Toespraak Minister Tamara van Ark bij het Ontbijt met de Minister
Op woensdag 16 september 2020 gaf Minister Tamara van Ark een toespraak bij het Ontbijt met de Minister dat werd georganiseerd door Medisch Contact.
Beste mensen, goedemorgen!
Fantastisch om u te ontmoeten!
En wat mooi dat het lukt om met zo veel mensen samen te zijn. Op anderhalve meter afstand. We weten allemaal hoe belangrijk dat is.
Ik kan me voorstellen dat niet iedereen mij kent – ik ben tenslotte al de 3e zorgminister op rij in dit kabinet. Hopelijk ook de laatste.
Dus ik vertel u wat over mezelf en wat me in de 1e maanden is opgevallen.
Daarna zal ik met u delen hoe ik de komende maanden voor me zie.
Schroom niet om straks te vragen wat u wilt. Als ik het antwoord niet weet, zeg ik u dat gewoon eerlijk. Ik heb niet de illusie dat ik na 2 maanden op VWS alle ins en outs van de zorg ken.
Beste mensen, ik kom van sociale zaken, ben Kamerlid geweest, wethouder. En ik ben ooit mijn loopbaan begonnen bij de sociale dienst. In al die functies zag ik dat mensen die afhankelijk zijn van de overheid, vaak heel kwetsbaar zijn.
Als wij de boel niet goed organiseren, dan hebben juist deze mensen daar veel last van.
Daarom is het zo belangrijk dat we het voor deze mensen beter proberen te doen. Niet om ze afhankelijker te maken, maar juist sterker. Zodat ze zelf weer hun leven kunnen oppakken.
Voor mij is dat de rode draad in alles wat ik doe. Ook als nu, als minister van medische zorg en sport.
Ik hoop het beter te maken voor de mensen die afhankelijk zijn van zorg. En dat wil ik heel graag samen met u doen.
De reden dat ik ben gevraagd is natuurlijk de coronacrisis.
Het virus heeft onze wereld, onze levens en vooral de zorg op z’n kop gezet. Het meest indringend hebben we dat gezien op de IC’s. Maar laten we niet vergeten dat corona héél de zorg raakt. Huisartsen, verpleeghuizen, de reguliere zorg, apothekers, ggd’s, de thuiszorg, de ggz, de revalidatie – u krijgt het allemaal voor de kiezen en iedereen is nodig.
En corona bepaalt ook in grote mate de tijd die voor me ligt.
Daar ligt een heel duidelijke agenda: een 2e golf voorkomen, en mocht die er toch komen, dan moeten we daar op zijn voorbereid.
Door snel en flexibel onze IC’s te kunnen opschalen. En door te zorgen dat we een hele berg aan persoonlijke beschermingsmiddelen op voorraad hebben. Liefst ook uit eigen land. En daar zal al heel veel tijd in gaan in zitten.
Aan de ene kant is corona dus een beperking. Aan de andere kant biedt deze crisis ook kansen voor de zorg.
Allereerst zien we meer dan ooit hoe waardevol onze gezondheidszorg is.
Aan het begin van de crisis zat ik als staatssecretaris van Sociale Zaken bij Op1. Ze vragen daar vrijwel geen BN-ers meer, alleen nog virologen en zorgverleners. Dát zijn onze nieuwe BN-ers. Wie had dat kunnen denken?
Ook zijn de dilemma’s en vragen die leven in de zorg veel helderder geworden: bijvoorbeeld als het gaat om het snijvlak tussen samenwerken en concurreren, tussen decentralisatie en regie.
Zekerheden van vroeger zijn op de schop gegaan. En dat kunnen we gebruiken om het beter te maken met elkaar.
Maar hoe dan?
Ik heb afgelopen tijd met veel mensen in de zorg gesproken. En velen van u heb ik horen zeggen: er valt echt het een en ander te verbeteren, maar gooi niet het hele zorgstelsel op de schop. Want dat werkt behoorlijk goed.
En dat signaal knoop ik in mijn oren.
