Toespraak van staatssecretaris Gunay Uslu bij de opening van de Ara Güler-tentoonstelling in Foam
Staatssecretaris Gunay Uslu (OCW) sprak op donderdag 22 juni tijdens de opening van de Ara Güler-tentoonstelling in fotografiemuseum Foam in Amsterdam.
[het gesproken woord geldt!]
Goedenavond allemaal.
Het voelt als thuiskomen. Omringd door beelden van Istanbul. De stad waar ik voor mijn proefschrift jarenlang onderzoek deed.
Diep in de archieven van het archeologisch museum en de Ottomaanse archieven. Struinend tussen Nederlandse grafmonumenten in Feriköy en dwalend in de Basilica Cisterne. Maar zeker ook tussen hippe Istanbuli’s op de dakterrassen. De plek waar Medusa je dromerig gadeslaat.
Istanbul, de stad van de Gouden Hoorn, waar Europa en Azië bij elkaar komen.
De hoofdstad van het Romeinse Rijk, de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk. Byzantium, Constantinopel, Istanbul. (Wist u trouwens dat de naam Istanbul waarschijnlijk uit het Grieks komt? ‘Eis tin polin’ betekent ‘in de stad’.)
Istanbul heeft een lange, gelaagde geschiedenis. Deze stad is moeilijk te vangen. En toch doet Ara Güler dat. Door zijn ogen stap je in de vele dimensies van deze stad, en ontmoet je al die verschillende mensen, met al die uiteenlopende achtergronden.
En dat is ook de kracht van Ara Güler. Je herkent zijn manier van fotograferen uit duizenden. En je ziet meteen dat het om Istanbul gaat. Hij legt de rauwheid van de stad vast, maar ook de romantiek en de kwetsbaarheid. De geschiedenis. De armoede en de weelde. Alles zit in zijn beelden!
Als een ui pelt hij zorgvuldig alle lagen van de stad af: van de jetset tot de werkende klasse, en alles ertussenin. En dat zie je ook hier terug. Op de ene foto zie je mannen op krukjes, ongedwongen praten met elkaar. Zo intiem, dat je ze bijna kunt horen.
Op een andere foto zie je arbeiders in een rij. Ruig en rauw, maar ergens ook weemoedig. En een compleet ander beeld hangt even verderop. Daarop zie je een vrouw van de wereld, een kosmopoliet, die zich een weg baant door de stad.
Ook hangt er een foto van een meisje, dat recht in de camera kijkt. Om haar heen staan schots en scheef grafstenen uit de Ottomaanse tijd. Ontwerper Le Corbusier zei ooit: ‘Istanbul is bedolven onder graven. Men houdt ervan. Ze liggen tot in de binnenplaatsen van de huizen.’ En dat is echt zo. En dat is heel indrukwekkend.
De beelden die u vanavond ziet, zijn stuk voor stuk uniek. Beelden die Ara Güler zijn bijnaam, ‘Het oog van Istanbul’, opleverden. Met zijn zwartwit-foto’s bracht hij de veelkleurigheid van de stad in beeld.
Ze hangen als tijdcapsules aan de muren en weten perfect een beeld, een moment, te vangen. Het zijn foto’s die geschiedenis ademen. Die je meevoeren naar een bepaalde tijd en plek. Zelfs als je daar nog nooit eerder bent geweest.
Laat het gebeuren…
Ik wens u een mooie avond.