Toespraak minister Van Engelshoven bij opening Nederlands Film Festival 2021
Minister Van Engelshoven (OCW) sprak bij de opening van het Nederlands Film Festival, op 24 september 2021 in Utrecht.
[Let op: het gesproken woord geldt!]
Beste mensen,
Een klein jaar geleden, op woensdag 18 november, was ik in het Tuschinski Theater in Amsterdam. Het was de openingsavond van het IDFA-filmfestival.
De besmettingscijfers waren destijds zorgelijk, en vaccins waren er nog niet. Het openbare leven lag grotendeels stil.
De straten rondom het theater waren verlaten. Er zat bijna niemand in de zaal die ik toen toesprak. Het was er koud.
Het bioscoopscherm achter mij toonde een mozaïek van gezichten: filmmakers en professionals die vanuit heel de wereld, en vaak vanuit hun huiskamer, de opening van het festival volgden.
Een pijnlijke illustratie van hoe hard de filmsector is geraakt door de coronacrisis.
Het was een surrealistische avond, toen in Tuschinski. Het maakte diepe indruk op me.
Hoe anders is het om vandaag in een bruisend Utrecht te zijn. Om hier, in deze zaal, jullie allemaal weer fysiek toe te kunnen spreken, en samen de start van een veelbelovend Nederlands Film Festival te vieren.
Er is meer reden voor hoop en optimisme, want we staan aan de vooravond van grote versoepelingen.
Vanaf morgen nemen we afscheid van de anderhalvemetersamenleving, en kan bijna de hele cultuursector weer op volle capaciteit gaan draaien.
Ik ben enorm blij dat we die stap kunnen zetten.
En ik ben iedereen in onze filmsector ongelofelijk dankbaar voor de grote inzet tijdens het afgelopen anderhalve jaar. Dat kan niet vaak genoeg gezegd worden.
Met vereende krachten heeft de filmsector ook in crisistijden ontzettend veel weten te bereiken
Ik zag de afgelopen periode een indrukwekkende saamhorigheid in de Nederlandse filmwereld. Met vereende krachten hebben jullie ook in crisistijden ontzettend veel weten te bereiken.
De filmfestivals gingen door, met volle programma’s, en met allerlei gezamenlijke innovaties om de verhalen toch bij zoveel mogelijk mensen te krijgen.
Ook de productie van veel Nederlandse films en televisieseries draaide door. Sterker nog; er zijn zelfs flinke successen geboekt, zoals Silvia al aanstipte in haar openingstoespraak. Het marktaandeel en de waardering van de Nederlandse film waren het afgelopen jaar hoog.
Meerdere films passeerden ook dit jaar de gouden grens van 100.000 bezoekers. Vele mensen genoten van series als Stanley H. en Mocro Maffia. En films als Three Minutes en Do Not Hesitate werden geselecteerd voor grote, internationale filmfestivals.
Dat is een prachtige prestatie, en dit succes is het waard om vast te houden.
Want juist nu is het essentieel dat er films en series gemaakt blijven worden. Films zoals Mijn Vader is een Vliegtuig, de openingsfilm die we zo gaan zien.
Of zoals De Oost, die ik zeer indrukwekkend vond, en die gelukkig ook tijdens het NFF weer te zien is. Terecht, want het is een verhaal dat dringend verteld moet worden.
Het zijn dit soort verhalen die ons in contact brengen met andere mensen en onbekende werelden. Met nieuwe perspectieven op het leven, en hoe complex dat soms kan zijn.
Het is dankzij jullie inzet en samenwerking dat de steun van het kabinet aan de filmsector goed terecht is gekomen, en dat we deze verhalen het afgelopen jaar verteld konden blijven vertellen.
Het zijn voor veel mensen in de film- en cultuursector nog altijd onzekere tijden.
Tegelijkertijd besef ik dat er ook een andere kant van de medaille is. Het zijn voor veel mensen in de film- en cultuursector nog altijd onzekere tijden.
De coronacrisis mag dan tijdelijk zijn, ze legde wel een paar structurele problemen bloot in de cultuursector. Die vragen om structurele oplossingen, en een plan om de cultuursector sterker uit de crisis te laten komen.
Ik werk op dit moment hard aan zo’n herstelplan, samen met andere ministeries, gemeentes en de cultuursector zelf. En ik doe er alles aan om zoveel mogelijk al voor te bereiden, maar het is uiteindelijk aan een volgend kabinet om die handschoen op te pakken.
Ik hoop van harte dat dit snel en voortvarend zal gebeuren.
Uiteindelijk gaat er niets boven de ervaring van films kijken in de bioscoop.
Beste mensen,
Vanaf morgen mogen bioscopen en filmtheaters in heel het land op volle capaciteit gaan draaien. Ik heb er alle vertrouwen in dat de zalen weer vol zullen stromen. Dat kan weer, en het is veilig.
En uiteindelijk gaat er niets boven de ervaring van films kijken in de bioscoop; op het grote scherm, met kraakhelder beeld en geluid.
Aan het programma van het Nederlands Film Festival zal het in ieder geval niet liggen.
We staan aan de vooravond van een bruisende festivalweek. Een week tjokvol inspiratie en verbeeldingskracht. Hier, in Utrecht, en in bioscopen door heel het land.
Het is een bijzondere eer om daar, samen met jullie, het startschot voor te geven.
Ik wens iedereen een prachtig festival toe.
Dank jullie wel.