Convenant voor een dierwaardige veehouderij
Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) neemt het initiatief om in een convenant afspraken te maken over de ontwikkeling naar een dierwaardige veehouderij. In dit convenant zullen afspraken staan over een toekomstbestendige veehouderij die gebaseerd is op de behoeften van dieren.
Minister Adema: “Ik wil samen met verschillende partijen aan de slag om vorm te geven aan een toekomstbestendige veehouderij die uitgaat van de behoeften van dieren. Daarin hebben dieren de ruimte om natuurlijk gedrag te vertonen en zijn standaard fysieke ingrepen bij dieren - zoals het couperen van varkensstaarten - overbodig.”
Verschillende partijen uit de agrarische sector en dierenwelzijnsorganisaties zijn uitgenodigd om deel te nemen. Het convenant zal uiterlijk eind mei 2023 zijn ondertekend en vormt de basis voor aanvullende wet- en regelgeving.
Voormalig Tweede Kamerlid en diplomaat Bram van Ojik zal als onafhankelijk voorzitter met partijen uit de veehouderij, dierenwelzijnsorganisaties, de (markt)keten en het ministerie van LNV een agenda bepalen en de gesprekken leiden. Deze zullen onder meer gaan over de tijdshorizon van de transitie naar een dierwaardige veehouderij, het in te zetten instrumentarium en ondersteuning vanuit markt en overheid. Partijen die uitgenodigd zijn om deel te nemen aan de gesprekken zijn: LTO, NAJK, Caring Farmers, Dierenbescherming, DZK (zuivelketen), POV (varkenssector), AVINED (pluimveeketen) en CBL (supermarkt- en foodservicesector).
Op basis van de uitkomsten van het convenant wil de minister van LNV wettelijk vastleggen wanneer een houderijsysteem geldt als ‘diergericht ontworpen’ en per wanneer houderijsystemen diergericht ontworpen moeten zijn. Er zullen afspraken worden gemaakt over wat er nodig is qua ondersteuning en proces om daar te komen. De eerdere adviezen van de Raad voor de Dieraangelegenheden worden als basis genomen.
Wetswijziging
In 2021 heeft de Tweede Kamer een amendement aangenomen op de Wet dieren dat als doel heeft dat dieren geen pijn of letsel, of benadeling van welzijn of gezondheid ervaren door de wijze waarop ze gehouden worden. Denk hierbij aan de beperkingen van de behoeften van dieren in stallen of het routinematig verrichten van fysieke ingrepen bij dieren zoals het couperen van varkensstaarten.
Uit een juridische analyse en consultatie van onder meer het Openbaar Ministerie is echter gebleken dat nadere wet- en regelgeving nodig is om te bepalen wat dan precies wel en niet meer concreet is toegestaan. Om het doel van een dierwaardige veehouderij te bereiken op een manier die veehouders duidelijkheid geeft en ook in de praktijk handhaafbaar is, is er een nieuwe wijziging van de huidige wet opgesteld.