Miljardeninvesteringen voor bereikbaarheid woonwijken in heel Nederland
Het kabinet heeft in het coalitieakkoord 7,5 miljard euro vrijgemaakt om nieuwe woonwijken bereikbaar te maken. Minister Harbers en staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) en minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) maken vandaag bekend hoe dit geld besteed wordt. Zij doen dat na overleg met provincies en gemeenten, die zelf ook een forse financiële bijdrage leveren. Het gaat om Rijksinvesteringen in infrastructuur voor het openbaar vervoer (4 miljard euro), de auto (2,7 miljard euro) en de fiets (780 miljoen euro). Het gaat zowel om nieuwe spoorlijnen, wegen en fietspaden, als om de verbetering en verdere ontwikkeling van bestaande verbindingen. Een deel van het geld gaat naar grote infrastructurele projecten, en een deel naar het versnellen van gemeentelijke en provinciale mobiliteitsmaatregelen bij nieuwe woningbouwprojecten. Er zijn veel onzekerheden, onder andere vanwege stikstof. Maar het kabinet wil door blijven werken aan de bereikbaarheid van Nederland. Het doel is goede bereikbaarheid en ontsluiting van 400.000 nieuw te bouwen woningen tot en met 2030. Bij alle plannen is expliciet de keuze gemaakt dat woningbouw en infrastructuur veel meer hand in hand worden gerealiseerd.
Minister Harbers: “Nieuwbouw en bestaande woningen moeten goed bereikbaar zijn. Daarbij is een rotonde of een verbindingsweg in je eigen buurt erg belangrijk om fijn te kunnen wonen en daarom investeren we daarin. Maar ook goede doorstroming op de ringen rond grote steden en snelwegen, zodat je daar en ook op de wegen er omheen kunt doorrijden. Dit is van groot economisch belang en zorgt dat de supermarkt kan worden bevoorraad. “
Staatssecretaris Heijnen: “We kiezen voor flinke investeringen in het openbaar vervoer en de fiets. Hiermee zorgen we dat door heel het land woningen op een duurzame manier bereikbaar worden. We kiezen niet alleen voor investeringen in de Randstad, maar juist ook in de regio. Zo zorgen we er bijvoorbeeld voor dat scholieren en studenten vanuit de Achterhoek met de trein makkelijker en sneller bij hun opleiding in Arnhem kunnen komen en maken we een nieuwe woonwijk in Groningen goed bereikbaar met het openbaar vervoer.”
Minister De Jonge: “Tot en met 2030 hebben we 900.000 woningen te bouwen. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we zorgen dat die nieuwe woningen bereikbaar zijn. Met het openbaar vervoer, met de auto of de fiets. Met deze 7,5 miljard doet het kabinet daarin een forse investering. Zes miljard voor de 17 grootschalige woningbouwlocaties, anderhalf miljard in de versnelling van 105 projecten. Binnenstedelijk en buitenstedelijk, binnen de randstad en in de regio. Van Oldambt tot Goes, van Kampen tot Sliedrecht. In het hele land zal gebouwd moeten worden.”
Stikstof
Door stikstofproblematiek, maar ook door stijgende prijzen en een tekort aan personeel zijn de uitvoering en oplevering van veel projecten onzeker. Harbers, Heijnen en De Jonge vinden het desondanks belangrijk tempo te maken en te blijven werken aan bereikbaarheid en woningbouw. Mensen moeten ergens wonen en hun huis dan ook goed kunnen bereiken. Het bestaande netwerk mag door huizenbouw niet dichtslibben. Het kabinet werkt hard aan oplossingen voor de stikstofproblematiek zodat de natuur kan herstellen en investeringen in wegen en sporen kunnen doorgaan.
1,1 miljard voor doorstroming hoofdwegen en ringwegen
Het kabinet investeert 1,1 miljard extra in de doorstroming op Rijkswegen. Hiervan wordt 801 miljoen euro uitgegeven aan het uitbreiden van wegcapaciteit op bestaande knelpunten en bij grote nieuwbouwlocaties. 300 miljoen euro wordt besteed aan mobiliteitsmaatregelen, zoals verkeersmanagement, op de ringwegen van Eindhoven, Rotterdam/Den Haag, Utrecht en Amsterdam. Dit gebeurt onder andere met slimme verkeersinstallaties en in-car informatie die ervoor zorgen dat het verkeer geleidelijk de weg op gaat en snel de weg weer af kan. Hiermee zorgen we dat op korte termijn de capaciteit van die wegen nog beter wordt benut en er minder opstoppingen ontstaan.
