Toespraak minister Blok ter gelegenheid van 70 jaar Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
Beste collega-ministers,
Ik waardeer het zeer u te spreken op deze speciale dag.
Het is bijzonder fijn u weer te zien.
70 jaar geleden tekenden onze ouders een leeg vel papier.
Heel letterlijk.
De inhoudelijke gesprekken in aanloop naar het Verdrag van Parijs gingen zó lang door, dat er op het moment suprême in de salon de l’Horloge nog geen officiële verdragstekst was.
En dus tekenden ‘de zes’ maar een leeg velletje.
Dit speciale moment legde de basis voor onze gezamenlijke geschiedenis. En tegelijk tekent dat moment ook wie wij zijn. Toen en nu. Want al was het velletje papier leeg, de aanwezige heren waren zelf geen onbeschreven blad.
Zij namen een flink pak bagage mee naar de salon de l’Horloge.
De verse herinneringen aan een vernietigende oorlog en de gezamenlijke wens dat nooit meer mee te maken. De herinneringen ook aan de depressie van de jaren 30, en de gedeelde wetenschap dat samenwerking het beste recept is tegen armoede.
Maar hun bagage bestond óók uit een gezonde dosis twijfel, ook vanuit Nederlandse zijde, om soevereiniteit te verliezen.
En toch tekenden zij een leeg vel en sprongen zo gezamenlijk in het diepe.
En dat is nu precies wat onze landen, ‘the founding fathers’, kenmerkt tot aan de dag van vandaag. We zien dat onze gedeelde belangen altijd groter zijn dan onze zorgen of twijfels,
We gooien nooit de handdoek in de ring, En we komen steeds nieuwe uitdagingen tegen die ertoe nopen opnieuw in het diepe te springen.
En precies daarom spreken we elkaar ook weer vandaag.
Weliswaar niet vanuit de prachtige salon de l’Horloge, maar wel vanuit onze huiskamers deze zondag. Juist omdat wij een gedeeld belang voelen.
Europa geeft ons allen vrijheid, welvaart, en veiligheid.
Daarom hebben wij allemaal belang bij een sterke en duurzame Unie met sterke lidstaten, die zich rekenschap geeft van de geopolitieke context waarin zij opereert en waarin onze waarden en de democratische rechtsstaat worden gerespecteerd.
En ja, als kinderen van deze founding six, nemen wij onze eigen bagage mee.
We zien hoe de wereld om ons heen onveiliger en onvoorspelbaarder wordt. Hoe de pandemie een wereldwijd spoor van ellende achter zich laat. En hoe tegelijk onze planeet razendsnel blijft opwarmen.
Het zijn problemen die we alleen samen kunnen oplossen. Als sterke lidstaten, binnen een sterke unie, die samen collectieve uitdagingen solidair én verstandig aanpakken, en gezamenlijk optrekken om op te komen voor onze belangen in de wereld.
De Green Deal, waar wij vandaag over spreken, is in lijn met deze Nederlandse inzet in de Unie.
Het is hét instrument voor onze toekomstbestendigheid en om onze gezamenlijke concurrentie- en innovatiekracht te versterken, om samen te werken aan een duurzame economie en om de weg te plaveien voor economisch herstel uit de COVID-19-crisis.
Tegelijk moeten lidstaten ook zelf de handschoen oppakken: door onze economieën te moderniseren en hervormingen door te voeren, met energietransitie als een drijvende kracht, en de herstelplannen en het MFK als hulpmiddel.
Daarbij weten u en ik dat ook de geopolitieke dimensie enorm belangrijk is.
Neem de CO2-grensbelasting, die onze steeds groener wordende EU kan beschermen in een nog altijd grijze wereld. Dit heeft enkel kans van slagen, als we oog blijven houden voor de geopolitieke context.
Door ervoor te zorgen dat onze plannen in lijn zijn met WTO-richtlijnen. Door met internationale partners in gesprek te gaan en door onze plannen stap voor stap te implementeren.
Handelsspanningen zijn immers in niemands belang.
De Green Deal zal tot slot alleen slagen binnen een Unie die transparant is en goed functioneert en waarbinnen de democratische rechtsstaat wordt gerespecteerd.
Dit principe ligt immers ten grondslag aan al onze Europese samenwerking.
Zonder respect voor onze gezamenlijke waarden kan het vertrouwen waar onze Unie op berust geen stand houden.
Dit betekent dat we op basis van de afgesproken procedures tot gezamenlijke afspraken moeten komen en deze moeten naleven, zoals het doel om de uitstoot in 2030 met ten minste 55 procent terug te dringen.
Als we dat doen, dan ligt een volgende mijlpaal binnen handbereik.
In 2050, precies 1 jaar voor de honderdste verjaardag van het Verdrag van Parijs, kunnen we met een klimaat-neutrale Unie opnieuw laten zien hoe belangrijk dat lege velletje papier is geweest. Het was namelijk hét startpunt van een samenwerking die telkens opnieuw relevant blijkt.
Van kolen en staal, naar een groene toekomst!