Financiële transitietegemoetkoming voor afbouwen derogatie
Nederlandse boeren kunnen in 2022 nog volledige derogatie aanvragen voor het uitrijden van mest. De jaren daarna volgt een geleidelijk afbouwpad tot en met 2025. Vanaf 2026 krijgen Nederlandse boeren geen uitzondering meer om meer mest uit te rijden dan 170 kg per hectare, de zogenoemde derogatie. Dat staat in de conceptderogatiebeschikking die de Europese Commissie heeft gedeeld met de lidstaten. De gevolgen van het afbouwen van de derogatie zijn groot voor melkveehouders. Daarom stelt het kabinet 130 miljoen euro beschikbaar voor melkveehouders die gebruikmaken van derogatie. Zij kunnen vanaf januari 2023 een financiële tegemoetkoming aanvragen.
Derogatieverlening voor Nederlandse boeren is nooit vanzelfsprekend geweest – al bij de laatste verlening (voor de jaren 2020 en 2021) was de Europese Commissie (EC) terughoudend in het verlenen van een derogatie. Bij het verlenen van de uitzondering houdt de EC rekening met eisen aan de milieutoestand in den brede en de waterkwaliteit in het bijzonder. Nederland voldoet niet aan alle eisen. De EC kijkt hierbij ook naar de mogelijke oorzaken van de milieudruk.
Minister Staghouwer van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: “De intensieve en maandenlange onderhandelingen met de Europese Commissie over een derogatieverlening waren niet eenvoudig. Uiteindelijk moeten Nederlandse boeren de komende jaren de omvang van derogatie voor het uitrijden van mest afbouwen naar de gebruikersnorm van 170 kg per hectare. Ik begrijp dat dit een harde boodschap is nu de sector aan de vooravond staat van de grote landbouwtransitie. Daarom komt het kabinet de boeren tijdelijk financieel tegemoet.”
Inhoud van de conceptbeschikking
Naast het afbouwpad voor de omvang van derogatie volgen er ook nog andere stevige maatregelen uit de conceptbeschikking die gevolgen hebben voor de agrarische sector. Zo moet Nederland de komende periode zogenoemde ‘verontreinigde gebieden’ aanwijzen, waar de derogatie sneller zal worden afgebouwd en aanvullende eisen worden gesteld en vindt er een bijstelling van de mestproductieplafonds plaats. LNV werkt de aanvullende voorwaarden, zo mogelijk met de sector, de komende periode verder uit. De volledige derogatiebeschikking zal na stemming in het Nitraatcomité 15 september a.s. gedeeld worden.
Transitieregeling
Het kabinet beseft dat de gevolgen van de afbouw van derogatie voor de betreffende melkveehouders en in de gehele agrarische sector erg groot zijn. Vanwege het wegvallen van de derogatie vanaf 2026 moet de agrarische sector snel verstrekkende aanpassingen doen in hun bedrijfsvoering, zoals een groter deel van hun mest afvoeren. Daarnaast staat de sector ook voor opgaves op het gebied van terugbrengen van de stikstofuitstoot, verbetering van klimaat, de waterkwaliteit en versterking van de natuur. Het kabinet wil dat boeren krachtig de grote landbouwtransitie in kunnen en hecht eraan dat de hoeveelheid grasland in Nederland behouden blijft. Daarom komt het kabinet melkveehouders die gebruikmaken van derogatie financieel tegemoet in de extra kosten voor mestafzet. De zogenoemde transitieregeling stimuleert het behoud van grasland op de melkveebedrijven. Een van de voorwaarden voor het verkrijgen van derogatie is dat boeren 80% grasland aanhouden op hun bedrijf. Grasland is belangrijk om uitspoeling van stikstof en fosfaat in ons water te voorkomen. Daarom is het belangrijk dat de bedrijven grasland behouden. Hoe de transitieregeling van in totaal 130 miljoen euro voor drie jaar eruit gaat zien, zal de komende periode verder uitgewerkt worden. Het kabinet streeft ernaar ook na 2025 grasland te behouden vanwege de relatief gunstige effecten op waterkwaliteit en natuur.
Vervolg
De procedure tot verlening van derogatie is nog niet afgerond. 15 september komt het Nitraatcomité bij elkaar en daar zal er door de lidstaten gestemd worden over de voorliggende conceptderogatiebeschikking. De minister van LNV zal de Tweede Kamer informeren over de uitslag van deze stemming.