300 miljoen voor compensatie hoge kosten voor gemeenten en provincies
Gemeenten en provincies krijgen vanaf het voorjaar van 2023 structureel extra middelen om publieke en maatschappelijke voorzieningen te compenseren voor hoge kosten. Dit werd vandaag door het ministerie van Financiën bekendgemaakt in de Najaarsnota 2022. Het gaat bij deze prijsbijstelling jaarlijks in totaal om zo’n 300 miljoen euro voor de periode 2023-2025; voor 2026 en 2027 loopt dat bedrag naar verwachting op tot circa 400 miljoen euro.
Minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties): “Met deze middelen hebben gemeenten en provincies de mogelijkheid om voorzieningen met een maatschappelijke functie extra te ondersteunen als dat nodig is. Denk bijvoorbeeld aan buurt- en dorpshuizen die te maken hebben gekregen met hoge energiekosten. Het is aan gemeenten en provincies aan welke maatschappelijke voorzieningen ze dit geld willen besteden.”
Vrij te besteden
De middelen uit deze extra prijsbijstelling komen terecht in het gemeentefonds en het provinciefonds en zijn daardoor vrij te besteden. Gemeenten en provincies kunnen voor het jaar 2023 zelf keuzes maken om lokaal aanvullende maatregelen te nemen waar dat nodig blijkt.
Exacte vaststelling volgt later
De genoemde bedragen zijn indicatief. In de Voorjaarsnota 2023 zal de precieze extra prijsbijstelling over 2022 worden vastgesteld. De extra structurele prijsbijstelling zal worden gebaseerd op cijfers van het Centraal Planbureau (CPB), het zogenoemde Centraal Economisch Plan 2023. Daarbij kijkt het CPB naar de inflatieontwikkeling over 2022 ten opzichte van wat gemeenten en provincies in het voorjaar van 2022 uitgekeerd hebben gekregen.