenleving veelkleurig en veelstemmig is. Vol interne conflicten en tegengestelde belangen.
Democratie is ook niet bedoeld om verschillen en conflicten te verdoezelen, maar om er recht aan te doen en ze een plek te geven. Vervolgens kunnen de geschillen worden beslecht in het parlement door onze gekozen vertegenwoordigers, of in Brussel.
De meeste Nederlanders koesteren het huis van de democratie. Hun vertrouwen in de instituties van de democratie is hoog – bijvoorbeeld in de rechters. Tegelijk neemt de tevredenheid af met de manier waarop de democratie functioneert en groeit het onbehagen over omgangsvormen in de samenleving. Veel mensen zetten vraagtekens bij het vermogen van politiek en overheid om problemen op te lossen. Zij voelen zich dikwijls niet gehoord en hebben het gevoel er alleen voor te staan.
Dat alles vraagt om actie. Actie van ons allemaal. Daarom moeten we onze democratie niet alleen beschermen tegen dreigingen van binnenuit en buitenaf. Maar ook haar beter laten functioneren door haar te onderhouden, te vernieuwen en verbeteren.
Dit vraagt tegelijk om een overheid die zich in mensen verplaatst, die waarmaakt wat ze belooft en zich laat leiden door publieke waarden. En een samenleving die democratische omgangsvormen respecteert en bereid is anderen hierop aan te spreken.
Om dit te realiseren heb ik als voormalige minister van BZK, samen met een heleboel andere mensen, het nodige bereikt en in gang gezet. Ook met veel steun vanuit de beide Kamers.
Zoals de grootste grondwetsherziening sinds de jaren ’80 en versteviging van de positie van klokkenluiders. En er liggen nog allerlei voorstellen die tot een goed einde moeten worden gebracht. Door de nieuwe minister van BZK en de staatssecretaris. Zoals het voorstel om voorkeurstemmen op specifieke kandidaten bij verkiezingen zwaarder te laten wegen. En de mogelijkheid dat rechters wetten kunnen toetsen aan de grondwet.
Ten slotte ligt er een voorstel dat de Hoge Raad politieke partijen mag verbieden, als zij de democratie dreigen kapot te maken. Dat laatste moet een uiterste redmiddel zijn.
Bijvoorbeeld wanneer een partij de Tweede Kamer dreigt af te schaffen, onafhankelijke rechtspraak onmogelijk wil maken of wil zorgen dat niet iedereen kan stemmen. Tegelijkertijd hoop ik dat het nooit wordt gebruikt.
Als demissionair minister van Buitenlandse Zaken wil ik mijn inzet voor democratische waarden voortzetten. Dit keer op een Europees en internationaal toneel: de strijd voor democratie, de bescherming van de rechtsstaat, de inzet voor vrijheid en veiligheid.
Deze strijd voeren we samen. Zonder bondgenoten was ons land nooit bevrijd. Nog altijd vinden we elkaar als Europese en trans-Atlantische gemeenschap in gedeelde belangen en gezamenlijke waarden. Nog altijd geloven we vurig in vrijheid en het grondrecht van ieder land om zijn eigen toekomst te kiezen. Zoals in Oekraïne, dat vecht voor onze waarden, en voor onze veiligheid. Daarom verdient het onze volledige steun.
Het functioneren van de rechtsstaat in andere EU-lidstaten raakt ook Nederland. Zonder een goed functionerende rechtsstaat verbrokkelt de waardengemeenschap die de EU is. Wederzijds vertrouwen en samenwerking is ontzettend belangrijk.
De EU beschikt inmiddels over een breed instrumentarium om op te treden tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat. Mede dankzij de inzet van Nederland kan de EU substantiële financiële druk uitoefenen.
Zo wordt dit moment wordt circa 28 miljard euro aan EU-middelen die voor Hongarije zijn bestemd bevroren. Die worden pas weer vrijgegeven als hervormingen zijn doorgevoerd op het terrein van corruptiebestrijding en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
Deze strijd voor de rechtsstaat, in Nederland en over de grens, is niet alleen een zaak van overheid en politiek, van wetten, beleid en verdragen. Het zijn de mensen die de democratische rechtsstaat dragen. De mensen in de samenleving en in het openbaar bestuur. Want democratie is van ons allemaal. Samen geven we vorm aan het huis van de democratie.
Dit betekent ook dat we grenzen moeten stellen. Niet alleen in een wet, maar ook in gedrag. Door integer te handelen. Door aan te geven dat we bedreigingen van rechters, politieagenten en politici niet accepteren. Door een vuist te maken tegen polarisatie en extremisme.
Dat weet burgemeester Marcouch als geen ander. Dit najaar presenteert een commissie onder zijn leiding haar eigen visie over weerbare democratische rechtsorde.
Democratie is geen vrijblijvende zaak. In zijn standaardwerk Over de Geest van de Wetten schrijft de Franse filosoof Charles de Montesquieu: ’De tirannie van een prins in een oligarchie is niet zo gevaarlijk voor het algemeen welzijn als de apathie van een burger in een democratie.’
Het staat iedereen natuurlijk vrij om af te geven op ‘de politiek’ en ‘politici’. Om te mopperen dat het nooit beter wordt. Of te denken dat het wel losloopt met de gevaren voor onze democratie.
Maar voor wie iets wil veranderen is democratie een opdracht aan jezelf. Het is niet alleen een staatsvorm, maar ook een manier van leven. Democratie vraagt om actief burgerschap.
Dat kan door te gaan stemmen, door u in te zetten als vrijwilliger op een stembureau of door vreedzaam gebruik te maken van het recht op demonstreren. Het kan ook door u verkiesbaar te stellen als raadslid, wethouder of gedeputeerde. Of u zet een energiecoöperatie op, begint een bewonersinitiatief, of maakt gebruik van het uitdaagrecht.
Uiteindelijk zijn er veel manieren om te strijden voor de democratie. Ik zie hoe talloze Nederlanders dat doen en zich niet laten weerhouden door angst, agressie of cynisme. Hoe ze ideeënstrijd, discussie en debat omarmen. Maar de spelregels van de democratie respecteren.
Altijd met de intentie om op zoek te gaan naar het algemeen belang, naar wat ons bindt, en vooruit brengt. Door te proberen zaken die onverenigbaar lijken om te zetten in een resultaat waarmee iedereen kan leven. In het besef dat democratie draait om ‘wij’, en niet om ‘ik’.
Tot slot keer ik nog één keer terug naar de herdenking van 1946. Eén dag na het concert in Musis Sacrum werd de slag bij Arnhem groots herdacht in het Luxor Theater, op een paar minuten lopen van hier. Daar sprak een verre voorganger van burgemeester Marcouch, burgemeester Chris Matser, de woorden:
‘De mannen die hier vielen, wezen met het offer van hun leven de weg naar een betere toekomst van de wereld.’
Laten we de helden van toen eren door samen te strijden voor die betere toekomst. Door samen op de bres te staan voor ons kostbare, kwetsbare bezit: de democratische rechtsstaat. In Nederland, in Europa en daarbuiten. Elke dag weer.
Dank u wel.