Ondernemer aan het roer in toekomst duurzame landbouw
Boeren en tuinders moeten zelf aan het roer kunnen staan om de omschakeling te maken naar een toekomstbestendige landbouw. Agrarisch ondernemers kennen hun bedrijf zelf het best en hebben behoefte aan regelgeving gericht op doelen. Daarom gaat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de komende tijd samen met ketenpartijen, kennisinstellingen en de experimenteergebieden een set van indicatoren ontwikkelen waarmee ondernemers zelf aan de slag kunnen om hun bedrijf in te richten naar de principes van kringlooplandbouw. Dit staat in het tweede resultatenoverzicht van de LNV-visie ‘Waardevol en verbonden’, die minister Schouten vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het verdienvermogen van duurzaam ondernemen staat centraal bij toekomstbestendige landbouw, schrijft minister Schouten. “Voor ondernemers die de omslag willen maken naar een vorm van landbouw die meerdere generaties houdbaar is, telt uiteindelijk de vraag of en hoe zij dit in bedrijfseconomisch opzicht voor elkaar kunnen krijgen.” De minister stelt dat er inmiddels stevige stappen gezet zijn in de omslag naar kringlooplandbouw. Van begin af aan was duidelijk dat dit een kwestie is van jaren. Daarom is het belangrijk de lange termijn voor ogen te houden en samen met de sector, ketenpartijen en de overheid vast te houden aan de ingezette koers.
Aan de hand van kritische prestatie indicatoren (kpi’s) kunnen boeren zelf meten of zij op koers liggen voor wat betreft de doelstellingen op bijvoorbeeld klimaat, stikstof, bodemkwaliteit, biodiversiteit en dierenwelzijn. Zij kunnen op die manier ook bepalen welke aanpassingen, passend bij het bedrijf, nodig zijn om nog betere resultaten te realiseren. En uiteindelijk maakt dit het ook mogelijk boeren te belonen voor de prestaties die zij leveren. Het streven is dat er eind 2021 een ‘basisset’ van kpi’s gereed is.
Financiële ondersteuning
Bij het omschakelen naar duurzame landbouw is het belangrijk dat ondernemers financiële ruimte krijgen voor investeringen in hun bedrijf. Speciaal daarvoor is het Omschakelprogramma duurzame landbouw opgezet. Later dit jaar start het Investeringsfonds Duurzame Landbouw via het Nationaal Groenfonds met een eerste pilot van 10 miljoen euro om agrarisch ondernemers die willen omschakelen naar een duurzaam bedrijfssysteem, financieel te ondersteunen.
Passend gebruik van grond
Naast financiële ondersteuning is er ook ruimte nodig om te experimenteren met kringlooplandbouw. Staatsbosbeheer is vanaf 2018 gaan experimenteren om de overeenkomsten die het met (bestaande en nieuwe) pachters heeft natuurinclusiever te maken of hen op andere manieren te helpen bij een natuurinclusieve bedrijfsvoering. Dat kan door pachters via langduriger overeenkomsten meer zekerheid te geven en begeleiding te bieden, in ruil voor een bedrijfsvoering die meer rekening houdt met natuur, landschap en het vergroten van de biodiversiteit.
Op dit moment zijn veertien experimentovereenkomsten afgesloten die natuurinclusieve landbouw mogelijk maken. De komende twee jaar kunnen daar nog 26 bij komen, wat het totale areaal onder ‘natuurinclusieve pachtvoorwaarden’ op ruim 4000 hectare brengt. Dat is gelijk aan ongeveer 10% van het totale areaal dat Staatsbosbeheer verpacht.
Kennis delen en experimenteren
De tweede openstelling van de Subsidiemodule Agrarische Bedrijfsadvisering en Educatie (Sabe) op 31 mei 2021 kon opnieuw rekenen op veel belangstelling. Ook de komende tijd zullen de vouchers verzilverd worden en kunnen boeren met adviseurs en binnen de praktijknetwerken met elkaar aan de slag om kennis uit te wisselen over duurzame landbouw. Tot 2023 komen jaarlijks nieuwe vouchers beschikbaar. De komende tijd zullen de vouchers verzilverd worden en kunnen boeren binnen de praktijknetwerken met elkaar aan de slag om kennis uit te wisselen over duurzame landbouw. Tot 2023 komen jaarlijks nieuwe vouchers beschikbaar.
Ondersteuningsmogelijkheden voor boeren en tuinders zijn ook te vinden via de website Platform kringlooplandbouw. LNV werkt momenteel aan een overzicht van de ontwikkeltrajecten waaraan LNV en de experimenteergebieden gezamenlijk vorm en inhoud geven. In de vijf experimenteergebieden (in de Achterhoek, De Peel, Twente, Flevoland en Noord-Nederland) wordt gezocht naar mogelijkheden voor kringlooplandbouw, bijvoorbeeld op het gebied van mest, bodem, stikstof, natuur-inclusieve landbouw, reststromen, integrale duurzame stal-/bedrijfssystemen.