Ambassadeurs Afghanistan en Pakistan: 1 jaar na de val van Kaboel
Sinds 15 augustus 2021 is Afghanistan in de handen van de Taliban. Bijna een jaar later komt een einde aan de plaatsing van 2 ambassadeurs die de situatie van dichtbij meemaakten. Caecilia Wijgers, ambassadeur in Afghanistan. En Wouter Plomp, ambassadeur in Pakistan. Zij blikken terug op de gebeurtenissen in en om Afghanistan, en kijken naar de toekomst van de regio.
Caecilia Wijgers, ambassadeur in Afghanistan
‘Mijn tijd als ambassadeur in Afghanistan kun je in twee woorden samenvatten,’ vertelt Caecilia. ‘Ervoor en erna. Met als keerpunt de overname van Afghanistan door de Taliban en de evacuatie-operatie die daarop volgde. In mijn hoofd ga ik nog steeds weleens door de verschillende gebeurtenissen in aanloop naar 15 augustus, op het vliegveld in Kaboel, en erna hier in Nederland en in Afghanistan. Het gevoel na de val van Kaboel kan ik nog gemakkelijk oproepen: ongeloof, shock, een keerpunt in de geschiedenis.’
Mijn tijd als ambassadeur in Afghanistan kun je in twee woorden samenvatten: ervoor en erna.
‘Voor het vertrek van de Verenigde Staten en NAVO-militairen hadden we ons samen met gelijkgezinde landen op meerdere scenario’s voorbereid. Maar door die stroomversnelling van gebeurtenissen, belandden we in het zwartste scenario.’
Afghanistan: de situatie nu
‘De situatie in Afghanistan is zeer zorgwekkend. Het land bevindt zich in een diepe economische en humanitaire crisis onder een regime dat tot nu toe door geen enkel land wordt erkend. De Taliban zijn onderling verdeeld en ook onder de Afghaanse bevolking ontbreekt het hen aan legitimiteit. De vrijheid van mensen staat onder druk, en met name vrouwen lijden daaronder. Ze worden letterlijk verbannen uit het openbare leven. Middelbaar onderwijs is ook nog steeds niet open voor vrouwen.’
De opdracht zoals ik die kreeg in Kaboel staat nog steeds. Maar de opdracht is alleen maar moeilijker geworden.
‘De opdracht zoals ik die destijds kreeg in Kaboel staat nog steeds: het bijdragen aan stabilisatie van Afghanistan. Nederland blijft de Afghaanse bevolking steunen. Maar humanitaire hulp alleen is niet genoeg. Investeren in de zelfredzaamheid van de bevolking, inzet op mensenrechten, steun aan het maatschappelijk middenveld, de strijd tegen terrorisme en het in gesprek blijven met de Taliban: het is allemaal nodig. De opdracht is dus alleen maar moeilijker geworden. Niet alleen omdat de Taliban aan de macht zijn, maar ook omdat we als ambassadeteam nu al een jaar op afstand zitten.’
Overbrengen van personen uit Afghanistan
Sinds de machtsovername van de Taliban zet Nederland zich in om personen in Afghanistan die daarvoor in aanmerking komen zo snel mogelijk naar Nederland over te brengen. ‘Na de acute evacuatiefase in Kaboel werd er in Den Haag een aparte taskforce voor overbrenging opgericht om de activiteiten op onze ambassades te coördineren. Samen zorgen zij voor alternatieve routes via Pakistan, Iran, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten. Op die manier kunnen mensen die nog in Afghanistan zijn naar Nederland worden gehaald. Ik ben al deze collega’s erg dankbaar. Want het is geen makkelijke opgave. Dat geldt ook voor Wouter in Pakistan.’
Wouter Plomp, ambassadeur in Pakistan
Mensen kunnen alleen nog naar Nederland komen via buurlanden van Afghanistan. ‘Dat komt,’ legt Wouter uit, ‘omdat Nederland geen officiële banden met het Talibanregime heeft. En zo was ik plots na de val van Kaboel, behalve ambassadeur in Pakistan, ook voor de helft van de tijd ambassadeur voor overbrengingen. Dat blijft een grote uitdaging, want we vragen als ambassade veel van Pakistan. Bijvoorbeeld toen we vroegen om voor evacuatievluchten een stuk van het vliegveld te gebruiken, om er met militaire vliegtuigen te landen, en vluchtelingen tijdelijk op te vangen. Het is alsof je in Nederland vraagt: mogen we een stuk van Schiphol gebruiken?’
Het is alsof je in Nederland vraagt: mogen we een stuk van Schiphol gebruiken?
‘Ook vragen we Pakistan bijvoorbeeld om mensen zonder paspoort binnen te laten. De afspraak is dat wij de Pakistaanse autoriteiten zo goed mogelijk inlichten om wie het gaat. En dat die mensen dan de Pakistaanse grens over mogen. Omdat we steeds meer van Pakistan vragen, is het dus heel belangrijk om die samenwerking en welwillendheid wederzijds te houden. Ik ben wel ongelofelijk onder de indruk van de overweldigende gastvrijheid en behulpzaamheid van de mensen hier.’
