Taskforce om aanpak lerarentekort te verstevigen
Onderwijsministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven stellen samen met het onderwijsveld een landelijke taskforce in om de aanpak van het lerarentekort te verstevigen. Ook moet de samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen minder vrijblijvend worden.
Dat schrijven de ministers aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de aanbevelingen van Merel van Vroonhoven. Zij is vorig jaar door minister Slob aangesteld als onafhankelijk aanjager om te onderzoeken wat er goed gaat en wat er beter kan in de aanpak van het lerarentekort.
Veel bereikt
Van Vroonhoven constateert dat er veel in gang is gezet om de tekorten aan te pakken en dat de aanpak ook resultaat heeft. De belangstelling om in het onderwijs te werken neemt toe. Ook willen veel mensen vanuit andere beroepen met behulp van subsidie als zij-instromer voor de klas. ,,In deze kabinetsperiode is stevig ingezet op de aanpak van het lerarentekort: structureel ruim 800 miljoen euro extra en incidenteel zo’n 360 miljoen”, zegt minister Slob. ,,Daarmee hebben we onder meer de werkdruk verlaagd en de salarissen verhoogd in het primair onderwijs. Maar er is geen enkele reden om nu achterover te leunen. De prognoses van de tekorten zijn onverminderd ernstig. De adviezen van Merel van Vroonhoven geven veel handvatten om daar wat aan te doen. Daarom ga ik aan de slag met de aanbevelingen.”
Nieuwe stappen
Er moeten nu vervolgstappen worden gezet, met name als het om de samenwerking tussen partijen gaat. Van Vroonhoven adviseert om de vrijblijvendheid van de (regionale) samenwerking af te halen. Er moet een landelijk dekkend netwerk komen van regionale verbanden. Ook adviseert ze een taskforce (met een programmabureau) op te richten, om minder versnipperd en met meer slagkracht de tekorten aan te pakken. Daarnaast is het belangrijk dat lerarenopleidingen beter aansluiten op de doelgroep en dat leraren zelf meer bij de aanpak worden betrokken.
Brede steun
Deze aanbevelingen kunnen op brede steun rekenen van de onderwijsorganisaties die samenwerken aan de zogeheten ‘landelijke tafel’ voor de aanpak van de tekorten. De komende periode worden de voorstellen verder uitgewerkt. Na de zomer zal de Tweede Kamer hierover worden geïnformeerd.