Voorjaarsnota 2021: Tekort loopt op, herstel in zicht

Het begrotingstekort komt dit jaar naar verwachting uit op 62,4 miljard euro, oftewel 7,5% bbp (bruto binnenlands product). De overheidsschuld loopt op naar 60,0% bbp. Dat blijkt uit de Voorjaarsnota 2021 die minister Hoekstra van Financiën naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. 

Het kabinet geeft in de Voorjaarsnota een overzicht van de wijzigingen van de begroting voor het lopende begrotingsjaar ten opzichte van de Miljoenennota 2021. De bijstellingen zijn gebaseerd op de nieuwe economische ramingen uit het Centraal Economisch Plan (CEP) 2021 van het Centraal Planbureau (CPB) en inzichten over de begrotingsuitvoering van alle ministeries. Naar verwachting loopt het tekort de komende jaren terug naar 0,8% bbp in 2025. De schuld daalt ook licht en komt naar verwachting uit op 58% bbp in 2025. De ontwikkeling van corona blijft echter onzeker, wat ook leidt tot onzekerheid over het herstel van de economie en het verloop van de overheidsfinanciën.

Extra middelen

Op 27 mei kondigde het kabinet aan voornemens te zijn om het steun- en herstelpakket ook in het derde kwartaal voort te zetten. Het verwachte budgettaire beslag van die uitbreiding, circa 6 miljard euro, is in de Voorjaarsnota meegenomen. Het demissionaire kabinet stelt ook middelen beschikbaar voor een aantal maatschappelijke opgaven waarover besluitvorming niet kan wachten op een nieuw kabinet. In de Voorjaarsnota worden deze eerder aangekondigde besluiten integraal verwerkt. Ten eerste maakt het kabinet naar aanleiding van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) 1,2 miljard euro extra geld vrij voor de compensatie van Toeslagengedupeerden. Ook is 0,9 miljard euro aan additionele middelen gereserveerd voor het kwijtschelden van publieke en private schulden van gedupeerden. Tevens komt structureel 0,8 miljard euro extra beschikbaar voor verbetering van de informatiehuishouding en de dienstverlening.

Ten tweede heeft het kabinet op 6 november 2020 bestuurlijke afspraken gemaakt met de provincie Groningen en de zeven gemeenten in het aardbevingsgebied over de versnelling en verbetering van de hersteloperatie. Hiervoor heeft het Rijk in totaal 1,5 miljard euro uitgetrokken. Daarnaast zijn de budgettaire ramingen van de schade- en hersteloperaties geactualiseerd. De kosten hiervoor worden geraamd op 8,8 miljard euro in de periode tot 2027. Van deze kosten slaat 2,7 miljard euro als tegenvaller op de Rijksbegroting.

Ten derde stelt het kabinet dit jaar 0,6 miljard euro beschikbaar voor acute problematiek in de jeugdzorg. Het is noodzakelijk de beheersbaarheid van het jeugdstelsel ingrijpend te vergroten, zowel door effectievere en meer doelmatige sturing door (samenwerkende) gemeenten, als door aanpassingen in het stelsel. Gemeenten en het Rijk erkennen deze opgave.

Ten vierde heeft het kabinet als onderdeel van de corona-noodmaatregelen besloten tot een Nationaal Programma Onderwijs gericht op het herstel van het onderwijs tijdens en na corona. Hiervoor is in totaal 8,5 miljard euro beschikbaar.

Tegenvallers

In de Voorjaarsnota worden ook een aantal budgettaire tegenvallers verwerkt. Deze tegenvallers doen zich onder andere voor op de huurtoeslag, de compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid, de nacalculatie van de overheveling van de ggz naar de Wlz en in de verwachte kosten van de justitiële ketens. De kosten van de maatschappelijke opgaven en de budgettaire tegenvallers op lopende zaken zorgen gezamenlijk voor een overschrijding van het uitgavenplafond met 4,3 miljard euro in 2021.