Toespraak door minister Van der Wal over de Agenda Natuurinclusief 1.0 tijdens de Natuurtop.
Toespraak door minister Van der Wal voor Stikstof en Natuur over de Agenda Natuurinclusief 1.0 tijdens de Natuurtop op vrijdag 17 juni 2022 op de Floriade, Almere.
Dames en heren,
Zoals u weet kwam het kabinet vorige week met een ingrijpende boodschap.
In Nederland is het niet goed gesteld met de natuur.
Dat wisten we natuurlijk al, maar dat besef drong niet overal door.
Zo werkt de menselijke geest nu eenmaal.
Je ziet het liever niet.
Dat geldt ook voor de overheid.
Te lang hebben we in Nederland vooruitgeschoven, weggekeken en handigheidjes bedacht.
We dachten in volle vaart door te kunnen, maar reden onszelf alleen maar verder vast.
Nu kunnen we de balans alleen nog herstellen met ingrijpende maatregelen.
Ik vind het verschrikkelijk om te zien hoe hard dit aankomt bij agrarische ondernemers.
Misschien had u bij deze feestelijke presentatie van de Agenda Natuurinclusief 1.0 niet zo’n sombere introductie van mij verwacht.
Maar juist bij deze gelegenheid moeten we eerlijk bekijken waar we staan en hoe we daar gekomen zijn.
We zijn inderdaad enthousiast om Nederland natuurinclusief vorm te geven.
Dat komt ook omdat we de gevolgen zien van denken en handelen dat nog te natuurexclusief is.
Waarbij economie en natuur te veel gescheiden werelden zijn.
Dan kun je economisch door het dak gaan, maar zak je ecologisch door de bodem.
We moeten dus veel meer leren samenwerken met de natuur.
Als jij goed zorgt voor de natuur, beloont de natuur je met dingen waar je niet zonder kunt.
Zoals krachtige landbouwbodems, voldoende bestuivers, gezond water.
Deze natuurwet van geven en nemen kreeg drie jaar geleden een glasheldere juridische vertaling.
Toen zette de Raad van State een streep door het toenmalige stikstofbeleid.
De logica is onverbiddelijk.
Gaat de natuur achteruit, dan slinken ook de mogelijkheden om vergunningen af te geven voor economische activiteiten.
Nieuwe huizen, wegen, windmolenparken, duurzame stallen - kortom alles wat je als land vooruit brengt - komen dan in het gedrang. En daardoor zit het land nu op slot.
Het stikstofprobleem leert ons daarmee ook dat de zorg voor een sterke natuur geen luxekwestie is.
Het is geen aardigheid voor liefhebbers.
Het is ook geen sluitpost, iets wat je er eventueel bij doet als je tijd en geld overhebt.
Nee, de natuur is de basis, het startpunt.
Het stikstofprobleem aanpakken betekent daarom voor het kabinet niet alleen stikstofuitstoot terugdringen en natuur herstellen, maar ook werken aan een natuurinclusieve samenleving.
‘Natuurinclusief’ betekent dan: als we iets bouwen of veranderen aan onze omgeving, profiteert de natuur ervan mee en benutten we de kracht van de natuur.
Dat was ook de geest van het advies dat de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur ons afgelopen maart gaf.
De natuur is een bestaansvoorwaarde voor de mens, aldus de Raad.
De overheid moet daarom niet met een te smalle blik naar natuur kijken.
Ze moet zich niet alleen richten op beschermde natuurgebieden, maar overal de natuur versterken.
Ik ben het daar van harte mee eens.
Natuur is voor mij niet iets met een hek eromheen.
Alsof je zou kunnen zeggen: dáár, achter het bord van het Natura 2000-gebied, hebben we de natuur veilig weggeborgen.
Zo werkt het natuurlijk niet.
Natuur kun je niet isoleren.
Schadelijke gassen en stoffen komen van buiten ook het natuurgebied binnen.
