Inleidend statement persconferentie na ministerraad 23 oktober 2020
Inleidend statement van minister-president Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Over onder meer de zorgelijke ontwikkelingen rondom het coronavirus. Bekijk de hele persconferentie via YouTube. Of lees de letterlijke tekst van de persconferentie.
Inleidend statement persconferentie na ministerraad 23 oktober 2020
Minister-president Rutte:
Goedemiddag allemaal. Zo, ja, deze week is het herfstreces, maar daar heeft het coronavirus geen boodschap aan, dus ook in deze recesweek hebben wij toch een ministerraad gehad om de laatste stand van zaken rond het virus te bespreken. Je ziet op dit moment dat in heel Europa de besmettingen fors oplopen. De cijfers van de afgelopen week geven ook in Nederland absoluut geen reden tot juichen. Het aantal besmettingen is nog steeds heel hoog: vandaag meer dan 10.000 positieve testen gemeld en dat is echt nog veel te veel. Je ziet het ook in de zorg. De corona afdelingen die stromen vol met patiënten, ook op de IC’s lopen de aantallen inmiddels weer behoorlijk op en patiënten moet weer worden verplaatst tussen regio’s. Vandaag zijn ook de eerste patiënten naar Duitse ziekenhuizen overgebracht en de reguliere zorg wordt op veel plekken noodgedwongen afgeschaald. Ik heb, overigens, zojuist nog telefonisch contact gehad met Armin Laschet, de minister-president van Noordrijn-Westfalen, om hem namens Nederland te bedanken voor het feit dat zij weer zo gastvrij zijn en solidair om Nederlandse patiënten in zijn deelstaat onderdak te bieden. Het blijft dus essentieel dat we de trend ombuigen. We zien gelukkig dat mensen de afgelopen week voorzichtiger zijn geworden en de gedeeltelijke lockdown waar we sinds ruim een week in zitten, zorgt ervoor dat het aantal contactmomenten en verplaatsingen weer beperkter is. Dat is niet leuk, dat realiseer ik mij, en zeker voor getroffen ondernemers is dit enorm zwaar, maar het is helaas nodig. Ik hoop dat we snel de effecten van de cijfers zullen zien. Vanzelfsprekend houden wij continu de vinger aan de pols. Er wordt dag in dag uit met elkaar intensief gesproken in verschillende samenstellingen en zoals bij de aankondiging van de gedeeltelijke lockdown op 13 oktober en die is ingegaan, zoals u weet op 14 oktober, en echt van kracht geworden vorige week donderdag, ging laat in op de 14e, dus de eerste volle dag was vorige donderdag. U weet die maatregelen gelden voor tenminste vier werken, maar we hebben ook gezegd dat we na twee een soort van tussenbalans zouden opmaken en dat gaan we dus ook komende week doen. Daarbij liggen alle scenario’s op tafel. Het is dan van belang om te kijken wat het effect van het pakket wat nu loopt. Dat kun je nog niet zien, dat is nog te vroeg, dus dat hopen wij zo snel mogelijk te zien en Hugo de Jonge en ik zullen daar dus ook bij jullie hierop terugkomen zodra wij daar nadere maatregelen, als dat nodig is, of nadere duiding, als dat is de situatie is, van kunnen geven.
Dan was er de afgelopen week veel te doen over de afgebroken vakantie van de Koning. Ik heb daar al over gezegd dat ik op de hoogte was van de voorgenomen vakantie en daarmee de verkeerde inschatting heb gemaakt. Woensdag heeft u de persoonlijke boodschap gezien van de Koning. Ik merk uit reacties dat daar veel waardering voor was en nogmaals die inschatting was verkeerd om te gaan en dat heb ik mij ter harte genomen.
Tot slot wil ik hier niet voorbijgaan aan de afschuwelijke terreurdaad die afgelopen week in Frankrijk heeft plaatsgevonden hè. Samuel Paty, de leraar, op beestachtige wijze vermoord omdat hij zijn leerlingen de waarde van het vrije woord wilde bijbrengen. Dat is onverdraaglijk en onacceptabel. We hebben daar ook vandaag in de ministerraad bij stilgestaan en ik wil ook hier nog een keer benadrukken dat Nederland zij aan zij staat met het Franse volk. Ik heb daar na zijn indrukwekkende toespraak van afgelopen woensdagavond ook contact over gehad met Emmanuel Macron. En volgende week dinsdag, heb ik begrepen, zal Samuel Paty ook in de Tweede Kamer worden herdacht en daarbij zal ik namens het kabinet een bijdrage leveren.