Toespraak van minister Dijkgraaf bij de herdenking Javaans-Surinaamse geschiedenis
Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) hield op zondag 13 augustus 2023 in de Koninklijke Schouwburg te Den Haag een toespraak bij de herdenking van 133 jaar Javaans-Nederlandse geschiedenis.
Het is van het grootste belang dat in dit historische herdenkingsjaar ook de Javaans-Surinaamse geschiedenis doorklinkt. En dat is niet in de eerste plaats een opdracht voor u. Het is juist een opdracht voor de hele Nederlandse samenleving om ruimte te geven aan uw verhaal en aan vele andere onderbelichte geschiedenissen.
Beste mensen,
Met genoegen heb ik uw uitnodiging voor deze herdenking aangenomen. Met mijn komst, als lid van de regering, wil ik uitdrukken dat de afgelopen 133 jaren van de Javaans-Surinaamse migratiegeschiedenis niet alleen úw geschiedenis zijn. Al deze jaren zijn onderdeel van de geschiedenis van Nederland. Ze vormen onze gedeelde geschiedenis.
Jaar na jaar staat u stil bij uw unieke geschiedenis tussen Oost en West. Maar toch kennen veel mensen in Nederland uw verhaal niet.
Zij kennen niet het begin: de 94 Javaanse contractarbeiders, uw voorzaten, die in 1890 als eersten de levensgevaarlijke oversteek maakten naar Suriname, vaak gelokt door valse beloften.
Zij kennen ook niet het vervolg. Allereerst het zwoegen op de koloniale plantages. De bouwvallige barakken, de slechte betaling en voeding. De dwangarbeid als straf naast de gebruikelijke lijfstraffen.
Zij kennen ook niet de succesverhalen. De moedige opstanden, die de weg naar verandering hebben ingezet. De Javaanse Surinamers die erin slagen om een bestaan op te bouwen. In alle takken van de samenleving en economie. In Suriname, Nederland, Indonesië en elders in de wereld. Die de rijke erfenis van de Javaanse beschaving, kennis en cultuur overal bleven koesteren en steeds weer tot uiting brachten. In Tot vandaag, tot hier in deze Schouwburg toe.
Onbekendheid leidt tot verwarring. U hebt daar vast ervaring mee. Mensen die het maar niet snappen. Die afgaan op uw uiterlijk en u zien als een Indonesiër of misschien als een Indische Nederlander. Omdat ze de vele lagen van uw geschiedenis niet snappen, of niet willen snappen. De identiteit van de Javaanse Surinamer roept zodoende vaak geen herkenning op maar vraagt juist om uitleg.
In dit jaar waarin we het Nederlandse slavernijverleden herdenken is het hoog tijd dat ook de Javaans-Surinaamse geschiedenis bekender wordt. En dat we zien hoe deze geschiedenis vervlochten is met de Nederlandse geschiedenis.
Het was immers Nederland dat uw voorouders vanaf 1890 naar Suriname liet vertrekken. Omdat de plantagehouders na de afschaffing van de slavernij met een probleem zaten: waar haalden zij nu de arbeidskrachten vandaan?
Anton de Kom schreef in 1934 in Wij slaven van Suriname dat men met deze contractarbeid ‘van de nood en ellende der Indonesiërs gebruik maakt om hen, onder valse voorspiegelingen, contracten te laten tekenen […] waardoor de oude slavenmentaliteit in stand blijft.
Het was Nederland dat in de Indonesische archipel niet alleen de kolonie, maar ook de slavernij eeuwenlang in stand hield, tot ver in de negentiende eeuw.
Nederland heeft dit lang niet willen horen. Proteststemmen werd het zwijgen opgelegd. Soms heel letterlijk. Zoals hier, in de Koninklijke Schouwburg. Want al in het jaar 1801, láng voor de Max Havelaar, klonk in deze schouwburg een aanklacht tegen de slavernij in de Oost. Op de planken kwam het toneelstuk, Kraspoekol, of de slaaverny. Geschreven door Dirk van Hogendorp. Een man die jarenlang zelf gezaghebber in Oost-Java was geweest. Die het onrecht van de slavernij met eigen ogen had gezien.
Het publiek was er niet klaar voor, twee eeuwen geleden in dit gebouw. Zodra het toneeldoek omhoogging, begonnen mensen in de zaal te roepen en te fluiten. Al na de eerste akte werden de toneelspelers afgevoerd en werd de voorstelling afgeblazen. Men wilde niet horen dat de eilanden dienden als wingewest om uit te wringen, met mensen om uit te buiten. ‘Daar werd wat gruwelijks verricht’, zoals historicus Reggie Baay de slavernij in Nederlands Oost-Indië samenvatte.
De geschiedenis van de Surinaamse Javanen verknoopt Oost met West met Nederland. De Javaanse Surinamers belichamen die verknoopte geschiedenis. Zij past niet bij het vrij eendimensionale beeld dat Nederland lang van zichzelf en zijn verleden heeft gehad. Maar zij past wel bij een eerlijk, completer, veelstemmiger, rijker geschakeerd beeld van het verleden.
In een wereld die kleiner wordt, raken mensen steeds meer met elkaar vervlochten. Mensen herkennen zich in een identiteit met vele lagen en dimensies. In familiegeschiedenissen waarin verschillende werelddelen, culturen en geschiedenissen samenkomen. In die zin zijn de Javaanse Surinamers ook voorlopers.
In dit herdenkingsjaar van de Nederlandse slavernijgeschiedenis voelen we dat woorden ertoe doen. We horen de premier excuses aanbieden, we horen de Koning om vergiffenis vragen. Het zijn woorden die ruimte kunnen geven. Die ons in een nieuwe verhouding tot het verleden kunnen plaatsen. Die ons een nieuwe verhouding kunnen geven tot elkaar en tot onze gezamenlijke toekomst.
Het is van het grootste belang dat in dit historische herdenkingsjaar ook de Javaans-Surinaamse geschiedenis doorklinkt. En dat is niet in de eerste plaats een opdracht voor u. Het is juist een opdracht voor de hele Nederlandse samenleving om ruimte te geven aan uw verhaal en aan vele andere onderbelichte geschiedenissen.
En daarom vraag ik aan u: verstom niet. Vul de ruimte met uw verhalen, muziek, dans en toneel. Laat van u horen. Vertel van uw trots, uw woede, uw verdriet, uw hoop. Een mooi voorbeeld is het project in Sint-Michielsgestel waarvan ik gehoord heb. De graven van tientallen Javaanse contractarbeiders liggen daar als tastbare sporen van de koloniale geschiedenis van Nederland. Maar dit is bij maar weinig mensen bekend. Het is heel goed dat uw stichting daar verandering in wil brengen. Met een boek en met een plaquette.
Het verleden is niet afgesloten, maar keert steeds bij ons terug, in steeds nieuwe vormen. Alsof het door ons gekend wil worden.
Juist in dit herdenkingsjaar dringt het verleden er bij ons op aan: vergeet niet wat er is gebeurd, zoek nieuwe perspectieven en doe dat met elkaar. Verbind wat bij elkaar hoort en dek je ogen niet toe voor wat je liever niet ziet. Pas als we ons gedeelde verleden kennen, kunnen we ook samen de toekomst tegemoet.
Beste mensen,
Ooit zal ook uw kind of kleinkind vragen krijgen over zijn of haar afkomst. Laten we hopen dat het dan vrijuit, trots en met kennis van dit gedeelde verleden kan vertellen over wat het betekent om Javaans-Surinaams te zijn. En dat dit verhaal dan geen verwarring oproept, maar herkenning.
Dank u wel.