Kabinet stelt MPP vast
Het kabinet bereidt zich voor op een instroom van ruim 70.000 asielzoekers dit jaar. Dat blijkt uit de Meerjaren Productie Prognose (MPP), die staatssecretaris Van der Burg (J&V) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In de halfjaarlijkse MPP brengt het kabinet in beeld met welke scenario’s van asielinstroom rekening gehouden moet worden. Onrust in landen op en buiten het Europese continent veroorzaken een hoge verwachte asielinstroom. Gezien alle onzekerheden houdt het kabinet een scenario aan tussen het medio en maximum scenario: ruim 70.000 asielzoekers. Ook de verwachte instroom van alleenstaande minderjarige vreemdelingen is met een toename van 27 procent fors naar boven bijgesteld.
Voor het COA betekent deze verwachte instroom dat zij 77.100 opvangplekken nodig heeft per 2024. Het vooruitzicht van de hoge asielinstroom zorgt voor de hoogste taakstelling voor gemeenten sinds 2015 in het te huisvesten vergunninghouders. Het aantal te huisvesten mensen met een verblijfsvergunning is voor de tweede helft van 2023 vastgesteld op 27.300.
Aanpak
Asiel in Nederland moet menselijk en rechtvaardig zijn, maar ook effectief en beheersbaar. Het kabinet ziet de instroom niet als een gegeven en zet actief in op het krijgen van meer grip op migratie, zowel binnen Nederland als daarbuiten. In heel Europa neemt het aantal asielzoekers dat zich meldt toe. Nederland blijft zich op het hoogste politieke niveau inzetten om een nieuwe impuls te geven aan de Europese discussie over migratie. Er wordt hard gewerkt aan samenwerkingen met landen van herkomst en doorstroomlanden om irreguliere migratie te voorkomen en terugkeer te bevorderen. Daarnaast versterkt de Europese Commissie de buitengrenzen.
Naast de inzet in binnen- en buitenland om grip te krijgen op migratie heeft het kabinet met partijen uit de keten maatregelen getroffen ter voorbereiding op de verwachte instroom. Het kabinet begrijpt ten zeerste hoeveel de druk op de asielopvang vraagt van gemeenten, provincies, ketenorganisaties en de samenleving. Door onder andere stabiele financiering, versterking van de Provinciale Regietafels, de realisatie van een vaste voorraad van het COA en de uitwerking van kleinschalige opvang wordt hard gewerkt aan voldoende opvangplekken. Daarnaast wordt door flexwoningen beschikbaar te stellen de hand uitgestoken naar gemeenten om beweging te krijgen in de woningzoekendenmarkt én de uitstroom uit de asielopvang richting huisvesting van vergunninghouders bevorderd.
Het is voor de IND niet mogelijk het aantal beslissingen zo te verhogen dat de instroom bijgehouden wordt of op de werkvoorraad wordt ingelopen. Dit probleem is niet meer door de IND alleen op te lossen en de gevolgen strekken verder dan alleen deze organisatie of de asielketen. Daarom zijn maatregelen genomen om voorraden niet verder op te laten lopen. Aan de ene kant door het efficiënter afhandelen van asielaanvragen van Syriërs en Jemenieten die snel voor inwilliging in aanmerking komen, bijvoorbeeld door gerichter te horen. Aan de andere kant wordt met prioriteit gekeken naar aanvragen van asielzoekers waarvan de kans dat zij asiel krijgen juist klein is zoals Algerijnse en Moldavische asielzoekers.
Daarnaast wordt bekeken hoe de start van het asielproces, het identificatie- en registratieproces (I&R), zo vormgegeven kan worden dat asielaanvragers zo vroeg mogelijk in hun asielproces geregistreerd worden.
Onderzoek inwilligingspercentage
Hoewel het asielbeleid nauwelijks veranderde, is er vanaf 2020 een stijging te zien in het percentage van asielaanvragen dat wordt ingewilligd. Op basis van de verschillen in samenstelling van de asielpopulatie tussen Nederland en andere lidstaten, kan het hoge gemiddelde inwilligingspercentage grotendeels worden verklaard. Op een aantal nationaliteiten willigt Nederland echter meer in dan een aantal jaren terug én willigt Nederland ook meer in dan de andere lidstaten. Onderzoek van het kabinet laat zien dat vooral de uitvoeringspraktijk is veranderd. Mede als gevolg van uitspraken van de rechter moet de IND steeds meer aantonen dat asielbescherming niet nodig is in plaats van dat de asielzoeker aannemelijk moet maken dat hij recht heeft op asiel. Daarnaast heeft het asielrecht in Nederland een ontwikkeling doorgemaakt waardoor meer categoriaal wordt beoordeeld in plaats van dat er gekeken wordt naar het individu.
Het kabinet is voornemens om de uitvoeringspraktijk in lijn te brengen met Europese kaders. Op die manier voorkomt het kabinet dat Nederland onnodig aantrekkelijk wordt als land van bestemming. Zo wordt het groepenbeleid herzien waardoor individuele toetsing zwaarder gaat wegen. Daarnaast wordt bezien of de bewijslastverdeling, waaronder de geloofwaardigheidsbeoordeling, in Nederland in lijn is met het Europees recht. Verder wordt onder andere informatie van andere lidstaten betrokken over hun landenbeleid en versterkt IND de kwaliteitscontrole. Dit gebeurt op een manier die past binnen internationale verdragen en uitvoerbaar is. Een deel van de maatregelen kan snel ingaan, een ander deel vraagt nadere uitwerking.
Vervolg
Naast het bovenstaande is het kabinet in gesprek om tot een strategische migratieagenda te komen. En is een fundamentele heroriëntatie asiel gestart.