Toespraak staatssecretaris Van Veldhoven bij landelijke aftrap bestuurlijke sessies Omgevingsveiligheid
Staatssecretaris Van Veldhoven gaf op maandag 5 oktober 2020 voor een online gezelschap de aftrap voor de landelijke bestuurlijke sessies over Omgevingsveiligheid.
Dames en heren,
Fijn dat u hier bent in deze voor velen moeilijke tijden waarin corona ons denken en doen domineert. Tijden waarin onze 1e zorg het welzijn van onze bevolking is, met name de kwetsbaren en ouderen.
We moeten dit samen blijven aanpakken binnen ons land, binnen Europa, en in de wereld. Samenwerking en solidariteit blijft belangrijker dan ooit in onze samenleving.
Dat geldt zeer in het bijzonder voor corona, maar meer in algemeenheid ook voor andere uitdagingen. Uitdagingen waar wij structureel voor staan. Zoals het structureel waarborgen van de omgevingsveiligheid; het onderwerp dat ons vandaag bij elkaar brengt.
Dit onderwerp staat mij na aan het hart. Ik waardeer het dan ook zeer dat u allen - burgemeesters, wethouders, gedeputeerden, dijkgraven, directeuren van omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en GGD’s op afstand aan deze bijeenkomst deelneemt. Want u speelt allen namelijk een belangrijke rol op dit terrein. Uiteraard ieder met een eigen verantwoordelijkheid.
Het belang van omgevingsveiligheid is van alle tijden. Het gaat daarbij altijd om het afwegen van opgaven.
De ruimte die we in Nederland hebben is schaars. Daardoor moeten we belangen afwegen en keuzes maken.
Nul risico bestaat nergens. Dat is ook het eerlijke verhaal aan onze inwoners.
Gemeenten hebben in die belangenafweging een cruciale rol. Alle verantwoordelijkheden komen daar samen. Daarbij geldt dat het logisch en vanzelfsprekend voor eenieder moet zijn dat bij elke keuze omgevingsveiligheid bij de afweging betrokken moet zijn.
Waarom gaat het nog niet altijd goed? In mijn opvatting zijn daar 3 redenen voor.
Ten 1e het instrument: de instrumenten die er nu zijn, met abstracte risicogetallen en zogeheten ‘dubbel logaritmische grafieken’, zijn te ingewikkeld voor niet-specialisten. Zelfs voor mij.
Ten 2e het proces: De toets op veiligheid vindt vaak achteraf plaats.
Dat resulteert nog te vaak in risico beperkende maatregelen achteraf, terwijl het zogeheten intrinsiek veilig bouwen – het ontwerpen van een veilige omgeving – goedkoper en effectiever is.
En als 3e het belang van de ruimtelijke ontwikkeling: op regionaal en lokaal niveau is er soms nog te weinig oog voor veiligheid bij ruimtelijke ordening. Dat resulteert er bijvoorbeeld in dat we te dicht bij risicobronnen bouwen.
Dames en heren,
Om dit alles te voorkomen is er een nieuw instrument onder de omgevingswet opgenomen, namelijk het aandachtsgebied. Aandachtsgebieden maken het eenvoudiger om het gesprek over omgevingsrisico’s te voeren. Door op een kaart weer te geven welke risico’s in een bepaald gebied aanwezig zijn, is het makkelijker daar rekening mee te houden. Kortom, we maken nu de stap van ‘technisch complex’ naar ‘bestuurlijk begrijpelijk’.
Met andere woorden: de vraag verschuift van ‘is het verboden?’ naar ‘ken ik alle argumenten voor en tegen om vervolgens tot een evenwichtig besluit te komen?’ Bestuurders hoeven niet op de stoel van de specialist te gaan zitten, maar zij moeten wel de juiste vragen aan hun adviseurs kunnen stellen om er voor te zorgen dat alle voors en tegens in beeld zijn, zodat bestuurders de afweging kunnen maken.
Uiteraard zijn adviseurs van het bevoegd gezag – de omgevingsdiensten, GGD en veiligheidsregio – onmisbaar bij een goede afweging.
U zorgt voor de bredere, integrale blik. U zorgt voor de noodzakelijke kennis. U zorgt voor zowel specialistische kennis als kennis over het gebied.
Met de omgevingswet komt veiligheid sneller in beeld. Daarmee valt veel winst te behalen. Je kunt bij het ontwerp al rekening houden met de risico’s.
Soms is dat heel eenvoudig: door een deur aan een andere kant van het gebouw te plaatsen. Soms wordt het wat ingewikkelder en wordt het een hele puzzel. Niet onoplosbaar, maar het vraagt dan wel iets van de architect of de veiligheidsadviseurs.
Bij dit alles geldt: weet elkaar te vinden om elkaars kennis en kunde optimaal te benutten.
Dames en heren,
Met de nieuwe omgevingswet komt er veel op u af. Ik heb er echter alle vertrouwen in dat het lokaal bestuur dit goed aan kan.
De aandachtsgebieden worden opgenomen in het Register Externe veiligheidsrisico’s: een database waarin bevoegd gezag gegevens moet aanleveren over de risicobronnen in hun gebied. Dit register bevat straks alle informatie over risicobronnen en door middel van de atlas leefomgeving worden deze risico’s zichtbaar op kaarten.
Het is dan ook cruciaal dat het Bevoegd gezag tijdig informatie over risico’s in de omgeving aanlevert aan het eerdergenoemde Register Externe Veiligheidsrisico’s. Alleen als risico’s op een kaart zichtbaar zijn, kunnen deze bij afwegingen in het ruimtelijk domein meegewogen worden. En dan weet iedereen welke risico’s er zijn.
Als risico’s zichtbaar worden, kan dit onrust veroorzaken. Meer weten zorgt soms voor meer onrust. Dat is een bekende paradox.
Dat betekent vanzelfsprekend dat u in hierop moet inspelen bij de risicocommunicatie. Het gaat dan om de duiding van mogelijke omgevingsrisico’s en het handelingsperspectief van inwoners.
Dames en heren,
Tot slot.
Ik vind het belangrijk dat u het gesprek met de omgeving over omgevingsveiligheid aangaat. Ik hoor graag van u welke mogelijkheden en moeilijkheden u verwacht als decentrale bestuurder? En hoe ik als verantwoordelijk bewindspersoon daarbij kan helpen? Dat begint dus met naar u te luisteren en te horen wat er leeft.
Ik ben kortom benieuwd naar wat u allen zult aandragen om de uitvoering te verbeteren.
Welke zaken en vragen leven er bij u? Waar worstelt u mee? Wellicht kunnen we als Rijk u hulp en ondersteuning aanbieden.
Met de antwoorden op deze vragen kunnen we vervolgens in regionale vervolgsessies aan de slag. Met als doel samen met u tot een goede uitvoeringspraktijk te komen. Want daar gaat het ten slotte om: de uitvoeringspraktijk!
U weet als geen wat er leeft en waar u tegenaan loopt. U staat met uw spreekwoordelijke poten in de modder.
Kortom – bestuurders en uitvoerders – laten we klaar zijn voor een veiliger en beter Nederland!
Dank u wel.