Toespraak minister Bruins Slot tijdens het VNG Jaarcongres
Toespraak van minister Hanke Bruins Slot (BZK) tijdens het VNG Jaarcongres op woensdag 29 juni 2022 in Hoorn.
Dames en heren. Veel dank dat ik hier mag staan, voor het eerst sinds twee jaar weer in een zaal met publiek. En veel dank Jan voor je bevlogen speech.
Nu hoop ik dat mijn verhaal antwoord geeft op jouw prangende vragen.
Jan sprak over West-Friesland. Maar ik neem jullie graag mee naar een ander prachtig poldergebied. Naar het zuiden van Flevoland, naar het jaar 1984.
1984 was het jaar waarin Doe Maar stopte, tot verdriet van vele jongeren. Het was ook het jaar dat Ronald Reagan met grote overmacht werd herkozen als president van de Verenigde Staten. En het jaar dat in Nederland het eerste kabinet-Lubbers regeerde.
Maar voor mij was 1984 toch vooral het jaar dat in de drooggelegde polder een nieuwe gemeente werd geboren. Het is de jongste gemeente van Nederland, die niet door herindelingen is ontstaan. Het is de gemeente waar ik een deel van mijn jeugd heb doorgebracht.
Aanvankelijk bestond zij uit niet meer dan twee straten en een grote zandvlakte. Het politiebureau, het gemeentehuis en mijn school bevonden zich in houten noodgebouwen. Bij het buitenspelen riepen mijn ouders steevast: ‘Pas op voor de bulldozers!’
Met eigen ogen zag ik hoe een samenleving zichzelf opbouwde, op de bodem van de voormalige Zuiderzee. Straat voor straat, gebouw voor gebouw, werd het dorp uit de grond gestampt en de samenleving gevormd. Een dorp waar de eerste bewoners sportverenigingen, fanfares, kranten, koren en een Koninginnedag met kruiwagenraces oprichtten en organiseerden.
Daar wil ik het vandaag met jullie over hebben. Over de kracht van samenwerking en samenleving. Over hoe we zaken kunnen bereiken door het samen te doen, met respect voor elkaars eigenheid en verschillen. Over de teamgeest die ik leerde kennen in Zeewolde, Flevoland, in het dorp van mijn jeugd. Dat is de gemeente waar ik over sprak.
Net als Zeewolde in de jaren tachtig hebben ook wij onze eigen uitdagingen en opgaven. Zoals de energietransitie, de bouw van 100.000 woningen per jaar, de jeugdzorg en de weerbaarheid van onze democratische rechtsstaat. Het zijn opgaven die we alleen samen kunnen aanpakken.
Elke gemeente doet dit op haar eigen manier. Dat merkte ik tijdens de bezoeken die ik overal in Nederland heb gebracht sinds ik aantrad als minister.
In Almelo sprak ik met burgemeester Arjen Gerritsen over zijn gevecht tegen ondermijning. Dit gevecht voert zijn gemeente door panden te sluiten, maar ook door aan de voorkant te investeren in banen, woningen en onderwijs.
In Zoetermeer legde wethouder Ingeborg ter Laak me uit hoe zij de strijd aanbindt met discriminatie, inclusie bevordert en actief burgerschap stimuleert.
En in Noardwest Fryslân liet burgemeester Marga Waanders me zien hoe de regio met nieuwe perspectieven de leefbaarheid van buurten verbetert en de krimp van dorpen aanpakt. Dit alles onder het motto ‘Jawis kinne we dat!’ Oftewel: ‘Yes we can!’
Steeds opnieuw zie ik de kracht van elke gemeente. Ik zie hoe Noardwest Fryslân het net wat anders aanpakt dan Zoetermeer of Almelo. En ik twijfel er niet aan dat ook jullie het allemaal op je eigen wijze doen.
Die eigenheid moeten we koesteren. Zodat iedereen zijn eigen antwoord kan formuleren op de opgaven waar we samen voor staan.
Dat is voor mij de kracht van samenwerking. Het is de sleutel tot succes en zorgt voor resultaten. Daarbij wil ik jullie enorm bedanken voor de extra opgaven die jullie met de opvang van Oekraïners en de inzet voor vluchtelingen op jullie schouders hebben genomen. Met jullie inzet, jullie toewijding en jullie betrokkenheid maken jullie het verschil.
Met deze teamgeest kunnen we ook de opgaven aanpakken die voor ons liggen. Ik wil er hier drie uitlichten, die vanuit mijn portefeuille bovenaan staan. Dit zijn: het beschermen, onderhouden en vernieuwen van onze democratie; het versterken van het lokaal bestuur; en tot slot de kracht van de regio.
Mijn eerste punt is het beschermen, onderhouden en vernieuwen van onze democratie. Dit gaat volgens mij om de kern van wat we doen.
Want waarom hebben we ooit gekozen voor het openbaar bestuur? Wat vertellen we als familie of vrienden ons vragen waarom we dit doen? En wat vertellen we onszelf als het ons even teveel wordt?
Of je nu raadslid, wethouder of burgemeester bent; gemeentesecretaris, raadsgriffier of minister. Ik geloof dat we allemaal dezelfde drijfveer hebben: we willen de samenleving dienen. We willen de kwetsbaren beschermen en mensen en organisaties met elkaar verbinden. Juist als hun belangen verschillen. Als de één huizen wil bouwen en de ander natuur wil aanleggen.
Deze gedrevenheid en toewijding deel ik met jullie. Ik heb mij ooit kandidaat gesteld voor de Tweede Kamer nadat ik in Afghanistan had gediend als pelotonscommandant pantserhouwitser. Daar zag ik wat het betekent als democratie ontbreekt en hoe democratie het verschil kan maken in de levens van mensen.
