Inleidend statement persconferentie na ministerraad 8 mei 2020
Inleidend statement van minister-president Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie van 8 mei 2020 over de aanpak van het coronavirus. Bekijk de hele persconferentie via YouTube. Of lees de letterlijke tekst van de persconferentie.
Inleidend statement persconferentie na ministerraad 8 mei 2020
Minister-president Rutte:
Goedemiddag. Het is dit weekend alweer acht weken geleden dat Nederland in een intelligente lockdown is gegaan. En het intelligente zit hem er vooral in dat wij dat samen doen, met 17 miljoen mensen, een uitweg zoeken uit de coronacrisis. Dat is moeilijk, is moeilijk voor ons allemaal. Maar het waren natuurlijk ook vooral zware weken, en dat zijn het nog steeds, voor de mensen in de gezondheidszorg. Zij hebben het natuurlijk in het bijzonder zwaar voor de kiezen gekregen. Van de schoonmakers, de patiëntenvervoerders tot en met de verpleegkundigen en de artsen. Tegelijkertijd is het wel gelukt om de cijfers de goede kant op te buigen. De uitbraakfase ligt inmiddels alweer enige tijd achter ons. En dat biedt nu ook de ruimte om in de overgangsfase waar we nu alweer een paar weken in zitten een volgende stap te zetten en geleidelijk aan te kijken hoe we verder gaan. En die eerste stap is aanstaande maandag. U weet het allemaal, dan gaan de basisscholen en de kinderopvang gaan weer gedeeltelijk open. En dan kunnen ook de meeste contactberoepen weer aan de slag. En we durven deze stap ook met vertrouwen te zetten omdat dit type verruimingen vanaf aanstaande maandag naar alle inschattingen een beperkt effect zullen hebben op de verspreiding van het virus.
Dus dat betekent dat we, waar de volgende stap voor zien is op 1 juni, wij vanaf maandag nog een aantal weken verder kunnen werken aan het verlagen, hopelijk, van de cijfers. Over die vervolgstappen is deze week de routekaart gepresenteerd. Eigenlijk loopt die zo tot en met, zoals u weet, 1 september. Waarbij we iedere vervolgstap ook daadwerkelijk moeten kunnen zetten. We zullen per keer kijken hoe het loopt met de cijfers van de ziekenhuisopnames IC’s, hoe staat het met de verspreiding van het virus en dan kijk je zowel naar de overdracht van het virus, hoeveel mensen worden besmet door iemand die het virus oploopt, als ook naar het aantal mensen dat besmet is. En dat zullen we dus ook weer bekijken voor het pakket van 1 juni en hopelijk is het mogelijk om daarmee door te gaan zoals dat nu voorzien is. Maar nogmaals, we moeten die adviezen bekijken. En daarbij geldt ook dat er natuurlijk heel veel praktische vragen achter weg komen, dat zag je gisteren in het Kamerdebat, je ziet het op de social media: hoe zit het dan met die terrassen en die restaurants, et cetera. Dus heel veel dingen kunnen we ook niet allemaal uit Den Haag regelen, dat zal vragen om maatwerk. Wij geven de kaders aan, maar verder wordt er op dit moment vreselijk hard gewerkt, merk ik ook in de veiligheidsregio’s, ook in de brancheorganisaties, om daar concreet handen en voeten aan te geven. Het belangrijkste blijft ons eigen gedrag. Dat blijf ik toch nog een keer zeggen. Het feit dat het lukt om het virus nu zover terug te dringen, dat komt door wat we met z’n allen doen. En heel belangrijk daarbij is toch die afstand, de anderhalve meter, heel belangrijk, eigenlijk nog belangrijker dan de anderhalve meter, die is heel belangrijk, maar het allerbelangrijkste is: als je klachten hebt, blijf thuis. En dat betekent: niet stoer doen, denken: ach ik kan wel werken, in Nederland gaan we toch niet met een snifje thuis zitten, ja nu wel. Dus blijf thuis met klachten, vermijd drukte, werk zoveel mogelijk thuis, houdt de anderhalve meter afstand. Buiten de deur is dat heel belangrijk en thuis als je mensen op bezoek hebt die niet tot je vaste gezin behoren. En houdt je aan de hygiëneregels. Dus de handen kapot wassen, het niezen in de elleboog, het hoesten en snuiten in een papieren zakdoekje. Dat blijven hele belangrijke dingen.
En het openbaar vervoer, ook daar wil ik nog een keer van herhalen: alleen voor noodzakelijk vervoer. Dus mijd de spits, tenzij het onvermijdelijk is omdat je in een vitale sector werkt en van die spits afhankelijk bent, maar mijd de spits. Het openbaar vervoer is nu nog ver beneden zijn capaciteit. Het feit dat het aantal bussen, trams, metro’s, treinen wat gaat rijden vanaf 1 juni weer ongeveer de normale capaciteit is, is het aantal vervoersbewegingen, maar daarbinnen zijn heel veel plekken geschrapt om daarbinnen ook te voorkomen dat mensen tegen elkaar opbotsen. Dus we hebben dadelijk uiteindelijk maar vanaf 1 juni 40% van de normale capaciteit beschikbaar. Dus tegen kinderen die nu misschien de tram of de bus pakken als het regent: sorry, ook in de regen, op de fiets naar school. Studenten: doe het buiten de spits als het onvermijdelijk is omdat je in een andere stad woont om de trein te gebruiken doe je dat buiten de spits. Maar loop of fiets zoveel mogelijk en ook als het mooi weer is, is die tram of bus niet bedoeld om naar het strand te gaan, dat doe je dan gewoon op de fiets of in het ergste geval met je eigen auto, maar niet in het openbaar vervoer. Deze twee dingen zijn heel belangrijk. Want het OV kan anders ook weer een plek worden waar het virus zich verspreidt omdat het daar te druk wordt, maar meer in het algemeen geldt dat die gedragsregels, waarbij de allerbelangrijkste is: bij klachten blijf je thuis. En je houdt je aan de anderhalve meter en je vermijdt drukte. Als we dat met zijn allen doen is de kans ook het grootst dat we op 1 juni die volgende stap kunnen zetten waar het betreft onder andere de terrassen en allerlei andere zaken die daarvoor voorzien zijn. Dan nog een punt en dat is nu de scholen weer open gaan en ook andere gebouwen: geef legionella geen kans. Ook belangrijk. Dus spoel waterleidingen goed door als ze lang niet zijn gebruikt. Het lijkt allemaal zo praktisch en dat is het ook, maar echt dat is nu een klein risico en in sommige gevallen ook een groot risico, dus maak even, make sure, zorg ervoor dat die waterleidingen goed zijn doorgespoeld. Tot zover.