Ik heb het intussen ook met eigen ogen gezien: we hebben prachtige zorg in Nederland. Zorg van wereldklasse, zoals onze koning het gisteren in de troonrede zo mooi zei.
De gedrevenheid en de professionaliteit waarmee de mensen dit werk doen. De enorme power, de hoge professionaliteit, de expertise. En de bereidheid om steeds weer te veranderen en te verbeteren.
Dat vind ik indrukwekkend. Net als de liefde waarmee mensen werken.
Als we het hebben over liefdevolle zorg, dan denken we vaak aan de care, en terecht. Maar ik zie in de cure net zo veel liefdevolle zorg. In de toewijding van artsen en verpleegkundigen. In de ontwikkeling van geneesmiddelen voor zeldzame ziekten.
Zelfs de risicoverevening is een voorbeeld van liefdevolle zorg. Dat was een eyeopener voor mij. Noem me 1 land waar het niet uitmaakt of je gezond bent geboren of zwaar gehandicapt – voor de zorgverzekeraar is iedereen interessant. Rijk of arm, jong of oud, ziek of gezond – in Nederland krijg je allemaal dezelfde goede zorg. Dat is zo’n grote verworvenheid.
En natuurlijk is er ook nog genoeg te doen.
Kunnen we zelf in onze persoonlijke hulpmiddelen voorzien, zodat we sterker staan bij een volgende crisis? Hoe zorgen we voor meer IC-capaciteit? Kunnen we meer mensen behouden in de zorg en nieuwe mensen aantrekken?
En hoe kunnen we onze zorg als geheel en met name onze acute zorg net wat beter organiseren?
Om even een voorschot te nemen op zaken die komende tijd spelen.
In eigen land de productie van persoonlijke hulpmiddelen op poten te zetten en een ijzeren voorraad aanleggen – dat zie ik als 1 van mijn prioriteiten. We zien sinds corona hoe kwetsbaar onze internationale logistieke ketens zijn. En hoe ons dat óók kwetsbaar maakt.
Het was een gekte, een vechtmarkt. Iedereen zat achter dezelfde spullen aan. Met tekorten tot gevolg. Dat willen we nooit meer meemaken.
We hebben nu gelukkig genoeg persoonlijke beschermingsmiddelen om een 2de golf aan te kunnen. Als we uitgaan van richtlijnen zoals die nu zijn. Veranderen de richtlijnen, bijvoorbeeld voor preventief gebruik, dan moet er nog steeds genoeg zijn. Dus we kunnen nog lang niet achterover leunen.
We zien gelukkig veel mooie initiatieven om productieketens in Nederland op te zetten, zelfs door bedrijven die normaal gesproken iets heel anders doen. Zoals DSM en Auping die nu samen met AFPRO medische mondkapjes produceren.
Een drankenproducent maakt desinfectiemiddelen. Shell levert grondstoffen. Het zijn maar een paar voorbeelden. Het bedrijfsleven laat zich, net als de zorg, van z’n beste kant zien, en dat is fantastisch.
Tegelijkertijd zullen we ook altijd producten van buiten nodig hebben. En ik denk dat we echt moeten kijken hoe we dat beter kunnen regelen – bijvoorbeeld door meer samen te werken in Europa. En door het aanleggen van een ijzeren voorraad. Kortom: alles op alles om te zorgen dat we niet weer misgrijpen bij een 2e golf. Of bij nieuwe pandemieën.
De opschaling van onze IC-capaciteit is een ander belangrijk onderwerp.
Wat zich in de zwaarste maanden van de 1e coronagolf op de IC’s heeft afgespeeld was ongehoord en ongekend. Echt enorm respect voor al die zorgverleners die alles hebben gegeven om zoveel mogelijk levens te redden.
Vaak onder omstandigheden die emotioneel heel zwaar waren –familieleden die niet bij hun geliefden mochten zijn, voortdurend omkleden en ontsmetten, te weinig collega’s. Mensen hebben zó ontzettend hard gewerkt, harder dan goed voor ze was. Ook dat hopen we zo nooit meer te hoeven meemaken.