Maar ik zag ook haar kwetsbaarheid. Ik besefte - hoezeer Afghanistan ook verschilt van ons land - dat we aan democratie moeten werken, elke dag weer.
Want onze democratie is geen vanzelfsprekend eindpunt in de geschiedenis. Het is geen natuurwet dat ze altijd blijft bestaan. Als we haar willen behouden, moeten we haar beschermen, onderhouden en vernieuwen.
Om dat te bereiken moeten we in actie komen. Het vraagt van ons dat we oog hebben voor een onrechtvaardige uitkomst van ons handelen. Dat we ons kunnen verplaatsen in de ander. En dat we het goede doen, ook als niemand kijkt.
Alleen zo kunnen we het vertrouwen terugwinnen van al die mensen die twijfelen aan de intenties van de overheid. Die soms politici wantrouwen en de stembus inmiddels mijden.
Die zorgen en vragen van mensen vormen voor jullie de dagelijkse realiteit: aan de balie, thuis bij de inwoners van jullie gemeente of in gesprekken op straat. De strijd voor onze democratie begint bij jullie.
Een sterke democratie vereist ook een openbaar bestuur dat weerbaar is. Om die weerbaarheid te verhogen, investeren we de komende 10 jaar 100 miljoen extra om bedreigingen en intimidatie aan te pakken van mensen die de publieke zaak dienen.
Schroom daarom niet om het te melden, als jou iets overkomt. Dan staan we samen schouder aan schouder.
Daarnaast willen we het bewustzijn vergroten van kwetsbare processen in de gemeentelijke organisatie, onveilige situaties op het werk herkennen en tijdig de risico’s van ondermijnende criminaliteit signaleren. Dit doen we samen met het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur en andere partners. Na de zomer gaat het Ondersteuningsteam de nieuwe raden langs om hierover te praten.
Dit brengt mij bij mijn tweede punt: het versterken van het lokaal bestuur. Want een sterke democratie vraagt ook om een sterk bestuur. Dat moet de verbinding met de samenleving onderhouden en zijn rol als volksvertegenwoordiger goed in kunnen vullen.
Dat werkt alleen als we samenwerken als één overheid. Als we elkaar vertrouwen en de bereidheid hebben om van elkaar te leren. Ik noem dit de ‘software’, de zachte kant, van onze samenwerking.
Maar ook de ‘hardware’, de gereedschapskist, moet kloppen. Dan heb ik het over duidelijke kaders voor de inrichting van het openbaar bestuur en over de beschikbaarheid van een goed instrumentarium, zowel bestuurlijk als financieel. Hierbij werk ik onder meer aan een uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden, een passend stelsel van bekostiging van taken en een actualisatie van de code interbestuurlijke verhoudingen.
Samen met jullie wil ik een actieagenda ontwikkelen waarmee we de komende jaren hierin investeren.
Dit betekent ook dat we met elkaar moeten spreken over de financiële middelen. Ik vind het goed dat we voor de korte termijn een stap hebben kunnen zetten voor de jeugdzorg. Voor de lange termijn zijn er echter nog zorgen en die deel ik ook.
De afgelopen periode hebben we samen met het VNG-bestuur opties verkend en gesproken over de financiële situatie van gemeenten na 2025. Hierbij hebben we het ook gehad over herziening van het eigen belastinggebied.
Een nieuwe financieringssystematiek voor 2026 en daarna is geen gemakkelijke opdracht. Ook de huidige economische omstandigheden maken de situatie uitdagend.
Tegelijk zijn we serieus in gesprek en verkennen we een aantal oplossingsrichtingen. Ik heb jullie resolutie gelezen en heb scherp voor ogen dat er in september duidelijkheid moet komen.
Dit brengt mij bij mijn derde en laatste belangrijke opgave: de kracht van de regio. In het respect voor ieders eigenheid, waar ik eerder over sprak, ligt voor mij de grote waarde van de Regio Deals. Ik vind het mooi dat het kabinet 900 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld om met de Regio Deals nieuwe kansen te creëren voor de regio. Omdat iedere regio telt.
Zo verbeteren we samen het leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers. Maken we gebieden gezonder en veiliger en geven we ruimte aan innovatieve bedrijven. Ook bieden we iedereen gelijke kansen en laten we opleidingen beter aansluiten op de vragen van vandaag, en morgen.
Dit doen we door gebruik te maken van de kennis en kunde van de mensen in de regio zelf. Omdat regionale uitdagingen vragen om regionale oplossingen. Zij versterken de kracht van een gebied en dragen bij aan een samenleving met veerkracht, waar mensen zich thuis voelen en klaar zijn voor de toekomst.
Aan die toekomst wil ik graag bouwen, samen met jullie. Daarom eindig ik mijn verhaal in het dorp waar ik begon. Daar zette, op de zompige, zilte grond van de Zuiderzee, een generatie iets neer wat niemand van tevoren had verwacht.
Wat begon met twee straten en een zandvlakte groeide uit tot een bloeiende samenleving. Tot stand gebracht op eigen kracht én door samenwerking.
Die samenwerking is ook onze opdracht. En dat gaat niet vanzelf. Ik weet dat we soms veel van jullie vragen. Ik weet hoe vaak jullie een stap extra zetten, ook als er geen applaus klinkt. En ik weet hoe groot de druk soms is.
Toch vraag ik jullie de handen ineen te slaan en gezamenlijk met mij op te trekken. Om samen te bouwen, met respect voor onze verschillen. Niet voor onszelf, maar voor de inwoners van onze gemeenten.
Dank voor jullie aandacht.