Investeringen in alle delen van het land
In Zuid-Holland wordt in totaal €1,566 miljard in de verbetering van het spoor en de stations tussen Leiden en Dordrecht geïnvesteerd. Eerder kreeg het project “Oude Lijn” al 1 miljard euro uit het Groeifonds toegekend. Tot 2040 worden langs of vlakbij het spoor in onder meer Leiden, Dordrecht, Den Haag, Schiedam en Rotterdam 77.000 woningen gebouwd. Met het geld dat nu beschikbaar komt, wordt niet alleen het spoor klaargemaakt om meer sprinters tussen de steden te laten rijden, maar worden ook plannen gemaakt om nieuwe stations te bouwen en worden de bestaande stations aangepakt waardoor het belangrijke knooppunten voor verschillende vormen van mobiliteit worden.
Voor Rotterdam wil IenW 625 miljoen investeren in Oeververbindingen. Er zijn plannen gemaakt om de A16 de van Brienenoordcorridor en de N210 uit te breiden. Ook moet er een brug komen tussen Feyenoord en Kralingen voor verschillende vormen van verkeer, een hoogfrequente tramverbinding tussen Rotterdam Zuidplein en Kralingen, een hoogfrequente busverbinding tussen Zuidplein en het centrum via de Maastunnel en moet station Stadionpark worden aangepakt. Dit draagt bij aan het ontwikkelen van bijna 20.000 woningen in Rotterdam. Na onder andere de openbare inspraak kan een voorkeur worden vastgesteld. Daarna kunnen de plannen verder worden uitgewerkt.
Met de Provincie Zeeland is afgesproken te verkennen welke mogelijkheden er zijn voor een innovatief en duurzaam mobiliteitssysteem. Hierbij zijn de combinatie van een flexibel OV-netwerk met een multimodaal fijnmazig netwerk het uitgangspunt, zodat het totale mobiliteitsaanbod voor de inwoners van de provincie Zeeland wordt verbeterd.
In de regio Amsterdam hebben Rijk en regio een omvangrijk pakket aan afspraken gemaakt voor het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Hoofddorp en het sluiten van de kleine metroring tot Hemknoop. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over het realiseren van project Zuidasdok. Dankzij de afspraken kan station Amsterdam Zuid zich doorontwikkelen tot een internationaal belangrijk treinstation en ontstaat er meer ruimte op het spoor voor treinen naar alle delen van Nederland. Daarmee is dit van nationaal belang voor de doorontwikkeling van het ov-systeem. Ook wordt het mogelijk om extra woningen te bouwen langs de verschillende metrostations en profiteert de leefomgeving van het ondertunnelen van de A10 Zuid. De capaciteit van de A10 Zuid wordt uitgebreid. Dit is één van de drukste schakels in het hoofdwegennet en de draaischijf rond Amsterdam met wegverbindingen naar de verschillende landsdelen. De Ringweg A10 is in 2040 naar verwachting het op één na grootste knelpunt op de weg in Nederland.
Het risico op overstromingen zoals in de zomer van 2021 in Limburg, moet verder worden aangepakt. Daarom investeert IenW in de waterveiligheid van rivieren. Het is verstandig om tegelijkertijd andere wateropgaven mee te nemen, zoals het verbeteren van de waterkwaliteit en de bevaarbaarheid. De investeringen op dit gebied gaan met name naar de provincie Limburg. Zo wordt 28,8 miljoen euro uitgetrokken voor het project Venlo-Vierwaarden, waar dijken worden versterkt en rivieren worden verruimd. Ook wordt het stroomgebied van de Maas tussen Eijsden, Maastricht en de monding van de Geul aangepakt: het Rijk stelt 60 miljoen euro beschikbaar voor de rivierverruimingsopgave, de regio’s leggen bij om natuurdoelen te behalen en stadsontwikkeling te bevorderen.
