Kabinet bouwt voort op aanpak vertragingen door corona

Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap blijft samen met scholen en universiteiten alles op alles zetten om kinderen en jongeren alle kansen te bieden op een goede toekomst, ondanks corona. Ook in de begroting van 2022 trekt het kabinet daar geld voor uit. Daarnaast heeft ook het aanpakken van het lerarentekort prioriteit.

Aanpak vertragingen door corona

Met het Nationaal Programma Onderwijs, dat samen met het onderwijsveld is opgezet, wil het kabinet de ontstane leervertraging door corona inlopen. Zoals eerder aangekondigd, investeert het kabinet daarom van 2021 tot en met 2023 in totaal 8,5 miljard euro in het onderwijs.

Basisscholen en middelbare scholen lopen de vertragingen verder in met bewezen effectieve maatregelen zoals een-op-een-begeleiding, extra onderwijstijd en feedback. Diverse maatregelen zullen ook na het programma bijdragen aan beter onderwijs en gelijke kansen.

Daarnaast krijgt iedereen die dit studiejaar studeert aan dezelfde opleiding als vorig jaar een korting van 50% op het college- of lesgeld. Dat geeft studenten financiële ademruimte. Ook is er een tegemoetkoming gekomen voor wie zijn recht op een basisbeurs (mbo) en aanvullende beurs (mbo en hoger onderwijs) dreigt te verliezen. De ov-kaart voor studenten in het hoger onderwijs wordt verlengd met maximaal 12 maanden als blijkt dat zij meer tijd nodig hebben om hun diploma te halen.

Lerarentekort

Het lerarentekort blijft een groot probleem, zeker in de grote steden. Ook buiten het onderwijs zien we grote personeelstekorten, maar we werken hard om nieuwe leraren en schoolleiders aan te trekken en de huidige te behouden. Want alle leerlingen moeten goed onderwijs blijven krijgen.

Dit kabinet heeft daarom deze kabinetsperiode structureel 800 miljoen geïnvesteerd en incidenteel nog eens 360 miljoen in de aanpak van de tekorten. Mede hierdoor is het aantal zij-instromers en onderwijsassistenten fors gestegen. Ook hebben we met de grote steden afspraken gemaakt over de aanpak van de tekorten. Maar we zijn er nog niet. Daarom blijven we ons met schoolbesturen, schoolleiders, leraren en de opleidingen inzetten om dit probleem aan te pakken.

De laatste tranche van de werkdrukmiddelen, onderdeel van de 800 miljoen, is in deze begroting aan de OCW-begroting toegevoegd. Daarmee is er oplopend tot 430 miljoen euro per jaar vanaf 2025 om werkdruk in het primair onderwijs terug te dringen.

Daarnaast is er 645 miljoen euro structureel extra beschikbaar om in het hoger onderwijs de hogere studentenaantallen te compenseren. Dit moet er voor zorgen dat meer mensen in dienst kunnen komen en de werkdruk afneemt.

Op verzoek van de Tweede Kamer investeert dit kabinet 60 miljoen euro extra in de lerarenbeurs. Zo kunnen leraren zich verder blijven ontwikkelen, door bijvoorbeeld een bachelor- of masteropleiding te volgen. Dit maakt het vak aantrekkelijker voor zowel huidige als toekomstige leraren.

Cultuur

De creatieve en culturele sector hebben zwaar te lijden onder de coronacrisis. Het kabinet heeft daarom in 2020 en 2021 naast de generieke steunmaatregelen in totaal ook ruim 1,6 miljard euro vrijgemaakt voor de organisatoren, makers en instellingen uit de culturele en creatieve sector. Dit betreft een van de stevigste sectorale steunpakketten van dit kabinet. Daarnaast is op 14 september aangekondigd om nog eens 15 miljoen vrij te maken voor (culturele) activiteiten zoals concerten die niet op volledige capaciteit kunnen doorgaan. Met al deze steunpakketten hebben veel instellingen het hoofd boven water kunnen houden.


Op advies van de Raad voor Cultuur worden mogelijkheden voor een herstelplan voor de sector verkend waarmee de kwaliteit, diversiteit in aanbod en de spreiding gegarandeerd kunnen blijven. Juist nu is de verbindende kracht van cultuur hard nodig.