Toespraak staatssecretaris Alexandra van Huffelen bij symposium ABD over samenwerken
Toespraak van staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Financiën - Toeslagen en Douane) bij het symposium van de ABD over samenwerken op 30 september 2021. De staatssecretaris hield de toespraak op haar kantoor vanachter haar computer. Het gesproken woord geldt.
Fijn dat ik bij jullie congres op deze manier aanwezig mag zijn, en iets mag zeggen over het dossier waar aan ik werk. En dat ik ook mijn ervaringen van de afgelopen anderhalf jaar kan delen.
Als staatssecretaris op het ministerie van Financiën houd ik me veel bezig met het toeslagendossier. Het dossier heeft heel veel aandacht gekregen. Terecht ook, want er is veel misgegaan in dat dossier.
Jullie thema is mensenwerk. Het gaat over samenwerken, maatwerk. Dat is een onderwerp dat in het werk wat ik doe, heel erg aan de orde komt. Want als je nou kijkt naar wat er in de afgelopen tijd gebeurd is, dan zie je wel dat we soms het oog voor mensen in ons beleid kwijt zijn geraakt. Dat geldt niet in de laatste plaats ook bij de uitvoering. We zijn soms ook de mensen die het beleid moeten uitvoeren uit het oog verloren.
Samenwerken, maatwerk, mensenwerk dat klinkt ongelooflijk simpel. Maar dat is het niet. Want we willen ook efficiënt zijn, we willen zorgen dat dingen snel geregeld worden. Dat willen we zeker in de politiek.
Daarnaast hebben we niet altijd het vertrouwen dat alles maar gewoon goed gaat, als we geen regels maken om fouten of fraude te voorkomen. Dat zorgt ervoor dat het vaak heel lastig is om maatwerk te leveren. Of om heel menselijk zijn. En dan wordt ons beleid soms onmenselijk. Dat hebben we natuurlijk bij de Toeslagen heel duidelijk gezien.
We moeten het omdraaien. Dat zagen we ook in de filmpjes die jullie net lieten zien. Het gaat over samenwerken, echt naar elkaar luisteren, elkaar goed begrijpen. We moeten spreken met de mensen voor wie we het beleid maken. We hebben nu vaak beleid gemaakt zonder echt te kijken naar wat dat beleid in de praktijk betekent. We hebben gezien dat signalen die uit de organisaties kwamen, of die uit de media kwamen niet voldoende zijn opgepakt. Of niet op tijd zijn opgepakt. Dat leidt dan tot heel ernstige problemen, zoals we zien bij toeslagen.
Bij de uitvoering van het beleid praten we te weinig met de mensen voor wie de wetten bedoeld zijn. We praten ook te weinig met mensen uit de ambtelijke top en de politieke top. Daardoor ontstaan er problemen.
Iedere week spreek ik met zo’n 8 tot 10 ouders die te maken hebben gehad met de problemen bij toeslagen. Dat levert mij niet alleen een schat van informatie op. Het levert hopelijk ook iets op voor de mensen zelf. Namelijk dat ze hun verhaal aan mij kwijt kunnen, dat ze hun ervaringen kunnen delen. Het geeft ook de goede motivatie om de problemen die zij tegenkomen in het beleid, in de hersteloperatie, aan te passen. Niets is zo confronterend om gesprekken te hebben met de mensen die de problemen zelf hebben meegemaakt, en die nog steeds tegen problemen aanlopen.
Een van de dingen die in Den Haag te vaak gebeuren, is dat problemen van mensen theorie worden. We kennen de problemen wel, maar we kunnen ons er niet voldoende in inleven. Daarom vind ik zo belangrijk om te blijven praten. Niet alleen bij het maken van beleid, maar ook als het beleid in uitvoering is, dan we mensen ook daarbij blijven betrekken. We moeten ook nadenken over wat voor een beleid we eigenlijk maken. Het kabinet zei dat al in reactie op de uitkomsten van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.
Het toeslagenstelsel zoals het nu is, kan gewoon niet. Het is zo massaal, het is voor zo veel mensen tegelijkertijd, dat maatwerk heel erg moeilijk wordt. Uitzonderingen maken voor een paar procent van de mensen levert in de uitvoering al onmetelijke problemen op. Die problemen moeten we voorkomen. Zorg dat je beleid maakt, dat echt uitvoerbaar is. Besteedt ook tijd aan het toetsen van de uitvoerbaarheid. Geen wetten doordrukken met het idee dat het uiteindelijk vast gaat lukken.
Samenwerken tussen organisaties en departementen is ook zo’n thema. Dat kan we nog echt heel veel beter. Soms waren problemen in een uitvoeringsorganisatie wel helder. Maar kwamen die problemen niet voldoende in beeld bij de beleidsmakers. Dat willen we niet. Dat moet niet.
Er is veel te doen de komende tijd. We moeten scherper zijn in het beleid dat we vaststellen. Scherper zijn in de uitvoerbaarheid daarvan. We moeten voortdurend voeling houden met de maatschappij om te zien of het beleid zorgt voor wat we willen. Altijd blijven kijken of het niet tot verkeerde en onwenselijke effecten leidt.
Het kan niet zo zijn dat de wereld in een uitvoeringsorganisatie zo maar veranderd wordt. Veranderingen kunnen niet van de ene op de andere dag. Er is tijd voor nodig, en aandacht.
Het is ook belangrijk dat uitvoeringsorganisaties zelf zeggen dat iets niet kan, als het niet kan. Of nóg niet kan. Dat is moeilijk, dat begrijp ik. Ik zet zelf ook druk op de uitvoerders van de Belastingdienst om ouders zo snel mogelijk te helpen.
Er is ook veel te doen over onze informatievoorziening, die kan ook beter. Maar daar gaat het vandaag op jullie symposium niet over.
Ik wens jullie allemaal een fijne dag. Met tot slot nog eens de oproep om goed na te denken over hoe je beter kunt samenwerken
Vooral met en voor de mensen voor wie we het beleid maken.
Dank u wel.