Toespraak minister Hoekstra in aanloop naar de NAVO-top in Vilnius
Op 6 juli 2023 organiseerden de Atlantische Commissie en Universiteit Leiden een gesprek met minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken, in aanloop naar de NAVO-top op in Vilnius, Litouwen (11 en 12 juli). Voorafgaand aan het gesprek op de Universiteit Leiden hield minister Hoekstra een toespraak. Het gesproken woord geldt.
Goedemiddag allemaal,
Alles begint bij veiligheid.
Onze vrijheid, onze democratie, onze welvaart.
Niets van dit alles kan bestaan zonder de bescherming van een sterk veiligheidsschild.
De 12 landen die op 4 april 1949 in Washington bij elkaar kwamen om het Noord-Atlantisch Verdrag te onderteken.
Mijn voorganger, minister Dirk Stikker, was hier namens Nederland.
In zijn toespraak daar noemde hij de totstandkoming van de NAVO “het einde van een illusie”.
In de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog bestond er nog hoop dat de nieuwe Verenigde Naties de wereldvrede zouden kunnen bewaren.
Maar dat bleek niet het geval: de wereld was daar niet voldoende voor veranderd.
De hoop heeft wellicht meer dan de belangen een hoofdrol gespeeld bij de VN.
De vitale belangen en principes van het Westen hadden daarom sterkere bescherming nodig. Zij hadden de NAVO nodig.
Het was misschien een cynische realisatie, maar daarbinnen lag wel ruimte voor nieuwe idealen.
In de woorden van Stikker: “far from merely marking the end of an illusion, it most especially marks the birth of a new hope of enduring peace.”
Blijvende vrede. Een vrede die kan bestaan juist omdat men voorbereid is op de meest zwarte scenario’s.
Het grijpt terug op een wijsheid uit de klassieke oudheid. Een wijsheid die ik vroeger al aan de keukentafel meekreeg, nog ver voordat ik naar het gymnasium ging. Si vis pacem, para bellum. Als je vrede wil, bereid je voor op oorlog. Je moet sterk zijn als je oorlog wil voorkomen.
Nu, ruim 74 jaar later, is dat nog altijd het bestaansrecht van de NAVO. En het is ons nu opnieuw duidelijk hoe hard we deze organisatie iedere dag weer nodig hebben.
Toch is dat voor velen in Nederland en ook daarbuiten een vrij recente realisatie.
Nog niet eens zo heel lang geleden werd met enige regelmaat geschamperd over de rol van de NAVO, en het belang van onze Defensie.
Jaar na jaar hebben we, ook hier in Nederland, te gretig het zogenaamde vredesdividend geïnd.
De Koude Oorlog was voorbij, dus kon er wel wat van de Defensiebegroting af.
Inmiddels weten we met elkaar hoe onverstandig dat was.
En daarmee ervaren we ook nu weer het einde van een illusie.
We kunnen ons niet langer de fantasie veroorloven dat Europa kan ontsnappen aan de geschiedenis en de harde wereldpolitiek.
Want daarboven trekken zich nu donkere wolken samen.
Uit onderzoek van het Institute for Economics & Peace blijkt dat 2022 in termen van gewapend conflict het dodelijkste jaar van de 21e eeuw was. Een intimiderende statistiek.
Wereldwijd vonden meer dan 238 duizend mensen de dood.
De directe en indirecte kosten van conflict waren ook gigantisch: 17,5 biljoen dollar. Dat staat gelijk aan 13 procent van het totale wereldwijde bruto binnenlands product.
Veel van dit geweld voltrekt zich drie uur vliegen bij ons vandaan.
De Russische oorlog in Oekraïne heeft iedereen die nog twijfelde over het nut van de NAVO wakker geschud.
We kunnen iedere dag op onze telefoonschermen zien wat het betekent om niet veilig te zijn.
Wat voor gevolgen het heeft als je land wordt binnengevallen, en je mensen – mannen, vrouwen, kinderen – gevangen, gemarteld en gedood.
Iedere dag vinden in Oekraïne duizenden afschuwelijke oorlogsmisdaden plaats, en worden onschuldige burgers daar het slachtoffer van.
We kunnen dit geweld simpelweg niet toestaan.
Niet alleen omdat het moreel onjuist is, maar ook omdat het een directe bedreiging is van onze eigen vrede en veiligheid.
Als we Rusland toestaan om Oekraïne te koloniseren, dan maken we onszelf evident kwetsbaar voor nog veel meer dreiging.
Dat is onacceptabel.
We moeten dus een lijn trekken, en we hebben ook een lijn getrokken: de Europese grens is onze grens.
