Bevloeiing van grasland voorgedragen voor UNESCO-lijst immaterieel erfgoed

Samen met een aantal andere Europese landen heeft Nederland de techniek van graslandbevloeiing voorgedragen voor de UNESCO-lijst voor immaterieel erfgoed. Op deze zogenoemde Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid staan tradities, gebruiken en ambachten uit de hele wereld die het waard zijn door te blijven geven. In Nederland wordt graslandbevloeiing al vanaf de Middeleeuwen toegepast. In delen van Overijssel en Noord-Brabant wordt de techniek nog steeds toegepast.

Staatssecretaris Günay Uslu (Cultuur en Media): “Graslandbevloeiing is niet alleen een beproefde techniek die nuttig is voor landbouwers en natuur, maar ook een traditie die mensen verbindt in Nederland en daarbuiten. De beoefenaars bezitten een schat aan kennis en vaardigheden. Met deze voordracht wordt dit immateriële erfgoed doorgegeven aan toekomstige generaties.”

Wat is graslandbevloeiing?

Graslandbevloeiing houdt in dat je water uit een rivier, beek of bron op zo’n manier omleidt dat het over een weide stroomt. Door het stromende water komen water en voedingsstoffen op het land terecht, waardoor het land vruchtbaarder wordt, minder snel uitdroogt en beter tegen vorst kan. Het omleiden is een ingenieus proces dat veel expertise en samenwerking vereist: het gebeurt onder andere door het bedienen van sluizen, het aanleggen van dammen en het graven van geulen. Graslandbevloeiing stimuleert daarnaast de flora en fauna op het land en in de bodem. Het is bovendien een manier om verdroging tegen te gaan – een van de gevolgen van klimaatverandering.

In Nederland gebruiken twee gemeenschappen de techniek van graslandbevloeiing: Het Lankheet (Overijssel) en De Pelterheggen (Noord-Brabant). De kennis gaat daar over van generatie op generatie. Tussen de beoefenaars in Nederland, Oostenrijk, België, Zwitserland, Duitsland, Luxemburg en Italië bestaan veel internationale contacten. Daarom hebben deze landen samen besloten om deze techniek voor te dragen voor de UNESCO-lijst.

Levend houden en kennis doorgeven

De Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid is in 2012 in het leven geroepen om immaterieel erfgoed te beschermen. Immaterieel erfgoed bestaat uit tradities, rituelen, gebruiken en ambachten die mensen niet verloren willen laten gaan en die ze willen doorgeven aan volgende generaties. Dat vraagt een andere aanpak dan het beschermen van materieel erfgoed als monumenten en museumobjecten. In het geval van immaterieel erfgoed betekent ‘beschermen’ dan ook levend houden en kennis en vaardigheden doorgeven aan toekomstige generaties. 

Nederlands immaterieel erfgoed

Naast de internationale UNESCO-lijst bestaat er ook een Nederlandse lijst voor immaterieel erfgoed uit ons land: de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland [link]. Tradities moeten eerst in deze nationale lijst staan voordat ze voorgedragen kunnen worden voor de internationale Unesco-lijst. De coördinatie van deze inventaris is in handen van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Er staan op dit moment drie Nederlandse tradities in de UNESCO-lijst: het ambacht van molenaar, de corsocultuur en de valkerij.