Excuses van premier Rutte voor Dutchbat III, 27 jaar na val van Srebrenica

“De gekmakende machteloosheid, dat je niet hebt kunnen doen waarvoor je ooit militair bent geworden. Mensen beschermen, onze democratische rechtstaat verdedigen. Dat gevoel afgesneden te zijn van de buitenwereld, door alles en iedereen in de steek gelaten. En ook de gemakkelijke verwijten achteraf, van critici die zelf hoog en droog in het veilige Nederland zaten. Dus ja, ik begrijp die vraag heel goed: waar was de wereld?” Dat zei minister-president Mark Rutte vandaag tegen ongeveer 350 veteranen van Dutchbat III. 

Bijna 27 jaar na de val van Srebrenica waren ze in Schaarsbergen om bij te praten, herinneringen op te halen en elkaar te steunen bij nog steeds veel niet verwerkt leed. Leed omdat zij soms verantwoordelijk zijn gehouden voor de genocide, die de Bosnische Serviërs onder leiding van Mladić hebben uitgevoerd.

Wereld liet het afweten

Het antwoord op ‘Waar was de wereld?’ bleef uit.


Rutte: “Het confronteert ons meteen met het afschuwelijke lot van de ruim 8.000 jongens en mannen die na de val van Srebrenica in koelen bloede werden vermoord. Waar was de internationale gemeenschap toen zij bescherming nodig hadden? Het antwoord blijft schrijnend en snoeihard. De wereld liet het op een verschrikkelijke manier afweten.”

Hartverscheurende keuzes

Voor heel veel veteranen is Srebrenica nog altijd geen voltooid verleden tijd, weet Rutte.

Rutte: “Het gebrek aan erkenning wordt nog elke dag gevoeld. Erkenning voor het feit dat het mandaat, materieel en de militaire steun tíjdens de uitzending tekortschoten. Dat jullie op pad werden gestuurd met een opdracht die gaandeweg onuitvoerbaar bleek. Terwijl in de compound op een zeker moment zelfs aan de meest elementaire levensbehoeften tekort was.”

Ongelijke strijd

Ook minister van Defensie Kajsa Ollongren liet zich over de situatie van destijds niet onbetuigd.

Ollongren: “En toen de aanval kwam, en de gevraagde hulp juist níet, stonden jullie in Srebrenica voor een ongelijke strijd . Een handvol pantservoertuigen met mitrailleurs, tegenover een overmacht van tanks en artillerie. Terwijl ondertussen 55 van jullie gegijzeld werden door de Bosnische Serviërs. En nadat duizenden Bosnische mannen en jongens de bergen introkken, vingen jullie met een paar honderd soldaten tienduizenden doodsbange mensen op. Jullie stonden er alleen voor. Het werd een humanitaire ramp van ongekende omvang.”

Rutte noemde voorts dat er, eenmaal thuis, weinig begrip was voor de onmogelijke positie van Dutchbat III en de hartverscheurende keuzes die de militairen in de chaos van het moment moesten maken, vaak in een split second.

Rutte: “En er was niet genoeg steun vanuit de politiek en defensietop, toen vanuit allerlei hoeken en gaten al snel een regen van onterechte kritiek op Dutchbat neerdaalde.”

De rug toegekeerd

Ook Ollongren deelt de mening dat Nederland de militairen van Dutchbat III de rug toekeerde.

Ollongren: “Te lang zijn jullie ervaringen niet erkend. Oók – misschien wel juist – niet door Defensie. Jullie zijn gehoord, maar er is niet geluisterd. Er was te weinig nazorg, te weinig steun en te weinig weerwoord in de beeldvorming. Niet voor jullie en niet voor jullie thuisfront. Dat heeft diepe sporen achtergelaten. Velen van jullie hebben vandaag de dag nog te kampen met de gevolgen van de VN-missie. Over veel levens hangt een blijvende schaduw.”

Onterecht in het beklaagdenbankje

Volgens Rutte zijn bijna 27 jaar na dato sommige woorden nog altijd niet uitgesproken.

Rutte: “Het is waar, en ook al vaak gezegd, dat de Srebrenica-missie plaatsvond onder een VN-mandaat. Maar dat doet niets af aan de speciale verantwoordelijkheid van de Nederlandse staat. Voor de omstandigheden waaronder jullie werden uitgezonden, voor de opvang na terugkeer en voor het gebrek aan support toen Dutchbat III in de beeldvorming onterecht in het beklaagdenbankje terecht kwam.”

Excuses en waardering

Rutte vervolgde: “Daarvoor maak ik vandaag namens de Nederlandse regering excuses aan alle vrouwen en mannen van Dutchbat III. Aan jullie en aan de mensen die er vandaag niet bij zijn. Met de grootst mogelijke waardering voor de manier waarop Dutchbat III onder moeilijke omstandigheden steeds heeft geprobeerd het goede te doen, zelfs toen dat eigenlijk niet meer ging.”

Om deze boodschap nog meer kracht bij te zetten had Ollongren voor iedere Dutchbat III veteraan het Defensie Ereteken voor Verdienste in brons.

De bijeenkomst van vandaag is een gevolg van eerdere aanbevelingen van de commissie Borstlap over zorg, erkenning en waardering voor Dutchbat III-veteranen. De commissie kwam met de adviezen na een onderzoek van ARQ naar deze groep. Defensie meldde vorig jaar de aanbevelingen over te nemen