65 aanvragen derde ronde Woningbouwimpuls

Het loket voor de Woningbouwimpuls is gesloten. Met 65 aanvragen voor in totaal 361 miljoen euro is deze laatste ronde flink overtekend. Er is in totaal 250 miljoen euro beschikbaar. De komende periode buigt de onafhankelijke toetsingscommissie zich over de aanvragen en brengt advies uit aan minister Ollongren. In december wordt bekend gemaakt welke projecten een financiële bijdrage ontvangen.

Dat veel gemeenten aan de slag willen met het snel bouwen van meer betaalbare woningen, blijkt ook nu weer uit de hoeveelheid aanvragen die zijn binnengekomen. Bij de tweede ronde woningbouwimpuls was het aantal projectaanvragen 53 en bij de eerste 52. Deze twee rondes hebben bijgedragen aan het versnellen van de bouw van ruim 95.000 woningen.  

Projectaanvragen derde ronde

Tussen de 65 ingediende projectaanvragen, zitten ook aanvragen die onderdeel zijn van de 14 grootschalige gebiedsontwikkelingen of de 16 stedelijke vernieuwingsgebieden. 
De totaal gevraagde bijdrage voor deze projectaanvragen bedraagt ruim € 361 miljoen, exclusief BTW. Het uitkeringsplafond voor deze derde tranche is echter € 250 miljoen, inclusief BTW. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit de Woningbouwimpuls moeten de projecten aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals:

  • minstens de helft van het aantal woningen moet betaalbaar zijn;
  • de woningbouw moet binnen drie jaar starten.

De komende tijd gaat een onafhankelijke commissie aan de slag met het beoordelen van de 65 projectaanvragen waarna zij een advies uitbrengt aan de minister uitbrengt.  
Meer informatie over de toetsing en de criteria is te vinden in de ministeriële regeling in de Staatscourant.
 

Over de Woningbouwimpuls

In Nederland is een groot tekort aan woningen. De komende tien jaar moeten er 900.000 woningen bijgebouwd worden. Daarbij is er vooral veel vraag naar betaalbare woningen voor starters en middeninkomens. Met de Woningbouwimpuls draagt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij aan projecten die anders moeilijk of traag tot stand komen omdat ze een financieel tekort kennen. Het geld kan ingezet worden voor bijvoorbeeld de sanering van vervuilde grond, het uitplaatsen van bedrijven en het aanpassen van toegangswegen.