Speech staatssecretaris Vivianne Heijnen Schone Lucht Congres EYE Amsterdam
‘De lucht in Nederland wordt schoner! Zeker, we zijn nog niet waar we wezen moeten. En het rapport van de Onderzoeksraad bevat een aantal terechte noodkreten. Maar de trend gaat in de goede richting. Het is nu zaak dat we niet verslappen, dat er nog een tandje bij gaat, en dat we nog meer gaan handelen naar wat we écht willen. Want van denken, vinden, willen en kunnen wordt de lucht niet schoner. Wel van doen.’
Dat zei staatssecretaris Heijnen gisteren tijdens het Schone Luchtcongres in Amsterdam.
Wat goed om hier in dit schitterende EYE Filmmuseum aan het IJ in Amsterdam te zijn. Grootstedelijk, ruimtelijk, water aan onze voeten, Hollandse luchten achter de grote ramen.
Die Hollandse luchten zijn wereldberoemd geworden door de zeventiende-eeuwse schilders. Het spel van licht en schaduw, de dynamiek van de elementen, de zeewind. Uit die schilderijen spreekt een eeuwige belofte van gezonde lucht.
Maar dat was vóór de moderne tijd.
In deze dichtbevolkte regio komt alles bij elkaar: verkeer en transport, havens, industrie, bedrijvigheid, de bouw, een boottochtje over de grachten, het leven van anderhalf miljoen mensen, die hun huizen verwarmen, soms een houtkachel aansteken, of een barbecue.
Hier wordt gewerkt, gesport, gerecreëerd, geleefd. En daarbij hebben we allemaal een grote verantwoordelijkheid om de omgeving waarin we dat doen schoon te houden.
Want vieze lucht – het is een enorme open deur, zeker hier – is slecht voor onze gezondheid. En door die open deur waait nog altijd veel te veel viezigheid bij de mensen naar binnen.
De lucht waait moeiteloos over landsgrenzen ons land in en uit. En dan zit je per definitie met je buurlanden in hetzelfde schuitje. Hoe werken wij hierbij samen met België bijvoorbeeld? Heel mooi dat luchtkwaliteitsexpert Michiel van Peteghem hier is om zijn visie daarop te geven.
Op 13 april bracht de Onderzoeksraad voor Veiligheid het rapport Industrie en Omwonenden uit. De conclusie van de Onderzoeksraad is dat bedrijven en overheden te reactief handelen om de gezondheid van mensen in ons land te beschermen. Er staat:
‘De gezondheid van omwonenden van industrie verdient betere bescherming door bedrijven, lokale overheden en omgevingsdiensten. Lokale overheden en omgevingsdiensten gebruiken niet alle beschikbare middelen om de uitstoot van de industrie te verminderen en bedrijven te houden aan bestaande normen en regelgeving. Ook toetsen zij gezondheidsrisico’s niet systematisch en hebben niet altijd een compleet beeld van de uitstoot.’
We hebben dat allemaal gelezen. Ik schrik daarvan. We doen dus écht te weinig! Dat ‘beschermen’ hoort in ons denken en handelen ingebakken te zitten.
Ik pak het Schone Lucht Akkoord er graag nog even bij: op 13 januari 2020 getekend door 46 overheden. En sindsdien een groeiende coalitie van inmiddels ruim honderd overheden, waaronder alle provincies.
In dat Schone Lucht Akkoord hebben we een aantal doelen gesteld, zoals:
- Een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om gezondheidswinst voor iedereen in Nederland te realiseren.
- Steeds minder stikstofoxide en fijnstof in de lucht;
- 50% gezondheidswinst ten opzichte van 2016 door schonere lucht in 2030.
Hoe is het daar nu mee gesteld? Waar staan we nu?
In ieder geval blijft het aantal deelnemers aan het akkoord groeien. Dat is heel belangrijk.
En de lucht in Nederland wordt schoner! Zeker, we zijn nog niet waar we wezen moeten. En het rapport van de Onderzoeksraad bevat een aantal terechte noodkreten. Maar de trend gaat in de goede richting.