Inzet ambassade in Pakistan
‘Als ambassade zorgen wij dat mensen uit Afghanistan die naar Nederland mogen komen, in Pakistan worden opgevangen. We regelen bussen om ze bij de Afghaanse grens op te halen. We zorgen dat zij terecht kunnen in gasthuizen, waar mijn collega’s en ik regelmatig langsgaan. Om contact te houden, en hen een hart onder de riem te steken. Dat is de operatie waar we nog altijd volop mee bezig zijn. Er wordt met veel mensen, op de ambassade en in Den Haag, heel hard aan gewerkt. In de laatste zes weken zijn er nog ruim 600 Afghanen in Pakistan aangekomen.’
Belofte aan de Afghaanse bevolking
Na het vertrek uit Afghanistan werkte Caecilia vanuit Qatar. ‘Met het ambassadeteam hebben we teamdagen georganiseerd om samen terug te kijken. Iedereen had dat hard nodig, ook omdat we afscheid moesten nemen van onze geëvacueerde lokale collega’s, die in Nederland opnieuw hun leven moesten opbouwen. Pijnlijk voor iedereen. Afghanistan doet wat met je, gaat onder je huid zitten. Maar tegelijkertijd maakt dat ons ook zeer gemotiveerd om verder te gaan.’
‘We hebben een belofte gedaan de Afghaanse bevolking niet in de steek te laten. Nederland heeft zich daar samen met andere landen meer dan 20 jaar ingezet. 25 Nederlandse militairen hebben hun leven verloren in Afghanistan. En denk aan alle Afghanen die gestreden hebben om hun land stabieler en democratischer te maken, tegen een hoge prijs.’
Afghanistan: een blik op de toekomst
‘We kunnen niet heel ver vooruitkijken. De situatie in Afghanistan is continu in ontwikkeling. Maar we blijven betrokken. Na de grote uittocht die volgde op de machtsovername, zijn er nieuwe helden in de maatschappij opgestaan. Jonge mensen, vrouwen. Hun inzet om gehoord te worden willen we ondersteunen. Uiteindelijk moet de verandering in Afghanistan van binnenuit komen, door dialoog tussen Afghanen. Daar ligt de sleutel.’
Dit is niet hetzelfde Afghanistan dat eind jaren negentig door de Taliban werd veroverd.
‘We moeten ons realiseren dat de Nederlandse inzet belangrijk is en blijft. Een stabiel Afghanistan maakt ook ons land veiliger. Afghanistan mag niet opnieuw een uitvalsbasis voor internationaal terrorisme worden. Dit is niet hetzelfde Afghanistan dat eind jaren negentig door de Taliban werd veroverd, al doen de onderdrukkende maatregelen van de Taliban wel aan die tijd denken. In hun hoofd zijn veel Afghanen veranderd. Dat geldt ook voor de vrouwelijke leiders in provincies, die wel zijn gebleven. Dat komt ooit weer naar boven. Dat kan haast niet anders. Het is een kwestie van tijd en dat vraagt geduld. Ook hoop ik dat Nederlanders steun blijven bieden aan de Afghanen in Nederland, die ook liever thuis zouden willen zijn. Want zomaar ergens opnieuw moeten beginnen, dat is ontzettend moeilijk.’
Afscheid van twee ambassadeurs
Caecilia Wijgers en Wouter Plomp nemen afscheid van hun post. Caecilia deed dat op 26 juli. Zij neemt voor een half jaar een sabbatical. Wouter vertrekt op 13 augustus uit Pakistan. In september begint hij als ambassadeur in Nigeria.
Wouter Plomp: ‘Afscheid nemen is altijd moeilijk, maar in mijn drie jaar in Pakistan heb ik een aantal zaken voor Nederland kunnen bereiken. Pakistan speelt een cruciale rol in de regio en we hadden Pakistan hard nodig toen we mensen uit Afghanistan wilden halen. Het was zwaar, maar ook heel dankbaar werk. Omdat ik vanuit de ambassade heel concreet mensen heb kunnen helpen, die vanwege hun rol in Afghanistan in aanmerking kwamen voor verblijf in Nederland. Zonder de hulp van Pakistan en andere buurlanden van Afghanistan zou dit niet mogelijk zijn geweest. Volgend jaar vieren Nederland en Pakistan 75 jaar diplomatieke betrekkingen. Hopelijk kunnen we de samenwerking met Pakistan ook op andere vlakken verder versterken (denk aan economie, landbouw en cultuur).’
Caecilia Wijgers: ‘Diplomatie is een bijzonder vak. Ik voel het als een voorrecht bij te mogen dragen en Nederland te dienen. Je hebt een opdracht en die probeer je zo goed mogelijk te vervullen met alle instrumenten die je hebt – en opgeven is geen optie. De solidariteit die we tijdens de crisis hebben ervaren in samenwerking met zoveel collega’s, civiel en militair, was ongekend. Die heeft ook gezorgd dat ik alles wat ik in mij had, heb kunnen geven. Ik ben er uiteindelijk sterker uitgekomen. Nu moet ik wel eerst van de adrenaline-rush af, voordat ik weer verderga. Afghanistan blijft deel van mij, maar ik draag mijn taken nu over aan mijn gewaardeerde opvolger Emiel de Bont.’