Toespraak door minister Weerwind bij het symposium '10 jaar conclusies en grote kamer Raad van State'
Beste aanwezigen,
Kan een vleugelslag van een vlinder in Brazilië maanden later een orkaan in Texas veroorzaken? Het feitelijke antwoord is natuurlijk nee, maar het gaat om de achterliggende gedachte van deze theorie van Edward Lorenz. Iets kleins kan iets groots veroorzaken.
Uiteraard houdt u zich enkel en alleen met grootse zaken bezig, maar toch durf ik de vlindertheorie, beter bekend als the butterfly effect, op de Algemene wet bestuursrecht los te laten. En dan meer in het bijzonder op de conclusies die tien jaar geleden zijn geïntroduceerd.
Gemiddeld is er sindsdien 2,5 conclusie per jaar genomen. Een bescheiden, zo niet klein aantal. Maar de maatschappelijke impact ervan is des te groter.
Ik denk bijvoorbeeld aan die gewichtige conclusie over de redelijke termijn van artikel 6 EVRM en de serie conclusies over het evenredigheidsbeginsel.
Dit waren vleugelslagen die er toe doen voor de rechtsontwikkeling en rechtseenheid.
Ik moet overigens eerlijk bekennen dat ik bij de term conclusies een wat ander beeld had.
Maar ik heb inmiddels geleerd dat er een groot verschil is tussen het nemen van een conclusie, zoals dat in de Awb is geregeld, en het trekken van een conclusie, zoals ik dat als bestuurder gewend ben te doen.
Het nemen van een conclusie levert een doorwrocht advies op, vaak van tientallen pagina’s. Het trekken van een conclusie, dat doe ik het liefst in één zin. Ieder z’n vak!
De Wet aanpassing bestuursprocesrecht, waarmee tien jaar geleden onder andere de instrumenten van conclusies en de grote kamer werden geïntroduceerd, was de laatste grote verbouwing van de Awb.
Ik heb me laten vertellen dat dit het magnum opus was van een ervaren wetgevingsambtenaar bij mijn ministerie, die, toen hij daarmee klaar was, besloot dat het mooi was geweest en als rechter aan de slag ging hier op de Kneuterdijk. Een mooi voorbeeld van de interactie tussen de staatsmachten.
De afgelopen tien jaar hebben er ook nog wel wat kleinere verbouwingen aan de Awb plaatsgevonden en daarvan licht ik er graag eentje uit:
Anderhalf jaar geleden werd een regeling van kracht over wat deftig heet de “amicus curiae”.
Volgens mij is het de heer Van Ettekoven die daarvoor de mooie naam ‘meedenkers’ heeft bedacht: personen of organisaties die door de hoogste bestuursrechters kunnen worden gevraagd om vanuit hun expertise mee te denken over een zaak.
Het idee daarachter is dat de rechter - in zaken die zich daarvoor lenen - een beter en breder zicht kan krijgen op de maatschappelijke gevolgen van de beslissing die hij moet nemen. Meedenkers leveren daarmee een bijdrage aan betere beslissingen.
Zoals bij alle vernieuwingen moet ook het instrument van de meedenkers nog wat vleugels krijgen. Maar, over vleugels gesproken: het begin is er! Net als velen van u, denk ik, vond ik het onderwerp best verrassend.
In december besloot de Afdeling bestuursrechtspraak voor het eerst om de opvatting van meedenkers te vragen over onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen in spouwmuren. Een zaak over een mogelijke overtreding van de Wet natuurbescherming.
De vleermuizenzaak maakt duidelijk dat het bestuursrecht werkelijk over van alles kan gaan. De afgelopen twee jaar lijkt het een beetje alsof het alleen draait om stikstof, asiel en toeslagen.
Dat zijn natuurlijk de onderwerpen waarover we - terecht - dagelijks in de media lezen. Maar de dagelijkse praktijk is dus veel gevarieerder.
Toch wil ik hier nog iets zeggen over de toeslagen. Het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag heeft een schokgolf veroorzaakt in het bestuursrecht.
Er is hier al veel over gezegd. Onder andere over de reflecties van zowel de Afdeling bestuursrechtspraak als de eerstelijnsrechtspraak, waarbij zij zichzelf niet hebben gespaard.
Maar ook bij de andere staatsmachten was er sprake van bewustwording. Nooit eerder is de term menselijke maat zo vaak voorbijgekomen in Kamerstukken als vorig jaar. Ik heb het voor u laten uitzoeken: 526 keer. Tien jaar geleden, in 2013, was dat nog 96 keer.
Ik ben daar blij om. Wetgeving wordt nu meer en beter doorgelicht op hardvochtigheden. En waar mogelijk wordt meer beslisruimte gecreëerd zodat bestuursorganen meer maatwerk kunnen leveren.
Samen met mijn collega van BZK kijk ik hierbij nadrukkelijk ook naar de Awb. En dan vooral naar de waarborgfunctie: hoe zorgen we ervoor dat we, lessen trekkend uit de toeslagenaffaire, in de Awb steeds de burger, de mens, centraal blijven stellen. Dit is in het verleden te vaak uit het oog verloren.
Dankzij die waarborgfunctie kunnen burgers tegenwicht bieden tegen de voorsprong die de overheid vaak heeft op de burger. Hoe versterken we die functie?
We komen binnenkort met een groot aantal voorstellen. Ik noem er een paar: de burgerlijke lus, een ruimere regeling voor kwijtschelding van geldschulden aan de overheid en ruimere termijnen voor bezwaar en beroep. Maar dit is dus lang niet alles. Echter, voor nu moet u het met deze cliffhanger doen.
Even iets over de burgerlijke lus. Centraal staat hierbij de gedachte dat de overheid in procedures bij de bestuursrechter sowieso een voorsprong heeft. De overheid heeft immers meer bevoegdheden en meer mogelijkheden om informatie te verzamelen. Ook weet een overheidsorgaan beter dan een burger wat de rechter verwacht op het punt van aanleveren van bewijs.
Daarom willen we de burger bij procedures bij de bestuursrechter beter in positie brengen en meer kans bieden om bewijs aan te dragen.
Gaan procedures hierdoor langer duren? Het eerlijke antwoord is: ja, soms wel. Maar beter een wat langere procedure waarbij de burger zich gehoord weet, dan een korte procedure waarbij de burger zich als een nummer behandeld voelt.
Het voert te ver om hier nu gedetailleerd op alle voorstellen in te gaan, maar weet dat mijn ministerie en BZK hier de afgelopen tijd hard aan hebben gewerkt. Daarbij is ook samengewerkt met een grote groep van uitvoeringsorganisaties.
Precies vandaag start een preconsultatie over het wetsvoorstel.
Dat betekent dat we over een eerste wettekst en toelichting het gesprek aangaan met alle betrokkenen: burgers, uitvoeringsorganisaties, wetenschappers én rechters. We komen dus ook bij u langs.
En houd daarbij dan in gedachten, dat we samen weer een juridische vlinder kunnen loslaten om iets groots te betekenen voor onze maatschappij.