Advies van de Raad van State over nieuwe Wetboek van Strafvordering

Begin april 2022 heeft de Raad van State een advies uitgebracht over het wetsvoorstel voor het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Vandaag is het advies openbaar geworden. Het advies is een belangrijke mijlpaal in dit wetgevingsproject. In het Wetboek van Strafvordering staan de procesregels voor de opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten. Het wetboek is van wezenlijk belang voor het goed functioneren van de rechtstaat. In haar eindoordeel maakt de Afdeling advisering van de Raad van State een aantal opmerkingen bij het wetsvoorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend. Dit wordt een dictum B genoemd.

Modernisering

De afgelopen jaren is gewerkt aan een nieuw Wetboek van Strafvordering omdat het huidige wetboek uit 1926 is verouderd en na ongeveer 150 wijzigingen een lappendeken is geworden. Het nieuwe wetboek is een toekomstbestendig wetboek dat voor mensen toegankelijk is, voorziet in een evenwichtig stelsel van rechtswaarborgen en in de praktijk werkt voor de honderdduizend professionals in de strafrechtketen. In zijn advies onderschrijft de Raad van State het belang van een nieuw, gemoderniseerd en toegankelijk wetboek. Het vergroot volgens de Raad de rechtszekerheid en bruikbaarheid.

Planning

De komende periode wordt het omvangrijke advies van de Raad door het Ministerie van Justitie en Veiligheid verwerkt. Naar verwachting is het wetsvoorstel in het vierde kwartaal van dit jaar gereed. Het wordt dan ingediend bij de Tweede Kamer. Op dat moment geven de ministers Weerwind (Rechtsbescherming) en Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) een inhoudelijke reactie op het advies (het zogeheten nader rapport) en geven zij aan hoe het advies is verwerkt in het wetsvoorstel en in de memorie van toelichting.

Voortgangsrapportage

Deze week sturen beide ministers de zevende voortgangsrapportage over het nieuwe Wetboek van Strafvordering naar de Tweede en de Eerste Kamer. Daarin staat een korte samenvatting van het advies van de Raad van State, een planning en de stand van zaken van de wetgevingsactiviteiten, uitvoeringsconsequenties en de implementatiestructuur.