En andersom is het ook waar: de natuur kan ook buiten natuurgebieden in haar element zijn.
Gelukkig wel, en vele mensen genieten ervan.
Het zal dieren en planten – bot gezegd - een zorg zijn of wij op hun leefgebied het label ‘Natura2000’ of ‘bebouwde kom’ hebben geplakt.
Zolang de omstandigheden maar goed zijn.
Dan kan natuur een weidelandschap, een tuin of een balkon zijn.
Hoe dichter de natuur bij mensen komt, hoe groter de kans dat ze er de waarde van gaan inzien.
Natuurlijk groen heeft een weldadig effect op mensen.
Ze worden er productiever door en knappen sneller op als ze ziek zijn.
Hebt u als kind de kans gehad om in de natuur te ravotten, hutten te bouwen en in slootjes te rommelen?
Misschien hebt u daardoor nog steeds een warm hart voor de natuur.
Dat verband is al vaak aangetoond.
Natuur kan ook een bloeiende berm langs een provinciale weg zijn.
Als wethouder en gedeputeerde zag ik hoe je met minder maaien weelderige bermen kunt laten ontstaan.
De kosten zijn vaak niet het probleem, soms wel de oude gewoonten.
Natuur kan een plas of park in de stad zijn, maar het kan ook zijn wat ik onlangs zag groeien naast een maïsperceel in de Ooijpolder bij Nijmegen: een paar schitterende orchideeën.
Een gevolg van de heggen en hagen die boeren en natuurbeheerders daar zijn gaan aanleggen.
Een eeuwenoud boerengebruik om grenzen te markeren, met biodiversiteit als bonus.
De natuur toont daar haar veerkracht.
Dat geeft hoop.
Jazeker, het zal hard werken zijn, maar we kunnen de balans weer bereiken.
Dan is Nederland mooi en schoon én biedt zij ruimte voor ondernemers.
Daarom is Growing green cities ook zo’n mooi thema voor deze Floriade.
Op deze locatie, in het hart van de jongste stad van Nederland, zien we hoe groen, water, landbouw en stad samen kunnen gaan.
En dát op een plek waar in de vorige eeuw de zee nog tekeerging.
Dames en heren,
Achter de Agenda Natuurinclusief 1.0. zit een enorme club mensen.
Goede kans dat u er zelf aan hebt bijgedragen.
Hartelijk dank voor uw inzet.
De kracht van de agenda is dat ze begon met de vraag aan bedrijven en organisaties wat zij al doen en wat ze nog nodig hebben.
De agenda begon dus niet op de tekentafel van het Rijk, maar in de praktijk.
De agenda krijgt wel kracht op rijksniveau, en dat heeft een grote meerwaarde.
Zo kunnen we de aandacht voor ‘natuurinclusief’ vasthouden op de plek waar besluiten worden genomen.
Mijn eigen dossiers, maar ook de voorstellen van mijn collega’s in de Ministerraad zullen we dus voortaan door een natuurinclusieve bril bekijken.
De acht domeinen waarmee de Agenda Natuurinclusief werkt laten zien dat de Agenda echt de hele samenleving bestrijkt.
Natuur staat aan de basis van de bouw, de vrijetijdseconomie maar ook bijvoorbeeld de financiële wereld.
Ik hoop vandaag mooie voorbeelden te horen van hoe u in uw werkveld de natuur wilt gaan inpassen.
Hoe concreter, hoe beter.
Dames en heren, ik rond af.
Ooit bouwden we auto’s zonder gordels en hotels zonder brandtrap.
Dat kunnen we ons niet meer voorstellen.
Veiligheid is vanzelfsprekend geworden en iedereen onderschrijft dat.
Wat zou het mooi zijn als ‘natuurinclusief’ net zo vanzelfsprekend wordt.
Het gaat dan niet om de term, maar vooral om ‘natuurinclusief’ als uitgangspunt bij alles wat wij ondernemen.
Ik weet dat het aan uw motivatie niet zal liggen.
Dank u wel.