Toespraak van minister Bruins Slot tijdens de dodenherdenking bij het Nationaal Ereveld Loenen
Op woensdag 4 mei 2022 sprak minister Bruins Slot (BZK) tijdens de dodenherdenking bij het Nationaal Ereveld Loenen.
Ieder familielid van een uitgezonden militair kent het gevoel. Je probeert het weg te stoppen en er niet aan te denken. Je voelt het bij het afscheid op het vliegveld of het vaarwel in de haven. Elke dag dat het goed gaat, in dat verre land, zakt het weg. Tot er daar iets gebeurt waardoor het weer helemaal terugkomt: een bericht in de krant over een hinderlaag, een post op sociale media over een vuurgevecht, een verhaal op de radio over een ongeluk met een voertuig. Dan voel je weer die angst dat jouw dierbare iets is overkomen.
Ook de mannen en vrouwen die worden uitgezonden kennen het, weet ik uit eigen ervaring. Zelf ben ik als militair uitgezonden geweest naar Uruzgan, Afghanistan. Als pantserhouwitsercommandant onderhield ik vanuit het kamp via de radio het contact met mijn collega’s buiten.
Wanneer er een pantserwagen op een bermbom reed, dan hoorde ik dat vaak als een van de eersten over de radio. Meestal alleen een melding: ‘Hier 11Whiskey, voor 46Bravo: voertuig gereden op bermbom. Aantal gewonden onbekend.’ Daarna spookten de vragen door je hoofd: Hoeveel mensen zijn er gewond? Hoe ernstig zijn hun verwondingen? En de zwaarste vraag van allemaal: zijn er collega’s gesneuveld?
Voor de familie van sergeant-majoor Mark Leijsen werd die angst werkelijkheid. Op maandag 7 september 2009 rijdt Mark, in gezelschap van drie collega-militairen en een Afghaanse tolk, in een open terreinwagen, zo’n 9 kilometer ten noordwesten van Kamp Holland, Uruzgan.
Mark is een ervaren beroepsmilitair, die al jong voor de krijgsmacht kiest. Het is alweer zijn derde vredesmissie in Afghanistan. Hij is gek op zijn vrouw Luciënne en zijn 16-jarige zoon Nick. In zijn vrije tijd rijdt hij graag motor, in zijn tuin houdt hij koikarpers.
Mark is een stoere man, met een klein hartje, geliefd bij zijn maten. Als genist weet hij alles over de gevaren van de talloze bermbommen die overal in Afghanistan liggen begraven. Door ze op te sporen, voorkomt hij vele slachtoffers onder de militairen en de Afghaanse bevolking.
Die maandag slaat het noodlot toe: Mark rijdt met zijn terreinwagen op zo’n bom. Hij komt om het leven, zijn drie collega’s en de tolk raken gewond. Langs een erehaag met militairen wordt zijn stoffelijk overschot het vliegtuig in gedragen. Naast hem de kist met het lichaam van korporaal Kevin van de Rijdt, die een dag eerder is gesneuveld. Mark Leijsen is 44 jaar geworden
Drie weken voor zijn dood, tijdens een verlof, liep Mark hier op het ereveld rond met zijn vrouw Luciënne. Hij wilde ‘nog even naar de anderen gaan’. Hij zei haar: ‘Mocht er ooit iets met mij gebeuren, Luus, dan wil ik ook op Loenen worden begraven.’
Nu ligt hij hier, samen met bijna 4.000 anderen. Allemaal slachtoffers van oorlogshandelingen, van de Tweede Wereldoorlog tot aan de vredesmissies van onze tijd. Militairen, verzetsstrijders en gewone burgers. Mannen en vrouwen, de oudste 84, de jongste slechts 4 maanden oud. Gefusilleerd door een vuurpeloton, vermoord in een concentratiekamp, verdronken tijdens een gevecht op zee.
En principiële strijders tegen onrecht, zoals Anton de Kom. Die door de Nederlandse autoriteiten niet goed is behandeld, en als verzetsstrijder toch opstond tegen de bezetter.
De Belgische socioloog Luc Huyse zei ooit: ‘Alles gaat voorbij, behalve het verleden.’ Die waarheid geldt allereerst voor de nabestaanden. De impact van zo’n verlies verdwijnt niet. Nog elke dag voelen zij de pijn en het gemis. Daarom is het goed dat er een plek is, waar je heen kunt gaan om aan je geliefde te denken en dicht bij hem of haar te zijn.
Het verleden gaat ook op een andere manier niet voorbij. Het blijft voor ons allemaal aanwezig, om ervan te leren en het niet te herhalen. Herinneren is ook wat ons tot mens maakt.
Daarom moeten we de verhalen van oorlogsslachtoffers blijven vertellen. Die verhalen herinneren ons aan de verantwoordelijkheid van politici en de samenleving. Om goed te zorgen voor onze militairen, onze veteranen. Tijdens hun uitzending en daarna.
Ze herinneren ook aan de verantwoordelijkheid van ons allemaal. Want wij zijn allemaal nodig om onze democratie te beschermen, ieder op zijn eigen manier. Op vredesmissie, maar ook thuis, op straat, op ons werk of op school. Door naar elkaar te luisteren, door verbinding te zoeken en verschillen te overbruggen.
Deze opdracht is hoogst actueel. Een aantal weken geleden was ik hier ook. Toen herdachten we in stilte de afschuwelijke oorlog in Oekraïne die nog altijd voortduurt.
Vanavond zijn we állemaal twee minuten stil, hier en in de rest van het Koninkrijk. Dan denken we aan Mark Leijsen en al die anderen aan wie we onze vrijheid danken. Laten we hen eren door die vrijheid te koesteren en ons te realiseren dat vrijheid nooit vanzelfsprekend is.
Elke dag weer. Elke dag weer. Elke dag weer.
Dank voor uw aandacht.