Toespraak bij wethoudersconferentie 2021
Spreektekst minister Kajsa Ollongren van BZK bij de (online) wethoudersconferentie 24 november 2021.
Beste wethouders,
Dank dat ik op deze manier mag deelnemen. Vorig jaar Diederik Gommers, dit jaar aan mij de eer.
Dit is elk jaar weer een waardevolle bijeenkomst. De gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar maken het extra bijzonder. Jullie staan voor een belangrijk besluit: ga ik door als wethouder of niet? Hierbij is het woord uiteraard eerst aan de kiezer. Maar jullie hebben daar zelf ook een stem in, een eigen afweging.
Want hoe beslis je of je doorgaat? Jullie vervullen een belangrijk en prachtig ambt. Ik heb het zelf vier jaar lang met veel plezier mogen doen in Amsterdam.
Toen Willem Drees, premier van vier kabinetten, terugkeek op zijn leven constateerde hij dat zijn tijd als wethouder in Den Haag hem het liefst was geweest. Daar had hij kleine maar tastbare verbeteringen tot stand kunnen brengen in de leefomstandigheden van mensen.
Dit is kortom een baan om trots op te zijn, dicht bij de burger.
Aan de andere kant vraagt dit ambt veel van jullie… en dat is de laatste jaren niet minder geworden. Bij grote nationale opgaven staan jullie vooraan.
Jullie zoeken draagvlak voor windmolenparken, spreken met slachtoffers van de toeslagenaffaire en werken hard om statushouders te huisvesten. En jullie bestrijden een pandemie die veel vraagt van het uithoudingsvermogen en geduld van ons allemaal.
Natuurlijk moeten we zorgen voor financiële middelen die bij alle opgaven passen. Het kabinet heeft daarvoor stappen gezet, zoals extra middelen voor de jeugdzorg, het schrappen van de opschalingskorting en compensatie voor nieuwe taken. Maar we zijn er nog niet. Daar heb ik de formerende partijen ook op gewezen.
Beste wethouders,
Jullie ambt stopt nooit. Jullie zijn continu beschikbaar voor burgers die zich melden met problemen. Dat is de kern van jullie werk.
Maar wie met de bevolking in gesprek gaat, merkt hoe het broeit in de samenleving. Tegenstellingen verscherpen zich, het debat verruwt en het wantrouwen in de overheid groeit. In sommige gevallen leidt dat zelfs tot bedreigingen. Ook dit jaar heb ik weer regelmatig wethouders en burgemeesters moeten bellen, omdat ze bedreigd werden.
Dit is - ik blijf het herhalen - onaanvaardbaar. Debat, discussie en kritiek horen bij een vitale democratie. Maar wie de rechtsstaat niet respecteert, plaatst zichzelf buiten de wedstrijd. Jullie moeten je werk zonder angst kunnen doen.
Hier moeten ook landelijke politici hun verantwoordelijkheid nemen. Haat en geweld beginnen met woorden. Woorden doen er toe. Zij hebben gevolgen.
Als jullie worden belaagd of geïntimideerd, is het belangrijk dat te melden. In elk geval binnen de eigen organisatie. Hiervoor heb ik samen met de Wethoudersvereniging en andere partijen een collectieve norm ontwikkeld. Die maakt duidelijk dat dreigen en intimideren niet normaal is.
Ook krijgen jullie steun en advies van het ondersteuningsnetwerk Weerbaar Bestuur. Zo sta ik samen met de Wethoudersvereniging aan jullie zijde.
Goed bestuur is niet vanzelfsprekend. Een van de dragers hiervan is de aandacht voor integriteit. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk dit is voor het vertrouwen van burgers in de democratie.
Binnenkort buigt de Kamer zich over het wetsvoorstel dat een VOG voor wethouders verplicht stelt. Deze verplichting zal gaan gelden voor alle wethouders die na de gemeenteraadsverkiezingen worden benoemd.
Daarnaast laten veel gemeenten hun kandidaat-wethouders screenen. Om dit te stimuleren, hebben we de basisscan integriteit ontwikkeld. In de toekomst zal deze screening ook wettelijk verplicht zijn. Daarom zullen we evalueren hoe de risicoanalyse integriteit bij de komende gemeenteraadsverkiezingen uitpakt.
Tot slot keer ik terug bij jullie eigen toekomst als bestuurder. Ik hoop dat jullie daar een weloverwogen besluit over nemen. Ik vind het wethouderschap nog altijd de mooiste baan van de wereld, na het ministerschap natuurlijk. Jullie werk doet er toe.
En laten we dit niet vergeten: jullie staan er niet alleen voor. Samen zijn we één overheid, en samen hebben we één doel voor ogen. We besturen niet om te besturen, maar om de burger te dienen. Ook en misschien wel juist als het moeilijk wordt.
Ik dank jullie voor je aandacht.