Defensievisie 2035: een nieuw profiel voor Defensie
In 2035 moet Defensie een slimme, technologisch hoogwaardige organisatie zijn. Een organisatie met een groot vermogen om zich aan te passen aan situaties en die handelt op basis van de beste informatie. Daarnaast is Defensie betrouwbaar voor nationale en internationale partners, om samen opgewassen te zijn tegen dreigingen.
Dat staat in de Defensievisie 2035 'Vechten voor een veilige toekomst’ die vandaag is gepresenteerd. In het document somt Defensieminister Ank Bijleveld-Schouten de te nemen stappen op om Defensie de komende 15 jaar sneller en sterker te maken.
“Onze veiligheid moet ons wat waard zijn”, zegt ze. “Er zijn duidelijke keuzes nodig. Defensie heeft meer aanpassingsvermogen, snelheid en gevechtskracht nodig. In deze Defensievisie geven we duidelijk aan hoe we ervoor staan en wat er voor de toekomst nodig is.”
Veiligheidsbelangen onder druk
Vrijheid en veiligheid zijn het waard om voor te vechten, schrijft de minister in de Defensievisie. Zowel fysiek als digitaal staan de veiligheidsbelangen van ons Koninkrijk onder druk. Denk aan de cyberaanvallen die dagelijks plaatsvinden. Maar ook de competitie tussen grootmachten groeit, waarbij de taal verhardt en de kans op conflicten toeneemt.
Uit alle analyses blijkt dat er steeds vaker een beroep op de schaarse capaciteiten van Defensie wordt gedaan. Daar is moeilijk aan te voldoen met hoe Defensie is ingericht. Er is een gebrek aan personeel en de Nederlandse bijdrage aan de NAVO blijft achter. Het is daardoor ook lastiger voor Europa om op eigen benen te staan.
10 inrichtingsprincipes
Defensie moet daarom vernieuwen, moderniseren en andere manieren van vechten incorporeren, waarbij technologie en informatie vaker centraal staan. Militairen moeten de beschikking hebben over de modernste middelen, zodat ze op het hoogste niveau en zo veilig mogelijk hun werk kunnen doen. De organisatie moet de ambitie hebben om de beste mensen aan te trekken en die ook te behouden. Deze stappen moeten de komende 15 jaar worden gezet via 10 inrichtingsprincipes, die het profiel van Defensie in 2035 vormgeven:
- Unieke mensen en arbeidsextensieve capaciteiten. Onze mensen maken het verschil. Daarbij is meer oog voor maatwerk bij de aanstelling en contracten van burgers en militairen. Het personeelsbestand wordt diverser en er wordt gekeken naar specialisten met unieke kwaliteiten. Automatisering, digitalisering en robotisering bieden kansen: door mensen en machines op de juiste manier een ‘team’ te laten worden, halen we het beste uit onze mensen. We kunnen dan ons (vaak gevaarlijke) werk veiliger maken en in bepaalde gevallen de fysieke selectiecriteria veranderen.
- Flexibel optreden: snel inzetbaar, schaalbaar en zelfstandig. Op deze manier kunnen we beter anticiperen en omgaan met de vele verschillende soorten dreigingen. Dit geldt voor binnen- en buitenlandse operaties. Hiervoor moeten strategische en operationele concepten worden bedacht en uitgevoerd. Wapensystemen en eenheden zijn gemakkelijk op te waarderen en te combineren. Gevechtseenheden werken zelfstandiger, flexibeler, sneller en zijn langer inzetbaar en inklikbaar met onze belangrijkste nationale en internationale partners.
- Sterk innoverend vermogen. We willen vooroplopen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, zodat we technologisch hoogwaardig zijn en blijven. Op die manier kunnen we ons blijven aanpassen aan de veranderende wereld en behouden en vergroten we de operationele slagkracht.
- Escalatiedominantie met onze partners. Samen met onze partners moeten we over de juiste en voldoende capaciteiten blijven beschikken voor geloofwaardige afschrikking en slagkracht. We moeten ook proportioneel bijdragen aan EU- en NAVO-missies en VN-vredesoperaties.
- Gezaghebbende informatiepositie. We moeten onze omgeving sneller kunnen beschrijven en begrijpen en veranderingen zien aankomen. Op die manier krijgen we beter grip op complexe situaties.
- Multidomein en geïntegreerd optreden. We moeten ons tegen de vele verschillende soorten dreigingen kunnen weren. Dreigingen vinden steeds vaker in verschillende domeinen en met verschillende middelen plaats. Het multidomein optreden, namelijk de samenwerking tussen de defensieonderdelen land, lucht, zee, cyber en ruimte, wordt het uitgangspunt. Geïntegreerd optreden samen met partners wordt versterkt.
- Transparant en zichtbaar in een betrokken samenleving. Defensie staat actief in de samenleving en moet daarvoor stappen blijven zetten om transparanter te zijn; informatie wordt actief gedeeld, incidenten pro-actief gemeld.
- Inzetten op een sterker, zelfredzamer Europa. Europa moet in de toekomst zelfstandig kunnen optreden wanneer de Europese belangen in het geding zijn. Defensie zet daarop in en intensiveert afspraken met EU en NAVO. Langjarige commitment is belangrijk voor de geloofwaardigheid van Nederland.
- Inzetten op verdere specialisatie binnen de NAVO en de EU. We zetten meer in op specialisatie binnen de EU en de NAVO, zodat we meer gebruik maken van de kracht van ieder land. Met onze partners wordt intensiever samengewerkt om onderling meer capaciteiten te delen.
- Strategische capaciteiten voor een weerbare samenleving. Om onze democratische rechtstaat en open economie te beschermen moet Nederland bepaalde strategische capaciteiten, systemen en voorraden zelf bezitten. Defensie is vaker nationaal beschikbaar voor inzet en draagt daardoor goed bij aan de weerbaarheid van de samenleving.
Financiële behoeften
De inrichtingsprincipes zijn ongeacht het budget voor Defensie leidend. Echte verbeteringen en versterkingen zijn alleen via investeringen te realiseren. Het gaat om structureel € 13 tot 17 miljard extra, als alles zo goed mogelijk wordt ingericht. Het is duidelijk dat niet alles kan, zeker niet tegelijk. Keuzes en fasering zijn volgens Bijleveld daarom noodzakelijk. Een volgende kabinet kan op basis van dit overzicht een slagvaardige strategie maken.
Om veranderingen te realiseren, is namelijk langjarige politieke commitment nodig. “Want veiligheid is geen luxe. Het is een harde voorwaarde voor vrijheid, welvaart en democratie. Het is een kerntaak van onze overheid die meer prioriteit verdient”, aldus de minister.