Dat heb ik ook gezegd tijdens mijn bezoek aan de Nederlandse soldaten die gestationeerd zijn in Litouwen en Roemenië.
Als je daar staat realiseer je je pas echt: wat in Oekraïne gebeurt, zou ook daar kunnen gebeuren.
Dus we hebben een verantwoordelijkheid om Oekraïne te steunen, zowel vanuit onze waarden, als onze veiligheidsbelangen.
Dat doen we ook – op een schaal die tot voor kort onmogelijk hadden gehouden – sinds de Russische invasie: met zwaar materieel, militaire trainingen, financiële en humanitaire hulp, en tot slot met forensische onderzoekers en initiatieven voor de vervolging van oorlogsmisdadigers.
Dat zijn mensen die onder hele moeilijke omstandigheden, heel erg moeilijk werk doen. Soms zelf letterlijk kijken welke ledematen bij welk lichaam horen. Ik was daarvan zeer onder de indruk, en diep geraakt.
Daarover zal het volgende week bij de NAVO-top in Vilnius gaan, en jullie zullen daar straks ongetwijfeld vragen over hebben.
Laat me voor nu in algemene zin zeggen: Nederland neemt deze verantwoordelijkheden terecht zeer serieus.
We lopen internationaal voorop met steun aan Oekraïne; voor ons zijn er, als het gaat over conventionele wapens leveren geen taboes.
Het is van groot belang dat we die steun volhouden, ook op de lange termijn.
Samen met onze partners moeten we Poetin een helder signaal geven: dat de tijd uiteindelijk niet in zijn voordeel zal werken.
Integendeel. We blijven Oekraïne steunen, zolang als dat nodig is.
De belangen die op het spel staan zijn simpelweg te groot –voor Nederland, voor Oekraïne, de EU en de NAVO.
We hoeven daarbij geen illusies te koesteren: deze oorlog zal niet snel voorbij zijn.
En ook als het uiteindelijk tot een staakt-het-vuren komt is de achterliggende dreiging daarmee niet verdwenen.
Ongeacht de lengte en uitkomst van de strijd hebben we stevige en lange-termijn investeringen nodig in onze gezamenlijke veiligheid.
Want decennia van afbraak kunnen we niet corrigeren met een paar vette jaren.
Het kabinet neemt de Nederlandse en Europese veiligheid zeer serieus.
Als Poetin de prijs van vrijheid verhoogt, dan zijn wij bereid die te betalen. Ook – en ik blijf dat herhalen - als dat meer van ons vraagt dan we gewend waren.
Want die vrijheid en veiligheid mag en kan niet ter discussie komen te staan.
Daarom geven we al structureel miljarden meer uit aan Defensie, om zo de wapens, mensen en middelen te hebben om ons land en het NAVO grondgebied veilig te houden.
En daarom gaan we komende week in Vilnius met de Bondgenoten nog een stap verder.
De afspraak om langjarig 2% van ons bruto binnenlands product aan Defensie te besteden is wat ons betreft niet langer een los-vaste belofte: we willen en zullen dat als NAVO-landen ook echt realiseren.
We laten daarmee zien dat we bereid zijn de prijs te betalen om onze democratie, veiligheid en welvaart te beschermen.
Hiermee geven we serieuze dreigingen een even serieus antwoord.
We laten zien dat onze waarden ons echt wat waard zijn.
En dat we als samenleving bereid zijn de prijs te betalen om onze democratie, onze vrijheid en onze welvaart te beschermen.
Het kabinet wil dit ook op de lange termijn waarborgen.
Dat is de premie waarvan ik denk dat die noodzakelijk is om ons land veilig te houden in een steeds gevaarlijkere wereld.
Dames en heren,
Ik rond af. De 12 landen die in 1949 de NAVO vormden zijn inmiddels uitgegroeid tot een gezelschap van 31 landen. Ik hoop zeer heb goede hoop dat wij daar binnenkort een 32e bondgenoot bijkrijgen.
Er is bij mij, en ook bij anderen, ongemak over de lengte die het duurt om Zweden toe te laten tot de NAVO. Zweden heeft alles gedaan om daar te komen, en is een land dat de Alliantie sterker maakt. Daarmee zorgen we voor een uitgebreide geloofwaardige afschrikking, ook in Noord Europa.
Gezamenlijk garanderen wij een stevige en geloofwaardige afschrikking.
Daarmee is de blijvende vrede, waar mijn verre voorganger Dirk Stikker op hoopte, nog niet gerealiseerd.
Maar we staan wel sterker dan ooit om diegenen die deze visie bedreigen af te schrikken, en waar nodig terug te slaan.
In een gevaarlijke wereld, maar altijd onderweg naar vrede.
Dank jullie wel.