Voorjaarsnota 2023: extra uitgaven voor Groningen, Toeslagen, gemeenten en provincies
Het kabinet stelt voor de komende jaren ruim 22 miljard euro beschikbaar om recht te doen aan het leed van de getroffen bewoners in het aardbevingsgebied. Verder maakt het kabinet 1,3 miljard euro extra vrij voor de hersteloperatie Toeslagen. Dit is nodig voor compensatie, het aanpakken van schulden en de ondersteuning van gedupeerden en hun kinderen. Gemeenten en provincies krijgen vanaf 2027 1,3 miljard euro via het gemeente- en provinciefonds voor een stabiele, solide en duurzame financiële basis. Het gemeente- en provinciefonds worden vanaf 2027 geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. De kosten voor de stijgende rente worden voor 2,5 miljard gedekt. Dit blijkt uit de Voorjaarsnota waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Minister Kaag van Financiën heeft de Voorjaarsnota vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Grote uitdagingen
Met de investeringen uit het coalitieakkoord is gekozen voor expansief begrotingsbeleid. Dit stelt het kabinet in staat om te werken aan de gestelde prioriteiten en de noodzakelijke transities op het gebied van klimaat en natuur. De ingrijpende gebeurtenissen van het afgelopen jaar hebben gezorgd voor tegenvallers op de begroting. Zo heeft het kabinet een prijsplafond ingesteld om het effect van de hoge energieprijzen te dempen. Daarnaast ondersteunt het kabinet Oekraïne, dat nog steeds wordt geconfronteerd met een vreselijke oorlog. Ook zorgt de gestegen asielinstroom voor hogere kosten en leidt de gestegen rente tot hogere uitgaven op de staatsschuld. Het kabinet kiest ervoor om de extra kosten voor de asielketen te dekken tot en met 2026 en de rente voor 2,5 miljard euro te dekken, voor de oploop tijdens de kabinetsperiode. Daarbij heeft het kabinet nog middelen vrijgemaakt voor een aantal prioriteiten, zoals Groningen en Toeslagen.
Deze kosten zijn onder meer gedekt via meevallers, zoals bijvoorbeeld door een minder grote instroom van studenten dan geraamd en lagere uitgaven op het terrein van de sociale zekerheid. Ook is er geld beschikbaar wat wel begroot was, maar nog niet uitgegeven; de zogenaamde ‘onderuitputting’. Het kabinet heeft daarnaast een aantal structurele maatregelen moeten nemen om te komen tot een evenwichtig pakket, zoals het beëindigen van het STAP-budget en maatwerk bij het persoonsgebonden budget.
Minister Kaag: ‘Met de investeringsagenda uit het coalitieakkoord is bewust gekozen voor expansief begrotingsbeleid. In de voorjaarsbesluitvorming neemt het kabinet de gezamenlijk verantwoordelijkheid om de begroting zoveel mogelijk dekkend te krijgen, ook voor de stijgende rente deze kabinetsperiode. Om te voorkomen dat we de rekening doorschuiven naar volgende generaties. Alleen zo kunnen we de grote uitdagingen voor de toekomst aan.’
EMU-saldo
De budgettaire opgaven zijn zoveel mogelijk binnen de begroting opgelost. Het zogeheten EMU-saldo voor de komende jaren wordt rond de -3 % geraamd. Deze waarde ligt rond het maximum saldo van -3 % dat de lidstaten van de Europese Monetaire Unie (EMU) hebben afgesproken. De overheidsschuld ofwel EMU-schuld wordt geraamd op 49,2 % van het bruto binnenlands product (bbp) in 2023, waarna het geleidelijk stijgt tot 55,6 % bbp in 2028. Daarmee blijft Nederland deze de hele kabinetsperiode onder de Europese grenswaarde van 60 % bbp.
Belastingmaatregelen
Het kabinet neemt met deze Voorjaarsnota besluiten over de lasten voor 2024 en verder. Het kabinet gaat een aantal fiscale constructies aanpakken. Ook is besloten om een aantal maatregelen te nemen die nu worden uitgewerkt voor het Belastingplan 2024, zoals het verder verfijnen van de overbruggings-wetgeving box 3. De Voorjaarsnota bevat een tussenstand van de dekkingsopgaven die zijn ontstaan door de lagere opbrengst van het internationaal afgesproken minimumniveau belastingheffing (Pijler 2) en het uitstel van de invoering van het nieuwe box 3-stelsel. Definitieve besluitvorming vindt plaats in augustus en wordt vervolgens gepresenteerd in de Miljoenennota.
Ambitieuze investeringsagenda
Met de investeringen in het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ is gekozen voor een expansief begrotingsbeleid. Hiermee werkt het kabinet aan prioriteiten voor bestaanszekerheid en kansengelijkheid, democratische rechtsorde, veiligheid en sterke samenleving, de internationale context, duurzaamheid, gezondheid en de economie. Ook kan het kabinet hiermee de noodzakelijke transities op het gebied van klimaat en natuur in gang zetten. Op basis van deze prioriteiten werkt het kabinet aan een duurzaam, welvarend land voor de huidige en toekomstige generaties, waarin alle inwoners naar vermogen mee kunnen doen. Het kabinet heeft hier in het coalitieakkoord voor gekozen en vindt deze investeringen van groot belang, juist ook voor toekomstige generaties.
Meerjarige Voorjaarsnota
Deze Voorjaarsnota geeft, net zoals vorig jaar, ook een vooruitblik op de begrotingen voor komende jaren. Uit evaluatie blijkt dat stakeholders zoals de Raad van State, het Kabinet van de Koning en de Belastingdienst dit een wenselijke verbetering vinden. Hiermee wordt het parlement naar verwachting eerder geïnformeerd over de besluitvorming. Dit is transparanter, leidt daarmee tot een betere informatievoorziening en geeft het parlement meer tijd voor de behandeling van de begroting en het pakket Belastingplan. De complete begroting en het Belastingplan volgen zoals gebruikelijk op Prinsjesdag.