Onderzoek naar tegenbewijsregeling box-3 spaarders
Onderzoek moet uitwijzen of een zogeheten tegenbewijsregeling soelaas biedt voor mensen die spaargeld in box 3 hebben. Met een dergelijke regeling hoeven mensen die kunnen aantonen dat zij vooral of uitsluitend spaargeld hebben, minder belasting te betalen.
Op voorstel van staatssecretaris Vijlbrief (Fiscaliteit) heeft de ministerraad ingestemd met het onderzoek.
Het kabinet komt hiermee, op aangeven van VVD-Kamerlid Lodders, tegemoet aan de wensen van spaarders, zoals oudere belastingplichtigen die hebben gespaard voor hun pensioen. Bij de huidige rentestand brengt hun spaargeld soms minder op, waardoor hun (aanvullende) pensioenvoorziening slinkt. Het advies dat Vijlbrief inwint moet in het voorjaar van 2021 klaar zijn.
Voor de vermogensrendementsheffing in de jaren 2013 tot en met 2016 komt geen compensatie. Eerder oordeelde de Hoge Raad dat de heffing zoals die destijds bestond op stelselniveau in strijd was met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), indien het nominaal gemiddeld haalbare rendement lager was dan 1,2%.
Op basis van een notitie van het CPB trekt het kabinet de conclusie dat het in al die jaren mogelijk was om een hoger gemiddeld rendement dan 1,2% te halen. Derhalve is er geen sprake van schending van het EVRM op stelselniveau.
Sinds 2017 is de regeling aangepast maar geldt nog wel een forfaitair rendement. Vijlbrief is eerder al onderzoek gestart naar de mogelijkheid om belasting te heffen over werkelijk behaald rendement. De resultaten van dit onderzoek worden eveneens komend voorjaar verwacht.