Het is nu zaak dat we niet verslappen, dat er nog een tandje bij gaat, en dat we nog meer gaan handelen naar wat we écht willen. Want van denken, vinden, willen en kunnen wordt de lucht niet schoner. Wel van doen.
Een paar voorbeelden:
En ik begin met een pluim voor Melanie van der Horst en voor Amsterdam:
Dat vanaf 2025 alle rondvaartboten en alle nieuw aangeschafte pleziervaartuigen die in de grachtengordel varen uitstootvrij moeten zijn, dat is heel concreet!
Vanaf 2030 moet de pleziervaartuigen uitstootvrij zijn binnen het Amsterdamse binnenwater, met uitzondering van doorgaande vaarroutes.
Als het lukt om alle veerdiensten over het IJ hier achter ons in 2030 uitstootvrij te laten varen, dan wordt hier een heel mooi voorbeeld neergezet. Dat is een ingrijpende verandering. En die komt er alleen als er daadkrachtig wordt gehandeld, als de juiste voorwaarden worden gecreëerd, goede laadinfrastructuur wordt aangelegd, en alle ponten met elektrische motoren worden uitgerust. Zo simpel, en tegelijkertijd zo ingrijpend is het.
Ander voorbeeld: houtkachels.
Dit is een precair onderwerp. Als we de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie voor schone lucht willen halen, dan zou particuliere houtstook zowel volgens het RIVM als volgens PBL moeten worden ‘uitgefaseerd’. Het is een feit dat houtkachels verhoudingsgewijs voor veel uitstoot van fijnstof zorgen en leiden tot overlast en gezondheidsklachten van omwonenden.
Maar een houtkachel is voor veel mensen ook een bron van gezelligheid en voor sommigen ook een belangrijke warmtebron op koude dagen. Meerdere belangen dus. En de uitdaging om die met elkaar in balans te brengen.
Met het invoeren van de omgevingswet krijgen we meer mogelijkheden om goed beleid te maken op het gebied van houtstook in dichtbebouwde stedelijke gebieden en bijvoorbeeld naast scholen, verpleeg- en ziekenhuizen. Met een stookwijzer en een stookalert kunnen we samen vaststellen wanneer beter niet gestookt kan of mag worden. Denk aan windstilte, mist of andere omstandigheden.
Uit de pilots met een stookverbod op dat soort momenten blijkt overigens een grote bereidwilligheid onder stokers om op die momenten niet te stoken. Dat is bemoedigend.
Dan de landbouw en de industrie:
Op Rijksniveau hebben we de emissie-regels voor de industrie aangescherpt. Die regels gaan gelden bij de inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet. Dat is op 1 januari 2024.
Voor de industrie met grote IPPC-installaties – Integrated Pollution Prevention and Control – worden milieueisen meestal in vergunningen opgenomen. In het Schone Lucht Akkoord is afgesproken dat emissie-eisen voor deze IPPC-installaties zo laag mogelijk worden vergund. De meeste provincies hebben dit uitgangspunt in hun procedures opgenomen.
Met de Specifieke Uitkering Schone Lucht gelden kunnen opleidingen voor vergunningverleners en handhavers worden georganiseerd. De regeling loopt nog tot vrijdag 29 september dit jaar. Op de informatiemarkt op dit congres is een stand van de RVO met de veelzeggende titel “Waar krijg je geld”. Daar weten ze alles over de SPUK regeling.
Beste mensen,
Het thema is vandaag ‘grenzeloos verbonden’. Dat is veelzeggend. De ongrijpbare materie die lucht is, beweegt zich grenzeloos. Daar zal Amara Onwuka ons zo nog meer over vertellen.
De lucht is van ons allemaal. Daarom werken we over de grenzen heen en ook samen binnen de EU. In november ontvangen we vele delegaties van EU-landen bij het Clean-Air Forum in Rotterdam. Schone lucht blijft hoog op de agenda in Europa. Dit is bij uitstek een thema waaraan we alleen samen kunnen werken.
Voor onze gezondheid en ook voor een gezonde toekomst.
En aan die toekomst is nu het woord.
Ik maak graag plaats op dit podium voor de Kinderraad!
Goed dat jullie er zijn!