De opschaling naar 1350 IC bedden moet 1 oktober afgerond zijn. Ik hoor van de ROAZ-voorzitters dat dit gaat lukken en dat is echt een fantastische prestatie.
De financiering van deze plannen is een vraag die velen van u bezighoudt. Ik kan u vertellen: we zijn druk bezig met een subsidieregeling voor de extra kosten die hiermee zijn gemoeid.
Al blijft de crux om op al die extra bedden ook personeel te krijgen. En dat brengt me bij mijn volgende punt:
Ik vind dat we enorm zuinig moeten zijn op al die fantastische vrouwen en mannen die voor onze patiënten zorgen. Maar in de praktijk voelen verpleegkundigen en verzorgenden zich niet altijd gehoord en gezien.
Juist nu we hen zo hard nodig hebben, moeten wij ons dat in de politiek aantrekken. En dat doen we.
Niet alleen met de zorgbonussen van nu en volgend jaar. We komen ook met een breed pakket voor meer loopbaanmogelijkheden, meer ruimte en tijd en meer zeggenschap.
Daar trekken we volgend jaar 20 miljoen euro extra voor uit. En dat loopt op tot 130 miljoen euro per jaar vanaf 2023.
Die zeggenschap is een belangrijk punt. Maar niet alleen de politiek moet zich dat aantrekken. Velen van u kunnen daar ook iets in betekenen.
Werkgevers, raden van bestuur, artsen, apothekers, medisch specialisten: geef mensen meer te vertellen over hun werk, in de organisatie. Luister naar wat zij nodig hebben. Neem ze serieus en betrek ze nog meer bij besluitvorming.
Ik hoor bijvoorbeeld dat verpleegkundigen niet goed zijn betrokken bij de plannen voor IC-opschaling. Maar zonder hen gaat het niet.
Ik hoop hier echt op een omwenteling mensen. Want dat is cruciaal als we betere zorg willen en als we de mensen in de zorg willen behouden.
Beste mensen, ondanks de korte tijd die ons is gegeven tot de verkiezingen, willen we in dit kabinet ook verder vooruit kijken. Dat doen we met de contourennota en met de houtskoolschets acute zorg.
Wat mij betreft zijn beide stukken eigendom van u allemaal. Voor de houtskoolschets die op 3 juli is gepubliceerd, hebben we al heel veel gesprekken gehad met velen van u.
Het idee is een veel eenvoudiger structuur, met zorgmeldkamers in plaats van al die verschillende loketten en telefoonnummers.
Meer aandacht voor preventie en een betere selectie aan de poort.
Tussen eenvoudige spoedgevallen, ernstig trauma en alles wat daar tussenin zit.
En ik heb u allemaal nodig om dat verder te brengen. De internetconsultatie loopt tot 1 november dus kijk met ons mee.
Wat is er goed aan en wat moet anders? En hoe zouden we dat het beste kunnen uitvoeren?
Hetzelfde geldt voor de contourennota. Dat is een verkenning naar de zorg van de toekomst. Naar de knelpunten die we nu zien en hoe we dat beter zouden kunnen regelen. Wat mij betreft wordt dit ook een breed gedragen stuk.
Er komt een internetconsultatie in het najaar en u bent dan allemaal aan zet om daar suggesties voor te doen. Want ik denk dat niemand zit te wachten uit op een oekaze uit Den Haag waarin staat hoe het allemaal anders moet.
We moeten dit echt samen doen. Want alleen met elkaar kunnen we het beter maken voor de mensen die ons nodig hebben.
En ik beloof u dat ik als minister naar u zal luisteren. En dat ik vervolgens zal proberen aan iedereen recht te doen.
Dat betekent soms dat u maar voor een deel gelijk krijgt, dat het even slikken kan zijn.
Mijn oproep aan u is om dan over uw schaduw te springen. Want zonder compromissen komen we niet verder.
Dat is wie ik ben. Dat is hoe ik werk. Ik verheug me op de komende maanden.