Toespraak staatssecretaris Vivianne Heijnen 10 jaar Kennisinstituut duurzame verpakkingen Amare, Den Haag, 25 januari 2023

‘Tussen 2013 en 2022 is veel veranderd. Verpakkingen – het materiaal, de hoeveelheid, de vorm – het is inmiddels on top of mind bij het publiek, bij de industrie. De onverschilligheid is er helemaal af. Dat zet grote krachten in beweging.’

Dat zei staatssecretaris Heijnen gisteren bij het 10 jarig bestaan van het Kennisinstituut Duurzame Verpakkingen (KIDV) in Den Haag.

‘De wereldeconomie is de afgelopen zes jaar niet meer, maar minder circulair geworden.’ Het laatste Circularity Gap Report begint met een reality check. Het ligt niet aan de circulaire initiatieven. Het gebruik van primaire grondstoffen neemt nog steeds toe.
Circulair denken en doen is fundamenteler dan veel mensen tot nu toe dachten.
Ik hoef dat hier niet uit te leggen. Wij weten wat ons te doen staat, en dragen dat uit.

Beste Chris Bruijnes, beste mensen,
Van harte gefeliciteerd met jullie tweede jubileum, met de tiende verjaardag van  het Kennisinstituut Duurzame Verpakkingen!
‘Maar ere wie ere toe komt: wij vinden het toch vooral de verdienste van het verpakkende bedrijfsleven, de ondernemers – van multinational tot retailer tot start-up - die duurzaam verpakken hebben omarmd én – vergezeld door de recyclingindustrie – in de praktijk hebben gebracht,’ lees ik op jullie website.
De credits doorgeven, dat is heel chic. Maar ik ben hier vandaag gekomen om jullie een pluim te geven!
Jullie hebben de afgelopen 10 jaar serieus werk geleverd. De kennis die jullie verzamelen en ontwikkelen is heel belangrijk bij de  ‘paradigmaverschuiving’ die we samen in gang zetten.
Want zo mogen we de overgang van een lineaire naar een circulaire samenleving wel noemen.  
Hoe ziet die betekenis van jullie werk er concreet uit?
In 2013 werd de Raamovereenkomst Verpakkingen getekend. Uit die overeenkomst werd het Kennisinstituut Duurzame Verpakkingen geboren. Even wat feiten:
•    Meteen dat eerste jaar volgde de pilot ‘Mag het een tasje minder zijn’. In 2016 kwam het verbod op ‘gratis plastic tasjes’. Tussen aanhalingstekens, want niets is gratis, zeker niet als het belastend is voor het milieu. Inmiddels is het gebruik van plastic tasjes met 80% afgenomen: concrete maatregel, concreet effect.
•    Ook in 2013 begonnen: een studie naar de recyclebaarheid van drankenkartons. Een ingewikkeld product, maar ‘redelijk goed te recyclen’ lees ik in jullie factsheet van vorig jaar.
•    Even tussendoor: hulde voor de buitengewoon heldere taal waarin jullie factsheets en rapportages zijn geschreven!
•    Op 8 juli 2015 publiceerde het KIDV een eerste set brancheverduurzamingsplannen. Tussen 2015 en 2018 zijn in totaal dertien brancheplannen ingediend om verpakkingen te verduurzamen. Het KIDV ondersteunde de branches in hun proces en reikte concrete methodieken aan. Ook stelde het KIDV een onafhankelijke commissie in om de gestelde doelen te toetsen.
•    Ook een heel populair instrument bij ondernemers is de Recyclecheck. Een beslisboom met de juiste vragen en achtergrondinformatie die helpt bij het bepalen of een verpakking goed recyclebaar is, en waar kansen voor verbetering liggen.
•    Het Kennisinstituut organiseert sinds 2018 trainingen om ondernemers en producenten wegwijs te maken in de wereld van duurzaam verpakken. Om een nieuwe manier van werken te introduceren met een nieuwe visie op productontwerp, materiaalgebruik en waarde.
•    En sinds 2019 kunnen ondernemers advies op maat krijgen bij specifieke vraagstukken over productverpakking.

