Speech staatssecretaris Vivianne Heijnen, Bestuurlijke bijeenkomst 'Omgevingsveiligheid nu op de kaart of straks van de kaart?' Mauritshuis, Den Haag, 15 september 2022
‘Met de modernisering van het Omgevingsveiligheidsbeleid wordt de burger meer bij de besluitvorming betrokken. Duidelijk zijn over afwegingen tussen diverse belangen die allemaal legitiem zijn – zoals woningbouw, vervoer, veiligheid – helpt de kwaliteit van de besluitvorming en vergroot het draagvlak.’
Dat zei staatssecretaris Heijnen vorige week 15 september 2022 tijdens de bestuurlijke bijeenkomst Omgevingsveiligheid nu op de kaart of straks van de kaart? in het Mauritshuis, Den Haag.
Dank, moderator David van der Burg,
En dank Ira Helsloot voor je heldere presentatie van zonet! Heel mooi om die casus van Chemelot weer even scherp op het netvlies te hebben. Eigenlijk komen alle facetten van het thema van vandaag erin voor. En voor mij persoonlijk: ik ken de omgeving natuurlijk goed. Dat spreekt dubbel tot de verbeelding.
Beste burgemeesters, wethouders, gedeputeerden, dijkgraven, directeuren van omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en GGD’s,
Beste collega’s,
Fijn u vandaag te treffen hier in het hart van Den Haag, in dit mooie Mauritshuis! Even terzijde: dat Chemelot complex is gebouwd op de fundamenten van de Staatsmijn Maurits. Maar dat staat verder geheel los van elkaar…
Het zal voor de gemiddelde bezoeker van de Haagse binnenstad niet de eerste gedachte zijn, maar wij weten: hier is grondig over de veiligheid nagedacht. In het ontwerp van de publieke ruimte, in de eisen die we aan de gebouwen stellen, in mogelijke vluchtroutes, in veiligheidsplannen en protocollen voor als er zich iets voordoet.
Nederland is een ‘compact’ land. Ruimte is schaars. De beschikbare ruimte zullen we zo verstandig mogelijk moeten inrichten. Er komen heel veel nieuwe woningen bij, we hebben ruimte nodig voor de energietransitie, en het veranderende klimaat vraagt om stevige ingrepen in onze ruimtelijke ordening.
We wegen voortdurend belangen tegen elkaar af, maken keuzes, en besluiten samen hoe we Nederland mooi, bereikbaar en vooral veilig houden voor de toekomst.
Omgevingsveiligheid dus.
Op papier is het abstract, met risico-analyses en veiligheidscontouren, maar burgers maken zich zorgen om concrete situaties. Zij vragen zich af: “Is het veilig om hier te wonen, te werken, naar school te gaan? Zijn de risico’s in mijn buurt wel voldoende bekend en mag ik die als inwoner ook kennen? En weet ik wat ik moet doen als het ondanks alles toch misgaat?”
En wat verandert er allemaal als we Nederland op het veranderende klimaat inrichten, onze energie anders gaan opwekken en opslaan, en als er één miljoen huizen bij komen?
Ons omgevingsveiligheidsbeleid – drie keer woordwaarde! – was toe aan een update. En dat gaat niet alleen over ons werk, dat gaat over het leven van iedereen in ons land.
Daarom ben ik blij dat het ons gezamenlijk gelukt is om met de “Modernisering van het Omgevingsveiligheidsbeleid” ook die stap naar de burger nadrukkelijk gezet hebben. Duidelijk zijn over afwegingen tussen diverse belangen die allemaal legitiem zijn – zoals woningbouw, vervoer, veiligheid – helpt de kwaliteit van de besluitvorming en vergroot het draagvlak.
Even een korte terugblik:
De afgelopen twee jaar heeft u aan één of meer van de zeven regionale sessies meegedaan. Die waren bedoeld om de aandachtsgebieden in kaart te brengen, om best practices met elkaar te delen, en om alle relevante factoren voor goed omgevingsveiligheidsbeleid op tafel te krijgen.
