Kabinet maakt scherpere keuzes in doelstellingen innovatiebeleid
Het kabinet gaat door met de samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden via het zogenoemde missiegedreven innovatiebeleid. Op voorstel van minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de ministerraad besloten om de innovatiedoelstellingen aan te scherpen. Deze richten zich vanaf 2023 op vijf missies (doelen) op het gebied van energietransitie, circulaire economie, gezondheid & zorg, landbouw/water & voedsel en veiligheid die gaan zorgen voor maatschappelijke impact en economische groei.
De komende jaren investeert het kabinet zelf ruim 20 miljard euro, via bijvoorbeeld het Nationaal Groeifonds, rechtstreeks in innovatie en de bijbehorende (digitale) sleuteltechnologieën zoals fotonica, kunstmatige intelligentie, robotica en nanotechnologie. Voor meer richting in de inzet op sleuteltechnologieën komt het kabinet dit najaar met een Nationale Technologiestrategie.
Minister Adriaansens: “Meer focus en meer financiering levert meer innovatie op. Daar kunnen we niet mee wachten. Innovatie is nu nodig om uitdagingen als het verminderen van onze afhankelijkheid, om grondstoffenschaarste en veiligheid aan te pakken en zowel verduurzaming als digitalisering te versnellen.”
Herijking doelstellingen missiegedreven innovatiebeleid
- Energietransitie: Nederland klimaatneutraal in 2050;
- Circulaire economie: Nederland volledig circulair in 2050;
- Gezondheid & zorg: Nederlanders leven vijf jaar langer gezond en er zijn 30% minder gezondheidsverschillen tussen sociaaleconomische groepen in 2040;
- Landbouw, water en voedsel: Een vitaal landelijk gebied met een duurzaam en gezond landbouw- en voedselsysteem, met een aantrekkelijk landschap en veerkrachtige natuur, waarbij de draagkracht van water- en bodemsysteem leidend zijn;
- Veiligheid: Nederland is veilig en weerbaar tegen externe dreigingen en ondermijnende criminaliteit, zowel in de fysieke omgeving als het digitale domein.
De vijf missies volgen op de eind 2022 gepresenteerde kabinetsvisie innovatie en impact. De komende periode volgt verdere uitwerking als basis voor de nieuwe Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s). Eveneens zal er een nieuw Kennis- en Innovatieconvenant (KIC) met het bedrijfsleven, de kennissector en andere overheden worden afgesloten. De afgelopen jaren bedroegen de publieke en private investeringen in dit convenant jaarlijks zo’n vijf miljard euro.
Regelingen voor innovatieve ondernemers, onderzoekers en wetenschappers
De Nederlandse uitgaven (publiek en privaat) aan onderzoek en ontwikkeling bedragen op dit moment 2,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Doelstelling van het kabinet is een groei van deze uitgaven met 30% naar 3,0 procent van het bbp, zonder dat het private aandeel daalt.
Naast het halen van specifieke doelstellingen in het missiegedreven innovatiebeleid, zet het ministerie van EZK daarom ook in op extra reguliere middelen. Daarvoor zorgt bijvoorbeeld de indexering van de WBSO-regeling met een extra budget van 50 miljoen euro vanaf 2023 dat de komende jaren verder oploopt. Met de WBSO kunnen ondernemers hun kosten voor onderzoek en ontwikkeling verlagen.
Ook zijn er investeringen in het versterken van toegepaste onderzoeksfaciliteiten (500 miljoen euro), praktijkgericht onderzoek (100 miljoen euro) en de grootschalige wetenschappelijke infrastructuur (500 miljoen euro). Voor innovatieve startups en scale-ups zijn bovendien volop financieringsmogelijkheden (meer dan 1 miljard euro) beschikbaar.