Eindhoven en Helmond bouwen de komende jaren veel huizen in de omgeving van de treinstations. Om te zorgen dat nieuwe en huidige bewoners goed van A naar B kunnen komen investeert het kabinet 802 miljoen euro in de bereikbaarheid van de Brainportregio Eindhoven. Het gaat om een verkenning naar een multimodale knoop met genoeg ruimte voor het groeiende aantal reizigers met bus, fiets en trein. Voor het spoor moet dit leiden tot een goede dienstregeling met capaciteitsuitbreiding voor verbetering van de verbindingen met Limburg en met Aken. Ook een aparte busbaan waar bussen snel van en naar Veldhoven kunnen rijden maakt onderdeel uit van dat plan.
Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat): “Het kabinet heeft grote ambities neergelegd om onze economie te versterken. Dat doen we door bijvoorbeeld samen met regio’s en bedrijven meer dan ooit te investeren in innovatie, hightech, verduurzaming en digitalisering van de industrie. Bereikbaarheid is een absolute kernvoorwaarde om een succesvoller ondernemersklimaat te realiseren. De nu aangekondigde miljardeninvesteringen in de Nederlandse infrastructuur maken economische groei en werkgelegenheid op lange termijn mogelijk, daar waar grote kansen liggen zoals in de Brainportregio Eindhoven.”
In de stad Groningen wordt op een oud fabrieksterrein van een suikerfabriek een nieuwe woonwijk en campus ontwikkeld waar 5000 woningen komen te staan. Het ministerie van IenW reserveert in totaal € 88,6 miljoen voor de ontwikkeling en bouw van een nieuw trein- en busstation.
In de provincie Gelderland investeren Rijk en provincie samen 150 miljoen in de RegioExpres. Met dit bedrag kan het spoor tussen Arnhem en de Achterhoek worden aangepast – waaronder verdubbeling van het spoor tussen Didam en Doetinchem De Huet - waardoor er vaker en snellere treinen kunnen rijden. De reistijd tussen Winterswijk en Arnhem wordt zo verkort met 13 minuten en voor overstappers op een IC-verbinding naar de Randstad kan de reistijdwinst zelfs oplopen tot 26 minuten. De RegioExpres moet eind 2026 gaan rijden.
In Overijssel wordt het spoor tussen Enschede en Münster geëlektrificeerd. Dat is een belangrijke stap voor het waarborgen van een internationale verbinding tussen Zwolle en Münster. En daarmee op weg naar betere spoorverbindingen tussen Nederland en Duitsland. Het Rijk investeert 30 miljoen.
In Utrecht wordt de volgende stap gezet in het onderzoek naar de Merwedelijn. De nieuwe tramlijn moet tussen Utrecht Centraal en Nieuwegein Centrum komen te liggen en er wordt onderzocht of de tram deels ondergronds kan lopen. De verbinding maakt extra woningbouw mogelijk in heel Utrecht Zuidwest.
Fiets
Het Rijk investeert 780 miljoen in fietsinfrastructuur door het hele land. Het gaat om maatregelen zoals doorfietsroutes, waar fietsers snel en veilig van en naar kunnen huis fietsen. Ook komen er veel nieuwe fietsenstallingen bij OV-knooppunten. Bijvoorbeeld bij de stations in Utrecht en Goes, waar in totaal 3500 nieuwe plekken komen. Fietsers kunnen daar makkelijker en sneller overstappen op het openbaar vervoer.
Daarnaast komen op tal van plekken nieuwe tunnels en bruggen voor fietsers en voetgangers. Bijvoorbeeld over rijkswegen, of onder het spoor door, zoals in Wijchen en bij Sittard-Geleen. Zodat de woonwijk aan de andere kant van de weg of het spoor snel en direct per fiets of te voet te bereiken is.
Fietsinfrastructuur is relatief goedkoop en fietsen brengt geen schadelijke gassen met zich mee. Bovendien fietsen Nederlanders van jong tot oud, dus kunnen veel mensen gebruik maken van de nieuwe fietsroutes en -verbindingen.
Ook gemeenten en provincies betalen mee aan de fietsmaatregelen. Samen met hun bijdrage komt de totale investering voor de fiets op ruim 1,1 miljard euro.