Extra aanpak om aantal thuiszitters te verminderen
Word je in de les gemist, trekt de leraar meteen aan de bel; lukt het even echt niet om naar de les te komen, dan komt deze via een digitale school naar jou; en heb je op school extra ondersteuning nodig, dan praat je daar zelf over mee. Dit staat in het plan van minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs om het aantal thuiszitters te verminderen. Het kabinet trekt €15 miljoen uit voor steunpunten die ouders en jongeren gaan helpen bij het vinden van een passende plek op school. Met twee wetsvoorstellen wil Wiersma ervoor zorgen dat de school voortaan sneller kan ingrijpen in belang van het kind.
Minister Wiersma: “School is de plek waar je je ontwikkelt en waar je vrienden maakt. Stel je voor dat je die kansen niet krijgt omdat je niet naar school kunt. Dat is bepalend voor je toekomst. Ieder kind verdient goed onderwijs. Ik wil er dan ook alles aan doen om ervoor te zorgen dat je naar school kunt blijven gaan en je kunt blijven ontplooien.’’
€15 miljoen voor start ouder- en jeugdsteunpunten
Voor ouders en leerlingen is het soms een zoektocht naar een passende plek op school. Het kabinet trekt daarom €15 miljoen uit om vanuit het passend onderwijs zogenoemde ouder- en jeugdsteunpunten op te zetten. Deze onafhankelijke steunpunten informeren ouders en leerlingen onder meer over de ondersteuning in hun regio en over hun rechten en plichten. Ieder samenwerkingsverband moet deze zomer zo’n steunpunt hebben. Met het extra geld wordt geregeld dat deze steunpunten ouders en leerlingen ook praktisch kunnen adviseren en ondersteunen.
Ook extra maatregelen voor beter passend onderwijs
Het opzetten van de ouder- en jeugdsteunpunten behoort tot een van de maatregelen om passend onderwijs te verbeteren met onder meer als doel om het aantal leerlingen dat niet naar school gaat, te verminderen. Minister Wiersma wil daarbij dat leerlingen snel kunnen meepraten over mogelijke ondersteuning. Nu wordt vaak voor hen besloten welke hulp ze krijgen. Hij wil daarom haast maken met het wetsvoorstel dat dit zogenoemde hoorrecht regelt. Dit wetsvoorstel Versterking positie ouders en leerlingen in passend onderwijs gaat daarom nog voor de zomervakantie in consultatie.
Aanwezigheid stimuleren
Om te zorgen dat kinderen zich kunnen blijven ontwikkelen en te voorkomen dat zij langdurig uitvallen, is het nodig dat scholen precies weten wat ze moeten doen als een leerling een keer afwezig is. Ze moeten goed verzuimbeleid hebben en zicht hebben op patronen van aan- en afwezigheid. Als je meteen wordt gemist als je een keer niet in de les bent, kan de school namelijk in actie komen voordat afwezigheid zorgelijk wordt en tijdig met kinderen en ouders in gesprek gaan over een oplossing. Spijbelen en een paar dagen ziek kunnen namelijk al voorbode zijn dat een kind helemaal gaat uitvallen. Het is noodzakelijk dat scholen de totale aan- en afwezigheid van hun kinderen bijhouden. Ben je om een geldige reden afwezig, omdat je bijvoorbeeld ziek bent, dan hoeft een school dat nu níet bij te houden.
Om scholen niet op te zadelen met eindeloze administratie wordt het registreren eenvoudiger. Ook het wetsvoorstel Terugdringen Verzuim gaat nog voor de zomer in consultatie.
Op weg naar een digitale school
Uitgangspunt blijft dat leerlingen zoveel mogelijk fysiek naar school gaan, maar voor wie dat niet lukt of dreigt uit te vallen, komt digitaal afstandsonderwijs beschikbaar. Voor sommige vakken kunnen deze leerlingen digitaal aanhaken bij lessen van de eigen school. Ook komen gedigitaliseerde lessen van andere scholen beschikbaar. Op deze manier blijven de leerlingen bij school betrokken en wordt de overstap van thuis naar het klaslokaal kleiner. Na de zomer kunnen ze hiervan gebruikmaken.
Dit is de opmaat naar een volledig digitale school waarbij leerlingen (zo mogelijk tijdelijk) helemaal digitaal onderwijs volgen als het echt niet anders kan.
Bij het uitvoeren van het verzuimplan trekt minister Wiersma nauw op met minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.