Dit is geen niche. Dit is geen detail in ons grondstoffenbeleid. Want 20% van het huishoudelijk afval bestaat uit verpakkingen. Voedselverpakkingen omvatten 10% van de totale milieu-impact van voedsel.
Natuurlijk weten wij: verpakkingen zijn ook heel nuttig. Maar de grote vraag is wel: hoe kan het duurzaam. Het Kennisinstituut Duurzame verpakkingen heeft een sleutelpositie in dit proces. Met één been in de Nederlandse praktijk, met het andere in het Europese netwerk van samenwerkingspartners.
Tussen 2013 en 2022 is veel veranderd. Verpakkingen – het materiaal, de hoeveelheid, de vorm – het is inmiddels on top of mind bij het publiek, bij de industrie. De onverschilligheid is er helemaal af. Dat zet grote krachten in beweging.
De Europese Commissie heeft een helder doel gesteld: honderd procent recyclebare verpakkingen in 2030. In Nederland pakken we wegwerpplastic aan en willen we dat herbruikbaar de norm wordt. En de kennisopbouw en expertise van het Kennisinstituut kunnen daarin niet worden onderschat.
Maar streven is niet genoeg. Er is nog een wereld te winnen. Dat voelen we allemaal.
Wat staat er de komende tijd op het programma:
Ten eerste: vanaf juli 2023 gaat nieuwe regelgeving in werking: verbod op gratis wegwerpbekers en (vormvaste) voedselverpakkingen voor consumptie voor onderweg, afhalen of bezorgen. We volgen hier de lijn van de plastic tasjes.
Twee: vanaf januari dit jaar is de producentenverantwoordelijkheid verder uitgebreid. Producenten van kunststof verpakkingsmaterialen die onder de Single Use Plastics-regelgeving vallen gaan meebetalen aan de kosten voor het opruimen van zwerfafval. In de nabije toekomst richten we ons ook op design for recycling, hergebruik en preventie van overmatig verpakken. Er komt dus steeds meer verantwoordelijkheid bij de producent te liggen om het maatschappelijke probleem dat verpakkingen veroorzaakt op te lossen.
Ten derde: vanaf 1 januari 2024 is het verboden wegwerpbekers en voedselverpakkingen te gebruiken bij consumptie ter plaatse. Het is eigenlijk heel vreemd hoe vanzelfsprekend we wegwerpspullen zijn gaan vinden. Dat we nu ruim 4 miljard wegwerpbekers per jaar gebruiken, en ook nog eens 3 miljard ‘on-the-go’ voedselverpakkingen. Dat alleen al zijn 19 miljoen items die per dag in Nederland worden weggegooid. Een last voor afvalverwerkers en schoonmakers van de openbare ruimte. En een gemiste kans voor de industrie die de schaarser wordende grondstoffen nodig heeft.
Ten vierde: voorkómen van afval is natuurlijk de beste remedie. Daarom richten we ons op hergebruik van materialen. Dáár zou de bedrijfsvoering eerst en vooral op ingericht moeten zijn. Dat vraagt om kennis en innovatie.
Het KIDV is onmisbaar om al deze eisen en verwachtingen concreet te maken, om producenten met kennis en ideeën te helpen.
Beste mensen,
We hebben nog heel veel werk te doen om ervoor te zorgen dat alle verpakkingsmaterialen in 2030 recyclebaar zijn. Dat we niet méér verpakkingsmateriaal gebruiken dan écht nodig is, en om in 2050 de samenleving volledig circulair te laten zijn.
Ambitieus? Zeker! Er zal op een aantal punten ook zeker nog een tandje bij moeten. Maar het is niet onmogelijk.
Jullie leveren in ieder geval een cruciale bijdrage aan het duurzamer maken van Nederland, aan het mooier maken van Nederland.
Dank daarvoor!
En op naar de volgende tien jaar!