Nationale regie in de ruimtelijke ordening
De ruimte in Nederland is schaars, terwijl ruimtelijke opgaven groot zijn. De urgente maatschappelijke opgaven zoals het woningtekort, de kwaliteit van de natuur, de transitie van de landbouw en de verduurzaming van de energievoorziening hebben allemaal grote ruimtelijke impact. De schaarste aan ruimte maakt dat het Rijk de regie in het ruimtelijke domein moet hernemen: om te kiezen, om te verdelen en om een eerlijke uitkomst mogelijk te maken in dit verdeelvraagstuk. Dat schrijft minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vandaag aan de Eerste en Tweede Kamer. Hiermee wordt het fundament voor de ontwikkeling van het nationaal ruimtelijk beleid gelegd. Het kabinet onderstreept met deze brief dat de nationale ruimtelijke ordening in Nederland terug is.
Minister De Jonge: ‘Nederland is een klein land met grote ambities en nog grotere uitdagingen. De ruimtelijke opgaven die op ons afkomen zijn immens - de demografische groei en wat die betekent voor de woningbouw en de stedelijke ontwikkeling, de transitie in de landbouw, de transitie in onze energievoorziening. We staan aan de vooravond van een grote verbouwing. Om die in goede banen te leiden, moeten we de regie op de ruimtelijke ordening hernemen. Het is een kwestie van rentmeesterschap, we zijn het aan onze kinderen en kleinkinderen verplicht om meerdere generaties vooruit te denken en de goede keuzes te maken.’
Nationale keuzes
Een deel van de keuzes zal op nationaal niveau moeten worden gemaakt. De grote urgente opgaven krijgen vorm via de verschillende nationale programma’s van de verschillende ministeries in het fysieke domein. Niet alles kan en niet alles kan overal. Meer dan in de afgelopen jaren zal het kabinet zelf keuzes moeten maken indien nationale opgaven elkaar ruimtelijk in de weg zitten of wanneer de ruimtelijke kwaliteit hierom vraagt. In de programma’s worden ruimtelijke structurerende keuzes gemaakt.
Provinciale arrangementen
De twaalf provincies wordt gevraagd om de nationale opgaven en doelen ruimtelijk te vertalen, in te passen en te combineren met decentrale opgaven. Per 1 oktober worden de opgave per beleidsdomein geformuleerd, de provincies leggen vervolgens de ruimtelijke puzzel per provincie. Met deze ruimtelijke puzzel ontstaat 1 juli 2023 inzicht of de uitvoering van de programma’s ruimtelijk mogelijk is in de betreffende provincie of dat nationale aanvullende keuzes noodzakelijk zijn. Wederkerige afspraken hierover in oktober 2023 vormen het ruimtelijke arrangement per provincie.
Gebiedsgerichte arrangementen
Naast de ruimtelijke regie per provincie wordt ook ingezet op een gebiedsgerichte regie. Voor een aantal regio’s is duidelijk dat de nationale opgaven dusdanig stapelen, dat het nodig is om deze gebiedsgericht te ordenen en te prioriteren. Dit zijn de NOVEX gebieden, die krijgen een andere bestemming of worden opnieuw ingericht. Een aantal gebieden stonden al bekend als NOVI-gebied of als gebieden met grote verstedelijkingsopgaven: Amsterdam Noordzeekanaalgebied, het Groene Hart, de Rotterdamse haven, North Sea Port District, Zuidelijke Randstad, MRA, Utrecht, regio Zwolle, Groningen-Assen, De Peel en Zuid-Limburg, Stedelijk Brabant, Arnhem-Nijmegen-Foodvalley en NOVEX-gebied Groningen. Twee nieuwe gebieden zijn daaraan toegevoegd: de regio Schiphol en de Lelylijn.