Ministers Dijkgraaf en Wiersma over Staat van het Onderwijs 2023: signalen herkenbaar
De Inspectie van het Onderwijs heeft vandaag de Staat van het Onderwijs 2023 gepresenteerd. Dit jaarlijkse rapport geeft een overzicht van trends en ontwikkelingen in het onderwijsstelsel. Het laat zien wat goed gaat, maar ook wat beter kan én moet. Dit jaar gaat de Inspectie nader in op de belangrijke thema’s basisvaardigheden, kansengelijkheid en goed toegeruste leraren. De uitdagingen die de Inspectie signaleert zijn herkenbaar en staan bovenaan de agenda van het kabinet. Dit kabinet heeft daartoe grote investeringen in alle onderwijssectoren gedaan.
Robbert Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: “De Staat van het Onderwijs helpt om het onderwijs verder te verbeteren. Alle leerlingen en studenten verdienen goed onderwijs en goede begeleiding. Het onderwijs moet ook aan iedereen dezelfde mogelijkheden bieden. Dat staat in al onze afspraken met de onderwijssectoren bovenaan. Denk aan de aanpak van stagediscriminatie in het mbo en het toevoegen van loting als selectie-instrument op hogescholen en universiteiten. Dat zijn belangrijke stappen naar meer kansengelijkheid. Ook het welzijn van studenten krijgt terecht veel aandacht in de Staat van Onderwijs. De prestatiedruk is hoog, dat hoor ik als ik met studenten spreek. Ik vind dat bijzonder zorgelijk. Daarom neem ik een reeks maatregelen om dat te helpen verbeteren. Zo wil ik in het hoger onderwijs het bindend studieadvies in het eerste jaar versoepelen, biedt de terugkeer van de basisbeurs meer financiële rust en trek ik jaarlijks 15 miljoen euro uit voor een aanpak van studentenwelzijn op hogescholen en universiteiten. Tenslotte investeer ik in het vergroten van de instroom en het voorkomen van uitval in de lerarenopleidingen.”
Dennis Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs: “Goed – en dus beter! – leren lezen, schrijven en rekenen en gelijke kansen voor elk kind is waar we iedere dag keihard aan werken. Als de basisvaardigheden op orde zijn en je voelt je prettig op school, dan profiteer je daar de rest van je leven van. Dat is goed voor ons allemaal, want voor de toekomst van ons land zijn goed opgeleide mensen van onschatbare waarde. Ten aanzien van basisvaardigheden moet er zo snel mogelijk een trendbreuk komen. Daarbij is het cruciaal om voldoende – en dus meer! – goede en gemotiveerde leraren voor de klas te hebben. Ook op dat punt trekken we alle registers open. We moeten er voor zorgen dat het beroep leraar aantrekkelijk is en blijft, zodat leraren en schoolleiders graag in het onderwijs werken en er meer mensen in het onderwijs aan de slag willen. De Inspectie signaleert lichtpunten, die koesteren we. Daarmee zijn we nog niet tevreden, we willen het tij verder keren. Dat is precies wat we doen, samen met iedereen in en rond het onderwijs.”