450 Deelnemers, waarvan 175 bestuurders namen deel en dat leverde veel op. Ik noem vijf dingen die mij opvielen:
1. Bewustwording is essentieel. Dat zit bij de meeste bestuurders wel goed. Zij zien de grote opgaven waarvoor we staan, zij zien de ingrijpende veranderingen die in hun regio op stapel staan en wat dat betekent voor de rol van het lokale bestuur. De meeste bestuurders zien omgevingsveiligheid niet zozeer als een technisch inhoudelijk vraagstuk maar meer een probleem van proces, afstemming, afweging en communicatie.
2. Ten tweede blijkt dat bestuurders voldoende zicht hebben op de rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Samenwerking binnen de eigen organisatie, met en tussen de ketenpartners - Veiligheidsregio, Omgevingsdienst en GGD – is niet altijd vanzelfsprekend. Daar is dus nog winst te boeken.
3. Ten derde: de brongerichte aanpak is een effectieve aanpak om maatregelen te nemen voor risicovolle activiteiten. Deze aanpak zorgt er dan voor dat de risico’s van bijvoorbeeld een grote opslag van gevaarlijke stoffen voor de omgeving beperkt blijven. De werkwijze van aandachtsgebieden geven bestuurders voldoende mogelijkheden voor maatwerk bij ruimtelijke ontwikkeling.
4. Ten vierde bleek uit de sessies dat bestuurders soms terughoudend zijn met proactieve communicatie over omgevingsveiligheid, om niet onnodig onrust te veroorzaken. Dat is begrijpelijk. Maar mensen snappen echt wel dat er niet zoiets bestaat als een risicovrije samenleving. Het is zoeken naar de juiste balans in duidelijkheid over mogelijke gevaren en het niet te zwaar maken van zeer hypothetische scenario’s.
5. En ten vijfde: bij veel gemeenten bleken zorgen te bestaan over goederenvervoer binnen het stedelijk gebied, bijvoorbeeld in relatie tot de woningbouwopgave. Dat gaat vooral over vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg of het spoor, onderwerpen die op rijksniveau spelen. Dat zijn begrijpelijke zorgen. Met het programma Robuust Basisnet Spoor werken we hiervoor aan de specifieke invulling van de aandachtsgebieden, die beter past bij het karakter van doorgaand vervoer.
Wat is nu de bottomline? Zoals ook uit de aanpak van Ira Helsloot naar voren komt, heeft een aandachtsgebied de functie om omgevingsveiligheid in een vroeg stadium en volwaardig mee te wegen bij de plannen voor gebiedsontwikkeling. Dit pro-actieve karakter van omgevingsveiligheidsbeleid is essentieel.
Anders gezegd: een ‘aandachtsgebied’ is een afwegingengebied, geen verbodsgebied. Dat was al zo in het huidige ‘invloedsgebied’, en dat blijft dus ook zo.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet krijgt u ook te maken met participatie. Ik gaf zojuist al aan dat ik dat een heel belangrijk punt vind van het omgevingsveiligheidsbeleid. Burgers, bedrijven en andere partijen moeten meer en actiever betrokken worden bij de verschillende beleidsfasen, waaronder bij de ruimtelijke afwegingen.
Een instrument dat hiervoor ingezet kan worden is de Atlas Leefomgeving. Deze Atlas biedt veel informatie over de kwaliteit van de Nederlandse leefomgeving. Er zijn kaarten ontwikkeld waarop de aandachtsgebieden getoond worden. Er is meer informatie over deze Atlas aanwezig. Ik raad u aan dat straks mee te nemen.
Beste mensen,
Deze bijeenkomst is de afsluiting van het bestuurlijke traject dat we met elkaar doorlopen hebben in aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Daarmee ronden we de beleidsontwikkeling af. Maar we zijn natuurlijk nog niet klaar. Want nu begint het échte werk.
De uitvoering is in handen van gemeenten en provincies. Maar ik blijf graag betrokken. Het ministerie zal u ondersteunen waar dat nodig is.
De instrumenten voor het nieuwe omgevingsveiligheidsbeleid liggen klaar, laten we er nu mee aan de slag gaan.
Dank u wel.